‘We zijn zo gezegend.’

Ja, alle reden om de vreugde in je hart uit te laten komen in
je handel en wandel. Dat blijft altijd in Gods genade. Niet te
vergeten dat dat zo is, want het wettische denken steekt tel-
kens de lelijke kop op onder gelovigen. Soms merk je dat aan
subtiele, kleine dingen. Zodra de vrijheid van gelovigen wordt
ingeperkt, ook al is het minimaal, is alertheid en opmerkzaam-
heid nodig.

‘Paulus spreekt ernstig in de Galatenbrief.’

Bijzonder fel ook. Het gaat erom, dat de gelovige in de praktijk
blijft leven in, van, door en uit genade van God. Niet de genade
van mensen, maar die van God. Jezus Christus is niet voor niets
gekruisigd en opgewekt. De apostel zegt heel fel in Galaten 5,
dat indien een gelovige zich laat besnijden, Christus voor diegene
niet tot nut is. De gelovige kan het immers zelf.

‘Tsja, zo scherp ligt het wel.’

We leven in de vrijheid van de genade van God. Er liggen heel
wat wettisch denkende vrijheid berovers op de loer. Al dan niet
verkapt proberen zij de gelovigen onder eigengemaakte regels
en/of de 10 woorden van Exodus 20 te brengen. Die woorden zijn
gegeven aan Israël en zij toonden vele honderden jaren aan dat
zij die niet konden houden.

‘Merkwaardig dat die les hun ontgaat.’

Vreemd, ja. De grote les van het oude verbond is juist, dat de
mens het zelf kan proberen, maar dat het niet lukt. Dat zou vol-
doende moeten zijn, wanneer je de Schrift leest. Ook de eigen
gemaakte regels en wetten baten niet. Want het gaat om het-
zelfde principe: religie. De gelovige zou maximaal genieten van
de vrijheid in Christus Jezus. Heerlijk om te leven onder de strak-
blauwe lucht, met de zon van de genade van God, die echte
warmte geeft.