‘We lezen Efeziërs 2:11-22.’
Dit is een gedeelte waarin Paulus het derde aspect van het zogenaamde
Efeze-geheimenis laat zien. En dat geheimenis wordt in Efeziërs 3:6
samengevat met drie keer gezamenlijk. De natiën (de gelovigen daaruit)
blijken in de geest te zijn:
gezamenlijk lotgenieters (1:3-14)
gezamenlijk-lichaam (1:20-2:10)
gezamenlijk deelhebbers van de belofte in Christus Jezus (2:11-22)
De gelovigen uit Israël en uit de volkeren worden samengevoegd tot
één lichaam, waarin alle leden gelijk zijn. Nu het volk Israël tijdelijk als
volk voor wat hun speciale bediening betreft, op ander spoor gezet is,
kunnen gelovigen uit Israël andere belofte(n) ontvangen: de hemelse
belofte in Christus Jezus!
‘Nou, dat is heel wat. Vast voedsel vandaag.’
Ja, en onvoorstelbaar belangrijk dat we dit goed scherp zien. Het
geeft antwoord te midden van de oneindige verwarring waarin ge-
lovigen vandaag verzeild zijn geraakt. We zien dus, dat er in Efeziërs
allerlei hemelse beloften (en zegeningen) gegeven worden aan al de
gelovigen, die ook geroepen zijn in Christus Jezus. Die ontvangen zij
allemaal op gelijk niveau; in de geest bestaat geen onderscheid.
‘Het wordt duidelijk: Israëls plaats is op aarde.’
Zij ontvingen aardse beloften in Jezus Christus. Zij zullen hun specia-
le bediening uitvoeren in de toekomst op aarde, voor de volkeren.
De gemeente die het lichaam van Christus is zal haar speciale bedie-
ning uitvoeren in de komende eonen in de hemelen, en dat voor de
hemelse machten en krachten. Ieder hun eigen niveau, ieder hun
aparte plaats in Gods plan, tot zegen voor anderen.