Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

16 november 2016
‘Mooi, gerechtigheid ontvangen.’

Het is het om niet karakter van de
belofte die God gaf aan Abraham.
Het is de genade die God geeft. Dát
was in het leven van Abraham wat
hem blij maakte. Als voorbeeld van
geloof, van de genade van God.
Hij wordt dan ook uitgebreid in de
diverse brieven besproken.

‘Hij geloofde met zijn hart.’

Daar zit het. Het hart is nauw met
het denken, oftewel de denkzin ver-
bonden. Dat is in Grieks nous, ons
denkzintuig. De roep in de christen-
heid is om bekering, waarmee men
vaak een ander leven volgens zeke-
re religieuze regels bedoelt. Grond-
tekst zegt: metanoia, dat is anders
gaan denken.

‘Je denken wordt vernieuwd.’

Je kan zeggen: er is geestelijk ge-
zien meer dan het gewone, het
denken van de mens. Wanneer de
geest van God in de mens werkt,
gaat een verandering van denken
komen. Door het woord van God.
Het evangelie is, dat Gods liefde de
basis van al Gods handelen is.

Wat            Filippenzen studie

Welk vers   1:2

Wanneer    15-11-2016

Waar          Merellaan 217 – Capelle aan den IJssel

Hoe laat     20:00 uur 

15 november 2016
‘God is groter dan ons denken.’

We hebben maar een kleine hersen-
hoeveelheid van God ontvangen.
Genoeg om –indien door Zijn geest
verlicht– te verstaan wat Hij zegt. Dat
is óók een zaak van het hart.
Het denken en het hart hebben nauw
verband met elkaar.

‘In het hart zit geloof?’

Door God gewerkt, ja. Een van de vele
voorbeelden is Abraham. God riep hem,
hij geloofde en ging. Dat geloof had hij
niet van zichzelf. Hij was een onbesne-
dene, trouwens, op het moment dat
God hem riep.
Romeinen 4:10 stelt dat vast:

Hoe is het dan toegerekend? Toen
hij onbesneden was of als onbesne-
dene? Niet als besnedene, maar als
onbesnedene!                   

‘De gerechtigheid toegerekend?’

Exact. Gerechtigheid werd Abraham
toegerekend uit geloof (Romeinen
4:5), niet uit werken (van de wet).
En Abraham was nog niet besneden
toen hij geloofde en ging. Daarmee
vervalt elke mogelijkheid van werk
als het gaat om ontvangen van Gods
gerechtigheid. De belofte ontving de
aartsvader dan ook om niet, gratis,
in genade.

14 november 2016
‘Gods genade overwint.’

Zijn liefde blijkt in Zijn plan sterker
dan alle haat en vijandschap. Die zal
het winnen van al de tegenwerken-
de krachten. God werkt alles uit in
overeenstemming met de raad van
Zijn wil (Efeziërs 1:11). Dat blijft al-
tijd staan, en we kunnen dat rustig
aan Hem overlaten.

‘God werkt het uit.’

Alle punten waar we ons nu nog
druk over maken zijn in Zijn hand.
Zijn geest, Zijn liefde; dat is boven
alles dé kracht die werkzaam is.
Een wereldheerser als Nebukad-
nezar bleek volkomen in de hand
van de God van Daniël te zijn.

‘Die at gras tussen de dieren.’

Totdat God het hem gaf, dat zijn
verstand in hem terugkeerde. Hij
loofde en aanbad de God van de
hemelen door te zeggen, dat Hij
het is, die regeerders aan- en af-
stelt. En dat geldt dan ook voor
allen die onder Hem gesteld zijn.
Dié God is al onze liefde, eer en
tijd waard!

13 november 2016
‘Het goede nieuws van de Bijbel.’

Wat de Schrift over God zegt, is goed
nieuws. God is de Plaatser en Onder-
schikker. De woorden zijn duidelijk.
God stelt aan als het gaat om koning-
en en regeerders. Mensen niet, ook
al denken ze dat, in deze ‘democra-
tische dagen’. Het volk is in werkelijk-
heid helemaal niet machtig.

‘Zij worden beïnvloed?’

Natuurlijk. De tijdgeest is de grote
onderstroom die alles naar een be-
paald punt voert. De Schrift geeft
aan dat de geest van de tegenwer-
ker werkt. In wie? In de mensen in
het algemeen en is erg zichtbaar
in de zonen van de weerspannig-
heid (Efeziërs 2:1-3).

‘Geest is sterker dan de mens?’

O ja. De mens heeft niet door dat
hij wordt gemanipuleerd. Krachten
van buiten, allerlei wind van onder-
richt, de geest van de antichrist.
En wat te denken van het gehei-
menis van de wetteloosheid dat in
Paulus’ dagen al werkte?
De mens heeft geen vrije wil, en
moet doen wat het plan van God
(Plaats-er, Plaatstoewijzer) met zijn
of haar leven was en is.

‘Dan heb je niets te vertellen!’

De mens wikt, God beschikt:

Aan de mensheid behoren overleg-
gingen van het hart toe,
Van IEUE (Jahweh) komt het ant-
woord van de tong.
Al zijn wegen lijken voor de mens
vlekkeloos,
IEUE (Jahweh) reguleert de gees-
ten echter.      (Spreuken 16:1,2)

Het is de absolute overmaat aan
geest, waardoor de mens geleid en
gestuurd wordt. Alle geest wordt
door IEUE (Jahweh), de Plaats-er,
de richting gewezen. Niet de mens,
maar God bewerkt alles in overeen-
stemming met de raad van Zijn
–liefdevolle– wil (Efeziërs 1:11).