Woord vandaag

‘Het is me weer wat duidelijker geworden gisteren.’

We kunnen niet anders dan dat concluderen. God heeft het al
in Zijn hand. Dan is het goed. Ook in het leven van Job zien we
zoiets als bij koning David. Job leefde goed en eerde IEUE. Zijn
kinderen hadden het goed met elkaar. Toen gebeurde iets ver-
schrikkelijks. Job raakte door rampspoed al zijn kinderen kwijt.

‘Ja en bijna ook zijn vrouw. Hij werd ook nog ziek.’

Wanneer we eerste hoofdstukken van Job lezen, vragen we
ons af wat dat toch allemaal is. In elk geval erkende satan, die
met IEUE kon spreken (!), dat IEUE aan Job zijn bezit had gege-
ven en Jobs handen had gezegend:

en satan antwoordde IEUE: Is het om niet, dat Job God (Alueim)
vreest? Hebt U zelf hem niet rondom beschut, zijn huis en al wat
van hem is? Het werk van zijn handen hebt U gezegend en zijn
vee is uitgebroken in heel het land. 
                         Job 1:9,10

Zo sprak de tegenwerker uitdagend tegen IEUE.

‘Ja, en de tegenstander kreeg wel gelegenheid.’

Dat gebeurde. Pas toen IEUE de satan de ruimte had gegeven
om Jobs bestaan aan te tasten, kon de satan zijn gang gaan.

En dat had enorme gevolgen in het leven van Job. Alles ging er-
aan: zijn bezit, zijn kinderen ook (als ergste van alles).
Nu gaat het erom hoe Job daarop reageerde
en wat de gevolgen waren in zijn relatie met IEUE. 

Woord vandaag

‘Het blijkt, dat God zelfs het kwaad doet?’

Dat lazen we gisteren in Amos 3:6. Daar zijn meer plaatsen
in de Schrift die dat aangeven. En hoe dat dan werkt. Toen
koning David een volkstelling liet houden, zou je zeggen,
dat hij dat zelf in zijn hart voornam. En dat is ook zo. Voor
zijn eigen ervaring zal hij dat zo gedacht hebben. Dat staat
ook in de Schrift.

‘Daarop kwam wel een gericht.’

We kijken naar wat de Schrift zegt:

satan keerde zich tegen Israël en zette David aan, Israël te
tellen. Toen zei David tot Joab en tot de oversten van het volk:
Ga Israël tellen van Berseba tot Dan, en breng mij de uitslag,
opdat ik het getal weet.
                            1 Kronieken 21:1,2

David beleed het in 1 Kronieken 21:8 :

ik heb intens gezondigd dat ik dit ding gedaan heb

‘Dat was de oorzaak van het gericht dat kwam.’

Ja, wanneer we het in Kronieken lezen, is het zo dat de tegen-
stander David aanzette tot deze telling. De geest van de tegen-
werker beïnvloedde David kennelijk.
We hebben nu twee die iets deden: de satan die aanzette en Da-
vid die de telling liet uitvoeren. Toch staat volgens de Schrift IEUE
(Jahweh, Ik ben) hier niet buiten als Degene Die afwacht en een
gericht geeft als gevolg van de volkstelling.

‘Er staat ook iets in Samuël, toch?’

Voor veel gelovigen: merkwaardig genoeg wel, ja. Daar staat iets
in 2 Samuël 24, dezelfde geschiedenis als in 1 Kronieken 21. We
lezen in vers 1:

Toen de verontwaardiging van IEUE voortdurend tot hitte werd
tegen Israël, zette Hij David tegen hen aan, zeggend: Ga, tel Israël
en Juda
.

Nu zitten we met een probleem. Wie deed het? Wie zette David
aan? De satan of IEUE? In feite was satan het instrument in de
hand van IEUE om David aan te zetten. Volgens de Schrift was
daarmee IEUE uiteindelijk verantwoordelijk. En was Hij het, die
David aanzette tot het opdracht geven om Israël te tellen.

‘Ja, als je het leest, kom je daar niet onderuit.’

We lezen ook iets over koningen en IEUE in Spreuken 21:1

het hart van de koning is in de hand van IEUE als verdelingen
van water, waar het Hem behaagt leidt Hij het heen

En dat is wat in Davids leven gebeurde, onder andere bij de volks-
telling. De tegenwerker zette David aan, maar het was IEUE die
de satan gebruikte als instrument in Zijn hand. Uiteindelijk was
Hij het, die alles leidde en bestuurde, tot wat Hij goed achtte!

Woord vandaag

‘Gelukkig heeft God alles in Zijn hand.’

Dat blijkt uit zo veel Schriftplaatsen. Niet alleen uit Prediker,
zoals we gisteren hebben gelezen. Ook in de profeten blijkt
dat keer op keer. Wanneer we de boer uit Tekoa, Amos, raad-
plegen, komen we dat ook tegen. Ook hij was door heilige
geest gedreven en sprak. We lezen in Amos 3 bijvoorbeeld:

Luister naar dit woord dat IEUE tot jullie spreekt, zonen van
Israël, het hele geslacht dat Ik uit het land Egypte heb geleid

‘Ja, het is woord van Jahweh.’

Specifiek richt Hij het woord tot Israël via de profeet Amos.
En dat niet alleen; Hij geeft aan, dat Hij het volk uit het land
Egypte heeft geleid. Zij konden zelf niet weg. Het was God,
de God van Israël, die het deed. En niemand anders. Hij gaf
hun niet alleen een leider in Mozes, maar Hij gaf ook de
adem, het leven en de kracht om uit te gaan.

‘Ja, mooi, en wat staat nog meer in Amos 3?’

IEUE (Ik ben) stelt een serie vragen waarop het antwoord
direct duidelijk is:

Gaan twee samen zonder elkaar ontmoet te hebben?
Brult een leeuw in het woud als hij geen prooi heeft?
Laat een jonge leeuw uit het hol de stem klinken zonder
dat hij gevangen heeft?
Duikt een vogel in een strik op aarde als de val er niet is?
Springt de strik van de grond wanneer niets gevangen is?
Of wordt in een stad de bazuin geblazen zonder dat het
volk beeft?
                                                    Amos 3:3-5

‘Wat mij betreft kun je op al die vragen nee zeggen.’

Dan, in deze reeks nog een opmerkelijke, die veel zegt:

Komt kwaad in de stad voor zonder dat IEUE dat doet?

Het woord voor doen is hier in de grondtekst oshe, dat
doen, maken, betekent. Het is IEUE (Ik ben), Die kwaad
doet/maakt. Hij heeft niet alleen alles in Zijn hand, Hij
bewerkt alles, wanneer we dieper kijken dan vaak ge-
daan wordt.

Woord vandaag

‘Geen gedwongen belijdenis. Fijn.’

God dwingt niet, Hij bewerkt door Zijn geest, door Zijn ge-
liefde Zoon. Ook de belijdenis van harte, dat Jezus Heer is.
Zo vult Paulus dat – door heilige geest geleid – in. Tegen-
over de prediking van een onmachtige God, die moet af-
wachten of het schepsel voor Hem kiest, toont de Schrift
ons iets anders.

‘Heel de Schrift door?’

Dat kun je wel zeggen, ja. We kunnen wat voorbeelden
noemen de komende dagen. Dan lezen we over God, de
Plaatser, die alles op Zijn plaats zet. Dat is het Griekse
woord. Het Hebreeuwse AL (vaak als EL weergegeven),
wijst op het Onderschikker zijn van Hem. In het bijzonde-
re, niet zo makkelijke boek Prediker lezen we iets.

‘Alles is ijdelheid?’

Daar begint het mee, alles is –met menselijk oog bekeken-
leeg, zinloos. Toch, wanneer je leest, is in dit boek meer te
vinden. Voor alles dat onder de hemelen gebeurt (op aarde)
is een vastgestelde tijd, dat zegt Prediker 3. Dan worden in
vers 1-10 bekende gebeurtenissen genoemd. En in vers 11
staat: alles heeft Hij (God – Alueim) passend gemaakt in
zijn tijd
. Dan is het geen toeval, wat de mens overkomt.

‘Dat zou je nog kunnen zeggen, ja.’

Dat wordt door vers 10 anders gezegd. Dat spreekt van God:

Ik zie de ervaring, die God (Alueim) aan de zonen van Adam
(de mensheid) geeft

Dat wijst terug op al wat in vers 1-10 gezegd wordt. Geboren
worden, sterven ….. oorlog en vrede. Deze ervaringen geeft
God aan de mensheid, het is geen toeval. Je kunt zelfs zeggen
dat het eerste woord (geboren worden/voortbrengen) en het
laatste (vrede) heel Gods plan weergeeft. Hij brengt alles voort
(alles is uit God) en Hij geeft vrede (alles met Hem verzoend)!  

Woord vandaag

‘De knieën buigen, dat staat in Jesaja, toch?’

Ja, en daar is het woord buigen apart gebruikt in de tekst.
Het woord knie is in Hebreeuws nauw verwant aan knielen.
De Hebreeuwse letters zijn hetzelfde. Ook het woord zegen
of zegenen bestaat uit dezelfde letters: BRK, in getal uitge-

drukt: 2-200-20. Dit heeft een diepere betekenis, maar dat
bespreken we nu niet.

‘We knielen toch voor God?’

We kijken naar Jesaja 45:23, waar staat:

Ik heb gezworen bij Mij zelf, een woord van gerechtigheid
is uit Mijn mond gegaan, en het zal niet terugkeren:
dat voor Mij alle knie zal buigen, alle tong zal zweren tot God

Geweldige woorden, die uitdrukken wat het uiteindelijke
doel van God is. Het wordt in Romeinen 14:11 en Filippen-
zen 2:10,11 door Paulus aangehaald. Alle knie wil zeggen:
alle schepselen zullen buigen voor God. Dat is terecht, wan-
neer zij tot inzicht gekomen zijn.

‘Ja fijn he, en dat zweren is van harte belijden?’

Volgens het Griekse vertaalwoord wel. Dat drukt niet al-
leen een formeel belijden uit. Het is meer. Het Griekse
woord begint met uit. Omdat het hele woord loven, prijzen en
dergelijke uitdrukt, kan dat uit verwijzen naar het hart – in
elk geval zal het geen dwang zijn. Dan zal het zeker weer
zijn zoals de Heer zei: uit de overvloed van het hart spreekt
de mond
. Waar het hart vol van is……