‘We hebben het nu over Paulus, die spreekt van ‘mijn evangelie’. Dit
is wat we horen in deze tijd!’
Ja, hij gebruikt deze uitdrukking in Romeinen 2:16; 16:25 en 2 Timotheüs 2:8.
Het gaat dan niet om het evangelie van Christus, maar om het evangelie van de
heerlijkheid van Christus, die het beeld van de onzichtbare God is. Dit spreekt
dus niet langer van Zijn vernedering, aards lijden en sterven en opstanding, maar
om wat daarna gebeurde: de verhoging van Christus aan de rechterhand van de
Vader, Zijn verheerlijking ná Zijn opstanding uit de dood.
‘En Paulus spreekt ook van ‘ons evangelie’. Wat bedoelt hij dan? Zijn naaste mede-
werkers en hijzelf?’
Ja, en de gelovigen die zich bewust zijn van zijn evangelie, bij wie God het hart
heeft geopend (zoals bij Lydia, de purperverkoopster), zullen ook spreken van
‘ons evangelie’. Dat omvat dus niet alleen Zijn dood en opstanding, maar ook
Zijn hemelvaart en de heerlijkheidspositie die Hij nu bekleedt. Hij zit aan de
rechter(hand) van Vader. En die positie heeft grote betekenis.
‘Dat heeft gevolgen voor de hemelse machten en krachten?’
Ja, de tegenwoordige plaats van de Zoon heeft grote consequenties voor de
hemelingen. Dat geldt óók voor de nauwe verbondenheid die wij met Hem
hebben. Hij is ons Hoofd, en wij zijn Zijn leden, en wij delen daarom met Hem
die hoge positie, boven al die hemelingen! Ons leven is met Christus verbor-
gen in God. Als Hij geopenbaard wordt, zullen ook wij als zonen geopenbaard
worden in heerlijkheid!
‘Zo, dit is wel even wat om te verwerken, het is bijna niet te bevatten!’
Zeker. Deze hemelse positie van het lichaam van Christus, hoort óók
bij het evangelie, dat door Paulus ‘mijn evangelie’ en ‘ons evangelie’
genoemd wordt. Let op, dat hij in 2 Corinthiërs 4 alleen van Christus
spreekt, terwijl hij in Efeziërs duidelijk maakt, dat ook de leden van Zijn
lichaam omvat zijn in het evangelie van de heerlijkheid van Christus,
die het beeld van God is. Ook zij zijn in Christus een nieuwe schepping.
Daarom schrijft Paulus in Efeziërs 2: ‘Want Zijn maaksel zijn wij, die
geschapen worden in Christus Jezus‘!