‘Wel iets duidelijker ja, voor mij, wat Clayton schrijft.’
Zijn eerste opmerking is, dat de  rechtvaardiging door geloof
alleen bij Paulus te vinden is en dat het los staat van het
houden van de Thora. Zo zegt Romeinen 3:21 dat ook. We kun-
nen rechtvaardiging door geloof dus niet bij Petrus vinden.
In het evangelie van de besnijdenis draait het om vergeving
van zonden en daar kan op teruggekomen worden. De verge=
ving kan ingetrokken worden en men kan alsnog veroordeeld
worden.
‘Ja, daar hebben we het wel vaker over gehad. Dit is ook met
het volk Israël gebeurd?’
Ja, want zij verwierpen als volk de Messias Jezus en zij wezen
na de ontvangen vergeving (waar de Heer om bad op het kruis)
af. Want toen het koninkrijk opnieuw aangeboden werd, waar
het boek Handelingen over schrijft, werd op grond van hun on-
geloof Jeruzalem en de tempel verwoest en het volk verstrooid.
Maar, een individueel mens kan – onder het evangelie van de be-
snijdenis – de vergeving verspelen en alsnog voor de grote witte
troon komen.
‘Omdat de Thora nog steeds geldt in dat evangelie?’
Als we de bergrede lezen, zien wij dat in het aardse koninkrijk van
de Messias Jezus, een nog dieper en verder gaande regelgeving geldt
dan in de voorschriften van de Thora zelf. Als we Jesaja 66:24 lezen,
dan zien we wat er gebeurt met diegenen, die zich verzetten tegen
de regering in het koninkrijk. Zij worden gevierendeeld en in het ge-
henna geworpen. Denk ook aan Ananias en Saffira, zij vielen dood
voor de voeten van de apostelen neer.
‘Paulus schrijft in 2 Korintiërs 3, dat de Thora van Mozes een bedie-
ning van de dood en veroordeling is.’
Dat blijkt dus ook zo te werken in de koninkrijksgemeente waar Petrus
de leiding had. De judaïsten waren nog steeds uiterst actief en wilden
Paulus’ boodschap aanvallen en krachteloos maken. Zij maakten de be-
snijdenis een aanvullende voorwaarde op de redding. Paulus zegt dan
in Galaten 5:1-6 dat men los van Christus komt, en men is dan gehouden
heel de Thora van Mozes te volbrengen als verdere heiliging.