‘Een bijzonder woord, dat 2 Korinte.’
Het is een rijke brief, die erg aanspreekt. Het centrale
hoofdstuk is het vijfde. Daarin komt de grote verande-
ring naar voren, de nieuwe schepping. Het oude is God
zij dank voorbij, zie! Het is alles nieuw, zegt Paulus.
Dat is op basis van de oneindige zegen, die ligt in het
werk van Christus.
‘Het is weer Pasen geweest.’
De opstanding, die het gevolg was van de kruisiging en
de dood van Jezus Christus. Vader wekte Hem op en dat
brengt leven voor iedereen, uiteindelijk. In de levendma-
king van Hem ligt die van iedereen. Als de Eersteling bin-
nengehaald is, is dat de garantie dat de hele oogst komt.
Alle mensen inclusief Adam vallen binnen het bereik van
Zijn onuitputtelijke liefde.
‘Heerlijk, niets kan mij van God scheiden.’
Dat kan elke gelovige nu al zonder reserve zeggen. We zijn
buitengewoon gezegend wanneer we dit mogen weten.
Hij heeft ons lief en zal ons leiden in Zijn leven en liefde.
We hebben niets minder dan dat te vertellen. Hij zal ons
brengen waar Hij ons wil hebben: aan Zijn hart. In de geest
is dat nu al, maar binnenkort zullen we zien wat dat aan
heerlijkheid betekent. ‘Daarom verliezen wij de moed
niet….’