‘We gaan wel weer wat dieper op de dingen in.’
Is ook nodig in deze tijd van verloop van geestelijke waarheid. Ontelbaar
zijn de aanvallen op het unieke van Paulus’ boodschap en bediening.
Wanneer je iets daarvan begint weg te redeneren kom je op een hellend
vlak. Na verloop van tijd ben je alles kwijt wat de apostel van de natiën
werkelijk onderwees. Je zet –onbedoeld en ongewild- de tekst van de
Schrift naar je hand.
‘Je hoort ook zeggen: Jezus was een Jood.’
Hangt er van af wat je ermee bedoelt. Wanneer je bedoelt, dat Hij van
het volk Israël afstamde, dan is dat zo. Hij werd binnen de stam Juda ge-
boren. Zo bezien was Hij Jood. Hij was dat niet in religieuze zin, Hij trad
nooit toe tot het judaïsme. Maar, wanneer je daar aan wil koppelen, dat
wij dus moeten aansluiten bij Israël omdat Hij -als Hoofd van het lichaam
van Christus- Jood is, dan moet je meer Schrift meewegen. Anders ga je
te kort door de bocht. Dan komen we uit bij Paulus, hoe vervelend som-
migen alleen het noemen van deze naam ook vinden.
‘Wat weegt nog meer mee, dan?’
Wat de apostel schrijft over de nieuwe schepping. Wanneer je onze Heer
ziet als Jood, en je laat dat zwaar wegen in je denken, neem je onvoldoen-
de mee. Het grote punt is: Hij is als Jood (de Koning van de Joden zelfs)
gekruisigd, maar Hij werd ook opgewekt uit de doden – door Vader.
Hij is Eersteling van de nieuwe schepping. Na Zijn opwekking uit de dood.