Woord vandaag

‘Zeg, die geschiedenis van David met die toonbroden, is
heel apart, vind ik.’

Ja, er zit een prachtige typologie in. David is wel al tot koning
gezalfd, alleen het echte koning-zijn, het uitoefenen van het
koningschap, was nog verborgen. Hij kwam bij de priester
Achimelech (mijn broer is koning) en hij zei dat ze honger
hadden. Er waren alleen toonbroden die volgens de Thora al-
leen door de priesters gegeten konden worden.

‘Maar David kreeg ze toch mee!’

Ja, en hij vroeg om 5 broden. Merkwaardig dat hij niet alle 12
vroeg, maar slechts 5. Net zoals hij in de strijd tegen Goliath 5
steentjes in zijn herderstas had. Nu is 5 het getal van de genade,
maar meer nog: van de verborgen dingen. Als het gaat om de 5
lijkt het of die 5 of de 5e er niet is, maar blijkt er toch te zijn!

‘Heeft dat te maken met de vijfde Hebreeuwse letter, de Hee?’

Daar geldt het ook bij. Deze vijfde letter werd later aan de namen
van Abram en Saraï toegevoegd; de letter die er eerst niet was,
kwam vanuit de verborgen geestelijke wereld, van God, bij hun
naam en typeerde de genade die hen geschonken was doordat
de beloofde Israël er tóch kwam! Een mooi voorbeeld van de 5!

Woord vandaag

‘Geweldig, dat wij niet onder wet, maar onder genade zijn!’

Heel fijn als we dat écht beseffen! Het duurt soms járen voor-
dat wij echt heel diep doordrongen zijn van wat Gods genade
wérkelijk betekent voor ons hart en leven. Het verlost van
alle drang om zelf God welgevallig te willen zijn. Het doet je
beseffen, dat je het gelukkig niet zelf hoeft te doen, maar dat
je door Zijn opstandingskracht alles kunt doen wat nodig is.

‘Tsja wat is dat een machtige boodschap!’

De brief aan de Galaten bewijst, dat wij deze boodschap voort-
durend dienen te horen. Anders ga je afglijden naar een op een
of andere manier wettisch systeem voor jezelf en als je niet op-
past ga je er anderen vervolgens ook mee opzadelen. Nogmaals,
centraal is de boodschap van het kruis en de opstanding van
Jezus Christus (Galaten 2:20,21; 3:1-5; 5:11,24; 6:12-14). Dit kruis
maakt een einde aan de oude schepping.

‘En het vlees he, dat hoort daarbij.’

Dat laten deze teksten uit de Galatenbrief zien, ja. Zodra men
probeert vanuit het eigen menselijke vlees goed voor God te
leven, gaat het mis. Dan val je uit de genade (Galaten 5:4), als
je door de wet gerechtvaardigd wil worden als gelovige in de
praktijk van alledag.
Paulus toont aan in deze brief, dat Gods
genade dé enige basis voor onze redding én wandel als gelo-
vigen is.
Iets anders is er niet. Laten we God daarvoor danken!

Woord vandaag

‘Voor mij is dat altijd helder geweest, Romeinen 6 spreekt duidelijk.’

In de context staat Romeinen 5, en dat eindigt met de opmerking van
de apostel, dat de wet erbij kwam:

de wet echter kwam er nog bij opdat de overtreding zou toenemen (hSV)

de wet echter kwam er bij in, opdat de krenking zou toenemen (CV)

Dat was lange tijd ná de beloften die aan Abraham gedaan waren.
Paulus laat zien wat de situatie was vanaf Adam en wat Christus deed.
Bijna terloops zegt hij, dat de wet erbij kwam, en dan verergerde de si-
tuatie voor de mens: de zonde bleek overtreding en zelfs krenking te
zijn! Dat maakte de wet van Mozes zichtbaar bij Israël. Nu blijkt, dat
de genade van God veel meer overvloedig is dan alle zonden, overtre-
dingen en krenkingen bij elkaar!

Ja, en van daaruit kun je begrijpen, dat Paulus het woord ‘wet’ in Ro-
meinen 6:14,15 gebruikt als verwijzing naar Mozes.’

Ja, het eerste deel van Romeinen 6 spreekt hij tot hen die geen
achter
grond van de wet van Mozes hadden. En in het tweede deel
spreekt hij de Israëlieten aan, die dat wel heel goed kenden vanuit
hun opvoeding. Dat moet hen wel erg aangesproken hebben.
Wees je wel bewust, dat mensen uit de andere volkeren ook wetten
en religieuze regels kenden. Ook voor hen sprak het aan. Het blijft
daarom een geweldige uitspraak van de apostel:

Want de zonde zal over jullie niet regeren.
Want jullie zijn niet onder wet, maar onder genade.

Romeinen 6:15

Daniël – 14 – chronologie

Op 3 mei 1012 kwam het profetisch scenario aan de hand van een
tijdlijn naar voren, zoals dat in Gods woord te lezen is.
Hoewel sommigen beweren dat je niet zo’n tijdschema uit Gods
woord kan aflezen, laat bijvoorbeeld de Heer Jezus Christus
in Mattheüs 24 een chronologische volgorde van gebeurtenissen zien.
Ook in Daniël 11 zien we een duidelijke volgorde van 
gebeurtenissen.

Luister hier: deel A en deel B
Bijlage: Tijdschema (PDF)

 

 

Woord vandaag

‘Het kruis en de opstanding van Christus is het evangelie.
Dat kruis maakt ook een einde aan wettisch denken!’

Zo zou je het wel kunnen zeggen. Door de dood en opstanding van
Christus heen werden de sluizen van de genade van God wijd open
gezet. Sindsdien leven wij in overstromende genade. En diezelfde
genade van God is hoger dan de wet. Er bestaat overigens steeds be-
zwaar tegen het woord ‘wet’ als vertaling van het Griekse nomos,
en men wijst meer naar het woord ‘Thora’. Dat is het Hebreeuwse
woord, dat ‘onderwijzing’ betekent.

‘Maar na de Tenach (OT) werden de bijbelboeken toch in het Grieks
geschreven?’

Er bestaat veel discussie over in welke taal of misschien wel talen
het NT geschreven werd, maar vooralsnog is het bewijs overweldi-
gend voor Grieks. God heeft het kennelijk zo goed geacht, dat het in
het Grieks, dat in die wereld gesproken werd, geschreven is. Grieks
was omgangstaal in een groot gebied sinds de veroveringen door
Alexander de Grote. De Tenach was ook vertaald in het Grieks in
ongeveer 200 BC. Daardoor is voor Thora het Griekse woord voor
‘wet’ of ‘regel’ gebruikt.

‘Men wil af van een wettische sfeer rond de Thora door niet meer het
woord ‘wet’ ervoor te gebruiken?’

Het lijkt in die richting te wijzen, ja. Vanuit het Nederlands gezien kun
je het woord ‘wet’ ook zien als afkorting van ‘weten’. Dus: wat je leert
kennen en wat gaat horen bij je ‘weten’. Je zult het steeds moeten uit-
leggen en dan is het woord ‘wet’ niet langer negatief. Als Paulus dan
leert, dat wij niet onder wet, maar onder genade zijn, dan wijst hij zeer
zeker naar de Thora van Mozes! Morgen gaan we hier verder over na-
denken.