‘Saraï wilde samen met Abram IEUE helpen.’

Door Hagar in te zetten, zodat er toch een zoon kwam. Maar
dat was niet de zoon die beloofd was. IEUE had beloofd dat
Abram en Saraï een zoon zouden krijgen. Zij wachtten niet,
maar ongeduldig volgden zij de weg van het vlees. De geest
van God heeft als vrucht: geduld (Galaten 5:22,23). Daar waar
de mens in ongeduld eigen oplossingen zoekt, werkt vlees.

‘Het duurde na Ismaël nog eens 14 jaar.’

God heeft de tijd aan Zijn kant, Hij wacht totdat de menselijke
mogelijkheden uitgeput zijn. Dan blijkt het doen van de mens
geen rol meer te spelen. Dan is het moment daar, dat Vader
kan laten zien dat alleen Hij algenoegzaam is. Het hangt alles
van Hem af. De menselijke ijver en inspanning heeft geen re-
sultaat. Ismaël bezorgt veel overlast, als gevolg van het werken
van het vlees. En zo is het vandaag nog steeds.

‘God is bij machte veel meer te doen dan wij bidden.’

Hij is werkelijk de enige ware Plaatser in het universum. Hij is
Degene die al Zijn welbehagen zal doen. Hij vervult al Zijn belof-
ten
. Niemand kan Zijn werk tegenhouden. Daarom wachtte Hij

tot Abram 100 en Saraï 90 was. Toen konden zij naar de mens
gesproken geen nageslacht meer krijgen. Toen kwam toch Isaäk.
En daarvoor stelde God iets in, dat we nog steeds kennen in de
wereld en wat ware gelovigen soms –vreemd genoeg- nog laten
doen.

‘De besnijdenis.’

Genesis 17 is het moment waarop IEUE wachtte. En nu kon Hij
Zich onthullen in de titel Al-Sjaddai: Onderschikker-algenoeg-
zaam. Vaak vertaald met: God, de Almachtige. Abram moest
zich (laten) besnijden. Dat was een teken van het feit, dat het
vlees van de mens keihard kan werken, maar net zo hard te kort
komt. Daarom moest een stukje vlees afgesneden worden.