‘Dat is wel opmerkelijk: de dienst van de hemelsen.’
De dagstukjes vanaf 28 juni 2015 zijn goed om er nog eens bij te
pakken. Met name wordt in de vervolgstukjes verwezen naar de
bijzondere woorden uit Hebreeën 8:4,5. De dienst die in de taber-
nakel en tempel verricht werd was een afschaduwing en in feite
verwijzing naar de dienst van de hemelsen. Deze was, voor zover
we weten, waarschijnlijk al in de eerste eon aanwezig.
‘De verstoring kwam met de schepping van de tegenwerker.’
De bepaalde raad en voorkennis van God was, dat Hij Zijn liefde
zou bekendmaken. Dat kon alleen tegen de donkere achtergrond
van de haat en vijandschap van de tegenwerker en al de hemelsen
die hij meesleepte in zijn revolutie. Vader zal deze vijanden echter
veranderen in vrienden. Dat kon door één methode: de opoffering
van Zijn geliefde Zoon, in Wie het al geschapen was.
‘Dit is voor de hemelsen ook verbazingwekkend.’
Om dit uit te werken moest de Zoon in een andere gestalte zijn,
zodat Hij Zichzelf kon opofferen voor de hemelsen. Door het ge-
richt aan het einde van de eerste eon waren de hemelen en de
aarde van die eon woest, leeg en duister geworden. Ook de dood
was er, want planten en dieren waren omgekomen. En dat moest
ook voor de Zoon mogelijk worden, dat Hij dood zou gaan.
‘Dat was de wijsheid van de Vader.’
Het gaat om de wijsheid waarover Paulus met de vleselijke gelo-
vigen uit Korinte niet kon spreken. Het gaat om de wijsheid van
Hem, van vóór de eonen, zoals 1 Corinthiërs 2:7 getuigt:
wij spreken Gods wijsheid in een geheimenis; wijsheid die verborgen
was, die God voorbestemde, vóór de eonen, tot onze heerlijkheid
En als gevolg van die diepere wijsheid van God moest de aarde
de plaats worden waar de Zoon zou kunnen sterven. Daarvoor
moest Hij Zijn heerlijkheid afleggen!