Woord vandaag

‘We hebben een toekomst, dat is erg waardevol.’

We zijn gericht op wat komt, net als Paulus. We leven elke dag op aarde en staan
met beide benen op de grond. Dagelijks dienen we de Heer in wat we doen. Zo prak-
tisch is het evangelie wat Paulus brengt. Maar, ons leven leven wij met het oog op
de geweldige toekomst die Hij ons geeft. Lijden zal dan verwisseld worden voor
heerlijkheid. Lees de tweede Korintebrief er maar op na. Dan lees je voortdurend
deze dingen.

‘Ja het zichtbare is van korte duur. Het onzichtbare eonisch.’

Het lijden is voelbaar op de bladzijden van de tweede Korintebrief. Maar wij heb-
ben deze schat in aarden vaten. Een mooie beeldspraak voor het feit, dat wij een
geweldig evangelie van binnen, in ons hart, meedragen. Het evangelie van de heer-
lijkheid van Christus, die het Beeld van de onzichtbare God is. Hij is verhoogd en
wij leven op Hem gericht. Hij is gericht op ons en bovenal op Zijn Vader. Hij houdt
ons vast en Hij heiligt en reinigt de gemeente.

‘Ja fijn, dat Hij dat doet. Hij wast onze voeten.’

Ja, dat Johannes 13 is een prachtige uitbeelding, profetisch/typologisch, wat de
Heer in deze tijd van de verborgenheid aan het lichaam van Christus zou doen.
Hij wast, geestelijk gezien, ons in het waterbad met Zijn uitspraak (Efeziërs 5:22-31).
Alle zelfheiliging en zelfreiniging is in feite een religieuze bezigheid. Hij, de Heer doet
dat! Hoe? Door Zijn Woord! Daarom heeft het luisteren naar het woord van de waar-
heid een reinigende werking. Ons hart en denken wordt op Hem gericht en daaruit
onze wandel in geloof. Met het oog op de heerlijkheid die komt!

Woord vandaag

‘Woensdagavond was boeiend, over Openbaring 3 en Mattheüs 24.’

Mensen willen kennelijk weten hoe het zit in dat profetisch woord, de belang-
stelling neemt toe. De volgende avond gaat over het boek/de boekrol van het
leven
, dat ook in Openbaring 20:11-15 genoemd wordt. We zullen dan zien wat

de Schrift ervan zegt, want alleen dat is bepalend. Velen weten helaas niet exact
hoe dat zit in de Schrift. Vandaar dat we dat onderzoeken en kijken wat daarvan
gezegd is.

‘Ja en teksten uit Mattheüs 24 worden vaak verkeerd begrepen.’

Zeker. We keken dan ook naar de tekst over deze generatie, Mattheüs 24:34.
Vaak wordt een bepaald jaartal genomen waarin iets belangrijks met Israël en/of
Jeruzalem gebeurde en vanaf dat moment gaat men 40 jaar tellen. Binnen die
tijd moet dan de Heer gekomen zijn. Eén voorbeeld daarvan is 1948, en men meen-
de dat de laatste jaarweek in 1988 moest beginnen of zelfs al voorbij moest zijn.
Zo ook 1967, de inname van Oost-Jeruzalem door Israëlische troepen.

‘Inderdaad wordt die tekst dan gebruikt, ja.’

Zeker, zeker. Daarom was het zaak om erop in te gaan, omdat het zijdelings bij
Openbaring 3:1-7 ter sprake kwam. Maar een andere lastige is de teksten van dat
er één weggenomen wordt en de ander achtergelaten, Mattheüs 24:40,41. Het
punt is daar, dat vlak daarvoor door de Heer gezegd wordt, dat de mensen bij de
grote vloed in de dagen van Noach weggenomen  werden. Dat hield toen in: door
het water verzwolgen en omgekomen. Dat wegnemen betekent daar dus: gedood
worden. Dat geldt ook in de aanwezigheid (Grieks: parousia) van de Heer: de één
zal weggenomen worden, de ander achtergelaten. Dat laatste is: op aarde en houdt
in dat die ander het koninkrijk binnengaat, de 1000 jaren in. Degene die weggeno-
men wordt, wordt dan gedood en heeft geen eonisch leven!

‘Dit gedeelte heeft dus niet te maken met de bazuin van God.’

Nee. 1 Thessalonicenzen 4 heeft niets, maar dan ook echt helemaal niets te maken
met Mattheüs 24. Dat zijn twee verschillende gebeurtenissen in Gods voornemen.
In Mattheüs 24 komt de Zoon van Adam op de wolken met grote kracht en heerlijk-
heid. In 1 Thessalonicenzen 4 worden de gelovigen weggerukt in wolken, tot een
ontmoeting van de Heer in de lucht. In 1 Thessalonicenzen 4 blijft de Heer in de lucht
en in Mattheüs 24 komt de Heer op aarde. Hij zal Zijn voeten zetten op de Olijfberg!
In Mattheüs 24 zien de stammen van het land de Zoon zoals in Zacharia 12 staat.
In 1 Thessalonicenzen 4 ontmoeten alle gelovigen van het lichaam van Christus de
Heer in de lucht!

 

Woord vandaag

‘Ons past inderdaad diepe ootmoedigheid, het is alles genade.’

De apostel is een voorbeeld van ootmoedigheid, daarin leek hij op zijn Heer,
Christus Jezus. Onderschikking is het grote einddoel van God. Lees maar in
1 Corinthiërs 15:27,28. Daar gebruikt hij maar liefst zes keer het woord onder-
schikken. Duidelijker kan het niet. Daarom is het voor een schepsel nu al de
juiste plaats om in onderschikking te staan en te leven. God is het hoofd van
Christus. Christus is het hoofd van de man en de man is op zijn beurt het hoofd
van de vrouw.

‘Moeilijk te verteren in deze tijd.’

Dat is altijd al moeilijk te verteren geweest. Alleen ligt het nu wat scherper
door de feministische beweging en de emancipatie. Ook onder gelovigen wil
men nog wel accepteren dat God het hoofd van Christus is en dat Christus dus
onderschikkend aan God is. Ook nog wel, dat Christus het hoofd van de man
is en dat dus de man onderschikkend aan Christus is. Maar als het gaat om de
man en de vrouw, dan wordt het een stuk lastiger.

‘Wonderlijke uitleg?’

Ja, men kronkelt dan in de uitleg om er aanvaardbaar uit te komen. Teksten
worden aangepast en ineens heel erg vanuit de culturele achtergrond opgevat
en begrepen. Men is in verlegenheid en draait er daarom omheen. Maar wat in
1 Corinthiërs 11 staat, is erg duidelijk. Heb je echt niets te maken met ‘die tijd’
en ‘cultuur’ en dat soort zaken. Het is de Schriftuurlijke lijn. En men heeft er ge-
garandeerd moeite mee, omdat het wijst op de voleinding: onderschikking.   

Woord vandaag

‘Prachtig, dat uitzicht op het grote einddoel van God.’

Het heil, de redding, is voor de velen. Volgens Paulus zijn dat ook echt allen.
Eén zorgde voor de intrede van de zonde en de dood. Adam. Daarom sterven
wij allemaal, alleen gaan niet allen dood. Wanneer wij levend de bazuin horen,
zullen wij veranderd worden. Alle doden in Christus worden dan opgewekt.
Talloze pogingen zijn ondernomen om 1 Thessalonicenzen 4:13-18 weg te re-
deneren. Men wil o zo graag de wegrukking van de gemeente ontzenuwen.

‘De tegenstander wil natuurlijk niet dat wij komen waar hij nu nog is.’

Wanneer wij weggerukt worden komen wij daar waar hij nu is. Wij erin, hij
eruit. Zo eenvoudig is dat. Dan wordt hij op aarde geworpen waarna hij rond
zal gaan als een brullende en briesende leeuw. Het wordt nu al ongezellig op
aarde, en dan wordt het nog veel ongezelliger. Maar ook dat moet gaan ge-
beuren. Het past in het grote plan van Vader.

‘Ja Hij heeft zelfs de verderver geschapen om te vernietigen.’

Ook die moet er zijn. De afbrekers zullen straks hun werk doen. En de grote
natuurcatastrofes zullen veel mensen doden in de eindtijd. Ook dat is niet
nieuw, in het verleden zijn ook rampen gebeurd waarbij zelfs miljoenen om-
kwamen. Alleen zal straks de omvang nog groter zijn. Dat is ontzettend. We
vergeten weleens, dat ook de zonden heel hoog opgestapeld worden. En dat
is ook ontzettend. Daar zal een einde aan moeten komen.

‘Net als in de dagen van Noach.’

Niet toevallig vergelijkt de Heer het einde van deze eon met de dagen van
Noach. Ook toen leefden de mensen er maar wat op los. Zij deden wat goed
was in eigen ogen. Ook nu is dat het geval. Het zal leiden tot aanbidding van
de wetteloze. Het beeld van het beest zal opgericht worden en er zal wereld-
wijd aanbidding geëist worden. Anders zul je omkomen. De Heer Jezus Chris-
tus zal dan ook precies op tijd komen en Zijn voeten op de Olijfberg zetten!