Woord vandaag

‘We leven in een gevaarlijke tijd?’

De tijd dringt. In de bijbelstudie over het boek Openbaring kwam
dat ook even naar voren. De paus was in de Verenigde Staten en
leidde daar een interreligieuze bijeenkomst. Daardoor moet de
eenwording van de grote religies bevorderd worden, om straks
te komen tot één wereldreligie: aanbidding van de tegenstander.
Men zal straks het beest en het beeld van het beest moeten aan-
bidden
, anders wordt het de doodstraf.

‘Wij maken dat niet mee.’

Nee, wij worden precies op tijd met kracht weggenomen van de
aarde. Dat is ook een bijzonder genade moment. We mogen Vader
bijzonder dankbaar zijn dat Hij het zo regelt. We zijn zeer gelukkig
dat we bij het lichaam van Christus mogen horen. Zo onverdiend.
Helemaal naar Zijn voornemen en de genade, die ons in Christus
Jezus is geschonken vóór eonische tijden.

‘Dat is heerlijk om te weten.’

We mogen de boodschap van genade en heerlijkheid blijven uit-
dragen, zo lang het ons vergund wordt. Er bestaat veel tegenstand
en tegenwerking tegen die boodschap. Dat was in Paulus’ dagen al
zo en dat is nog steeds zo. Dat heeft te maken met het kruis en de
diepe betekenis daarvan. Dat maakt een einde aan al onze mense-
lijke pretenties. God heeft ons echter Zijn geest gegeven (en niet die
uit de wereld),
opdat wij zouden weten wat God ons in genade schenkt.

Woord vandaag

‘De woorden uit de brieven zijn voor mij kostbaar.’

In de brieven wordt regelmatig gesproken over waarheid. Gods
woord is de waarheid, bad de Heer in Johannes 17:17. En in de
laatste brief van de apostel van de natiën komt waarheid ook
naar voren. Dit is in de wereld steeds minder voorhanden. Je kunt
zeggen, zoals het populair ook wel gezegd wordt, dat de leugen
regeert
. Dat stemt overeen met wat Johannes schrijft, dat heel de

wereld in het boze ligt.

‘Je bent somber.’

Het is wat de Schrift naar voren brengt. We kunnen niet om de
Schrift heen, ook wanneer we graag de eenheid van de geest wil-
len bewaren. Het streven in de wereld is naar eenheid. Daarom
houdt men interreligieuze samenkomsten. Daarin probeert men
te vinden wat gemeenschappelijk is. Dat leidt onherroepelijk tot
het moeten opgeven van wat men als waarheid ziet, ook vanuit
het christendom
. Op wereldniveau wordt daar erg voor geijverd.

‘Hebben we onlangs nog gezien.’

Ja, en binnen het christelijk geloof streeft men ook naar eenheid,
terwijl men erg verdeeld is. Wanneer je de Schrift opent, juist on-
der gelovigen, is er onmiddellijk strijd. Want dan kan het zijn, dat
jouw opvatting niet juist blijkt. En dat je nog vast zat of zit aan aller-
lei tradities, die in het licht van Gods woord incorrect blijken.
En dat heeft vaak te maken met Paulus. De apostel die door God
geroepen werd om een unieke boodschap te brengen.

‘Men wil er dan niet aan?’

Hij werd geroepen –als instrument in Gods hand- om de waarheid
van God bekend te maken. De hoogste en diepste waarheden tref
je in zijn brieven aan. Het zet de rest van de Schrift in het juiste licht.
Dan wordt heel je geestelijk zicht veranderd. Velen maken dat niet
mee en schuiven zijn boodschap opzij. Of zij willen de woorden uit
zijn brieven anders uitleggen dan ze bedoeld zijn. Dat heet: naar je
hand zetten. En dat gaat niet. Gelukkig zorgt God er zelf voor dat
het woord bewaard blijft, het is niet gebonden aan een organisatie
of een lokale groep/gemeente, of hoe je het noemen wil.  

Woord vandaag

‘We leven in de tijd, die snel gaat.’

Wanneer de dingen die in het bijbelboek Openbaring staan, gaan
gebeuren, gaat het heel snel. Dat staat in het begin van dit boek,
in 1:1. Meestal vertaalt men met ‘weldra’ of ‘spoedig’.
Dit gaf de indruk, dat er niet veel tijd zou zitten tussen het schrij-
ven van deze boekrol en de vervulling ervan. Daardoor hebben de
tegenwerker en zijn personeel successen geboekt.

‘Er staat dus ‘snel’ in plaats van ‘spoedig’?

Dat is het. Wanneer het allemaal in vervulling gaat, gaat het snel.
We weten niet wanneer al die gebeurtenissen gaan plaatsvinden,
maar dat het dichtbij moet zijn, kan niet anders. Al wat de apostel
aan zijn geestelijk kind Timotheüs schrijft, vooral in de tweede
brief, is volop aanwezig in het christendom. Wat Timotheüs zou
doen, is kwaad lijden met het evangelie. En hij zou bij het woord
blijven en dat verkondigen.

‘Ja, en dat ongelegen of gelegen.’

Wanneer je dat doet, merk je dat er veel tegenstand tegen het
evangelie bestaat. Als je gewoon blijft bij wat de apostel heeft
mogen opschrijven, dan kom je onherroepelijk tegenstand en
tegenwerking  tegen. Men wil de waarheid van die woorden niet
en beroept zich op allerlei andere Schriftplaatsen, maar niet op
wat Paulus mocht brengen
. Dat gaat te ver, dat druist in tegen

de religieuze opvattingen van toen en nu.    

Woord vandaag

‘Prachtig, dat uitzicht wat we ontvingen.’

Het geeft licht en uitzicht in de dagen die we doormaken. We leven
in tijden, die toewerken naar de terugkeer van Jezus Christus op
aarde. Nadat Christus Jezus eerst afdaalde van de hemel om in de
lucht de gemeente snel weg te nemen van de aarde. Daar zullen
wij Hem ontmoeten. In de lucht. Dan zullen wij voor altijd met Hem
samen zijn. Zo nauw verbonden. Maar we zijn niet tijdens de 1000
jaar op aarde.

‘Maar Hij regeert toch in de 1000 jaar de aarde?’

Dat zeker, maar dat hoeft nog niet te betekenen, dat Hij ook let-
terlijk 1000 jaar lang op de troon in Jeruzalem zit. Net zoals de oude
koningin Elizabeth van het Verenigd Koninkrijk niet altijd op haar
troon in het paleis in London zit. Zij is veel vaker ergens anders en
helemaal niet op haar troon – letterlijk. Zo is de Heer Jezus Christus
niet letterlijk op de troon in Jeruzalem, maar Hij regeert Zijn volk
op aarde wel. De twaalf zullen namens Hem regeren over de twaalf
stammen van Israël. En die twaalf stammen regeren weer over heel
de wereld, alle volkeren.

‘De regering over de volkeren is dan niet aan ons?’

Wij wachten op onze bediening die boven is, voor de hemelse mach-
ten en krachten. Wij zullen Gods overstijgende rijkdom aan genade
aan hen tonen en tentoonspreiden. Een unieke bediening, die ons
hele domein beslaat. Ons domein is in de hemelen, waaruit wij de
Heer Jezus Christus als Redder verwachten. Dan gaan wij in ons he-
mels domein werken, ook onder Christus Jezus. Verder zullen wij in
de laatste eon, van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, niet alleen
aan de hemelse machten, maar ook bij gelegenheid aan Israël, het
evangelie dat nu moet klinken, verkondigen!