‘Nu eindigden wij gisteren met de satan die in de poel van vuur werd
geworpen. Maar blijft hij daar voor eeuwig?’

De vraag stellen is hem beantwoorden. De tijdsduur van de poel van
vuur op zich wordt niet letterlijk vermeld. Wel de tijdsduur van de
pijniging van het beest, de valse profeet en de satan. Bij deze vermeldt
de Schrift, dat zij duurt ’tot in de eonen van de eonen’. Dat zijn de laatste
twee eonen, de duizend jaren (Openbaring 20:1-7) en de daarop volgende
tijd van de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde.

‘Maar de satan wordt toch pas ná de duizend jaren in de poel van vuur
geworpen, en die andere twee daarvoor?’

Ja, maar de Hebreeuwse manier van rekenen is zo, dat een deel van bij-
voorbeeld een dag geldt als de hele dag, of een deel van de voorafgaande
eon geldt als heel de eon. De satan wordt iets voor het einde van de vierde
eon (die echt eindigt met de verbranding van de huidige hemelen en aarde)
in deze poel van vuur geworpen. Dan geldt dat in de Hebreeuwse rekening
als de hele eon.

‘Daarom kan van alle drie gezegd worden dat zij gepijnigd zullen worden tot
in de eonen van de eonen?’

Zo lang de vijfde eon duurt, zo lang heeft de poel van vuur voor hen die
functie. En voor de
mensen die erin geworpen worden na het gericht van de
grote witte troon geldt, dat zij in de tweede
dood zijn. Zij worden in die poel
dus niet gepijnigd, maar zijn dood. Totdat zij levendgemaakt worden als laat-
ste groep van de rangorde die in 1 Corinthiërs 15:22-28 genoemd wordt.

‘Dus als de laatste eon eindigt, is dat omdat die mensen die in de poel van
vuur
waren, levendgemaakt worden en de drie geestelijke machten niet
langer ge
pijnigd zullen worden?

Dit is wat de Schrift naar voren brengt, en dan komt God tot Zijn doel
met allen. Allen zijn dan onder de gezegende voeten van Christus Jezus
gebracht, zij onderschikken hun hele ‘bestaan’ dan aan Hem. Dan is Gods
plan van eonen voltooid en zal God zijn: alles in allen!
En blijkt hier, dat dus ook het kwaad zijn functie heeft gehad, en God zelf
blijkt bij machte te zijn, uit het kwaad het goede (de redding van allen)
voort te brengen. Het leidt dus uiteindelijk tot het goede: onderschikking
van allen aan de Zoon en de Zoon (Christus Jezus) zal dan volledige onder-
schikking aan Zijn God en Vader tonen, dan is het einde bereikt, en valt
de tijd weg.