‘Was wel opmerkelijk, wat we gisteren hoorden.’
Het is brief waar je niet op uitgekeken raakt: Efeziërs. Het is daarin
de derde dimensie, die velen ontgaat. We hebben de afgelopen tijd
daar regelmatig met elkaar over gesproken. Nu hebben we gezien,
dat Hij, zoals in Hebreeën staat, de hemelen is doorgegaan.
De hemelse machten en krachten moeten daar iets van gezien heb-
ben. Wellicht waren er die daar verwonderd over waren, of juist
vijandig erop gereageerd hebben.
‘Ja, merkwaardig eigenlijk, dat we daar zo weinig over nadenken.’
Ja, en nu we Hebreeën open hebben liggen, kunnen we ook verder
lezen in Hebreeën 9, een bijzonder hoofdstuk in die brief. Daar wordt
gesproken over de dienst van de priesters onder het oude verbond.
Het bloed van de offerdieren moest vloeien, want vergeving van zon-
den ging steeds vergezeld van bloedvergieten van geslachte dieren.
Nadat de schrijver in vers 1-10 dingen zegt over de tabernakel en zij
die daarin dienst deden, spreekt hij vanaf vers 11 over Jezus Christus.
‘Ja hij bouwt het op, het is geen makkelijk hoofdstuk.’
Na het noemen van de priesters en hogepriester onder het oude ver-
bond, spreekt hij over Hem die de Hogepriester is naar de ordening
van Melchizedek: Christus. In vers 11 komt iets waar je bij stil staat:
Christus nu, komt erbij, een Hogepriester van de aanstaande goede ding-
en door de grotere en meer perfecte tabernakel, niet met handen ge-
maakt, dat is: niet van deze schepping
Wat is dat? Een meer perfecte tabernakel, niet met handen gemaakt,
niet van deze schepping. Er is kennelijk een dimensie, die wij niet zo
kunnen zien, waar deze ‘tabernakel’ bij hoort. Zou het iets met het ge-
bied boven de hemelen te maken kunnen hebben? Denk er eens over
vandaag, dan gaan we morgen daar verder naar kijken.