Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

29 april 2017
‘De wet willen houden, dat bedekt?’

Dan gaat de mens zelf proberen, en dan
wordt als vanzelf Gods doorwerken geblok-
keerd. De pogingen van de mens om het
zelf te willen doen, betekent automatisch
bedekking van de heerlijkheid van Christus
en van God. Het is juist Zijn eer en verheer-
lijking, wanneer Hij in en door de gelovige
werkt, in de gelovige die van genade leeft.

‘De genade en waarheid door Christus.’

Dat is wat Johannes in zijn eerste hoofd-
stuk opmerkt. Op het apostelconvent was
vastgesteld door Petrus, dat de gelovigen
uit de natiën door genade gered werden.
Dat moet door de invloed van Paulus en
Barnabas gekomen zijn, die vlak daarvoor
hadden verteld over de deur van geloof
die voor de natiën was geopend.

‘Dus daar brak al iets door.’

De lijn was al anders geworden, Jakobus
had een vooraanstaande positie gekregen
en gaf inzettingen voor de natiën af.
Jakobus had aan Petrus de leiding moeten
laten. Jakobus was een broer van de Heer
was daarom een leider geworden; de lijn
naar het vlees. Petrus had vooraan moeten
staan: dit had de Heer zelf bepaald, zo was
de geestelijke lijn.

28 april 2017
‘Wat een licht via de brieven.’

Het is een feit, dat God het behaagde, het
volste en meeste licht in de brieven van de
verlaten apostel te geven. Dat licht is voor
nogal wat gelovigen te fel, en daarom zien
ze niet de diepte ervan. Tradities die over
de Schrift heen liggen, bedekken de heer-
lijkheid, die eruit naar voren komt.

‘Dat lees je in 2 Corinthiërs 4.’

Het is bekend –zie/luister Galaten- dat een
bedekking over de Schrift komt wanneer ge-
lezen wordt met een bepaalde ‘bril’ op.
De apostel is ermee bezig in de hoofdstuk-
ken 3 en 4  van 2 Corinthiërs. Het is de bril
van het oude verbond, de wet (Thora). Een
gelovige is snel geneigd zich daaraan te (wil-
len) houden en zo bezig te zijn met verbete-
ring.

‘Zo komt een bedekking?’

We zien het geïllustreerd bij de Galaten,
die het juiste zicht ontnomen werd op de
heerlijkheid van Christus. De genade van
Christus zou leidend zijn voor het geloofs-
leven. In de praktijk van alledag. Zo blijkt
uit die bijzondere brief. Wanneer genade
van God verkondigd en geleefd wordt,
komt de heerlijkheid van God naar voren.

Openbaring 10 geeft een wat meer
statisch beeld dan de voorgaande 
heftige hoofdstukken. Als het ware
een adempauze. Maar niet zonder 
reden! De symboliek van de sterke
boodschapper met het boekrollet-
je in de hand zou ons niet ontgaan.
Luister mee: deel A en deel B

27 april 2017
‘Gods plan kennen is groot voorrecht.’

Je gaat het beter zien, wanneer tot je door-
dringt hoe God onderwijst. God toont aan
de hand van ouders en kinderen hoe Zijn
liefde is. Het verschil tussen vader en moe-
der en hoe zij zijn, is nodig om de diverse
aspecten van Gods aandacht en zorg uit
Zijn liefde te laten zien. God, in Zijn wijsheid,
heeft het zo ingesteld.

‘Wonderlijk, wij kunnen dat ontdekken.’

Dat Vader het zo aan ons stapje voor stapje
laat zien, is genade. Helaas gaan deze ding-
en nogal eens aan gelovigen voorbij. Vaak
gaat de aandacht uit naar zonde en hoe die
te bestrijden; hoe het leven door te komen.
Dat laatste is zeker van belang; wel blijft het
daardoor vaak op zeker niveau steken.
Men komt dan in geloof niet echt verder.

‘Verdieping in het Woord blijft nodig.’

Wil je verder komen, dan zijn de brieven van
de apostel Paulus van groot belang. Daarin
lees je diepste diepte van Gods plannen, be-
weegredenen, liefde. Daarom komen deze
brieven vaak naar voren. We besteden al ve-
le jaren aandacht aan deze brieven, Romei-
nen, Galaten, Efeziërs, en nu de rijke brief
aan de Filippenzen verdiepen je geloof zeker.

26 april 2017
‘Mislukking ook deel van Gods plan?’

Ja, want God had tevoren voorzien in de op-
lossing van de zonde. Het Lam was tevoren
gekend, vóór de zonde kwam. Dat de neer-
werping plaatsvond, had te maken met Gods
onderricht aan de schepping. Dat gebeurt aan
de hand van allerlei tegenstellingen. Zonde,
genade; kwaad, goed; vervreemding, verzoe-
ning; het moet zo zijn.

‘Bijzonder, dat we dit zo kunnen zien.’

Het gaat verder, het is de diepe wijsheid van
God. Die komt ook voort uit Zijn grote liefde.
Heel de schepping is ontstaan uit het verlan-
gen van God, om Zijn liefde te delen met an-
deren. Door het te doen zoals het in Zijn plan
loopt, ervaren de schepselen de tegenstelling-
en, de krachten die op elkaar inwerken.

‘Wonderlijk, dat alles zo gaat.’

Ook het plan om de familie, het gezin in te
stellen is een voorbeeld hoe God werkt. We
zien dat in de woorden Vader en Zoon terug.
De liefde van de Vader voor Zijn Zoon wordt
-afgezwakt- teruggezien in de liefde van de
ouders voor hun kinderen. Daar krijgt ieder-
een mee te maken. Ook op dat vlak gaat he-
laas veel mis. En dat zal leiden tot des te gro-
tere waardering voor de liefde van de Vader.