Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

‘Was wel een toespraak in Athene zeg.’

Het spreekt van de grote macht en kracht van
de God die alles in Zijn hand heeft. Paulus zei:

en Hij heeft de hun toegemeten tijden bepaald

Dat gaat heel ver. Gods woord spreekt van eonen,
en alle andere aanwijzingen van tijd. Zoals era’s,
jaren, maanden, dagen, uren.
Dat geldt heel de mensheid, God stelt bepaalde
inrichting van de wereld in. Gedurende een zekere
periode. Daarna weer een andere.

‘Daar kan de mens niet aan ontsnappen.’

We leven nu in de tijd waarin de woorden van
Psalm 2 waarheid worden. Dat de natiën de ban-
den en touwen van zich af willen werpen. Beeld-
spraak voor de grenzen die God stelde. En in de
hemel lacht God erom, want Hij laat de mens in
Zijn liefde niet gaan.

‘Ja, het kruis en open graf zijn feiten.’

God zal daarom na de boze eon waarin we nu
nog leven (maar niet lang meer), een nieuwe
geven. Daarin zullen Zijn gerechtigheid en vrede
vanuit Jeruzalem over de wereld komen. Het
Messiaanse rijk onder Jezus Christus zal komen!

‘Dat plan van God is boeiend.’

Hij voert het uit door Christus Jezus, en er zit
oneindige liefde achter. Dat vergeet je weleens,
omdat ook het kwaad een functie moet hebben
in dat plan van God. We kunnen er niet omheen.
Hij bepaalt eigenlijk alles. Volgens de welbekende
woorden van de apostel in Handelingen 17, zien
we daar ook aspecten van.

‘Het blijft opmerkelijk ja.’

Wat we gelezen hebben, is dat de God:

aan allen het leven, de adem en alles geeft

Hier kunnen we niet snel aan voorbij gaan.
God geeft allen het leven, de adem en alles.
Wanneer Hij dat niet geeft, leeft niemand.
Het ‘gewone’ bestaan hebben alle mensen
aan God te danken. Dat zij dat laatste nu niet
doen is verdrietig; ook zij zullen Hem danken.

‘En allen komen van Adam.’

Ja de tekst uit Handelingen 17 zegt veel. Zo
ook volgende woorden van de apostel:

Hij maakte uit één elke natie van de mensheid

Een wonderlijk gegeven, een mens scheppen
waarin de hele mensheid zit. Al de natiën zoals
die later op de aarde zijn, zijn door God zo be-
paald en gewild, om Zijn plan uit te werken.

‘God heeft de wereld in Zijn hand.’

Het gaat niet buiten Hem om. Hij zal dat doen
wat nodig is om Zijn plan door te voeren. Al die
instrumenten, al die machthebbers; ze zijn in
Zijn hand. Dat besef je niet altijd zo, maar het
is een bijzondere zekerheid, die Hij geeft.

‘Fijn, om daarover te lezen.’

Paulus zegt in Athene tegen zijn luisteraars:

Hij wordt ook door mensenhanden niet gediend
alsof Hij iets nodig heeft,  omdat:
Hij Zelf aan allen leven, adem en alles geeft;
en Hij maakte uit één elke natie van de mensheid,
om op heel de aardbodem te wonen;
en Hij heeft de hun toegemeten tijden bepaald,
en de grenzen van hun woongebied,
Handelingen 17:25-26

‘Dat zegt heel veel.’

Het is weer een aanvulling op wat we al in de
afgelopen weken (vanaf 20 mei) hebben gezien,
dat God alles in handen heeft en niets buiten
Hem om gaat.
Ja, Hij is het, die alles bewerkt in overeenstem-
ming met de raad van Zijn wil.    (Efeziërs 1:11)
We hebben geen onmachtige God, die moet af-
wachten wat de mens doet en snel moet ingrij-
pen. God is liefde en Hij werkt volgens Zijn vaste
voornemen Zijn plan uit. 

‘Die tekst uit Spreuken is wel duidelijk.’

Dat is niet alleen mooie Hebreeuwse poëzie.
Het is Gods waarheid. Hij leidt het hart van
de aardse regeerders waarheen Hij dat wil.
Ook al is dat zelfs oppositie tegen Zijn woord.
We zien dat bij Kores, de koning uit Jesaja,
door God zelf gezalfde (messias) genoemd.

‘Dat was geen God vrezende koning.’

Geen gelovig mens, en toch doet hij in feite
wat God wil. Wonderlijk. Zo zien we de waar-
heid van die woorden uit Spreuken 21:1 in de
praktijk werken. Maar, ook de regeerders te
midden van de hemelingen zouden die ook
onder die vergaande uitspraak kunnen vallen.

‘Dat zou best eens kunnen, toch?’

Dat is heel goed mogelijk. En wanneer dat zo
is, opent het een gedachte die we tot nu toe
misschien niet hadden. We hebben geen aan-
leiding te denken dat het niet zo is. Wel heb-
ben we deze uitspraak die veel zegt over God
en Zijn handelen met de mens.

‘Deze dingen kun je als mens niet bedenken.’

Nee, je zegt soms als gelovigen tegen elkaar,
dat je verwonderd bent over zoveel genade.
Want dat is het, de overstijgende rijkdom van
Gods genade. Dat zou diepe eerbied, liefde en
verbazing in ons wekken.

‘En een gericht zijn op wat boven is.’

Daar zijn we al enkele dagen mee bezig. Ons
te richten op wat boven is, waar Christus is,
zittend aan Gods rechter(hand). En Hij leidt
niet alleen het wereldgebeuren, ook in de
hemelen heeft God al die machten in Zijn hand.

‘Zij zijn zich dat niet bewust?’

Net als op aarde, zo lijkt het. Sommigen zullen
zich iets van Gods leiding bewust zijn. Vele an-
deren totaal niet. Dat geldt ook voor de regeer-
ders op aarde van verleden, heden, toekomst.

Het hart van de koning is de hand van IEUE als
verdelingen van water, Hij leidt waar het Hem
behaagt, heen                         Spreuken 21:1