‘Er staat veel profetie in Zijn woord.’

In 1 Koningen 21:20-23 staat het slechte gedrag van Achab, de koning
van het noordelijke 10-stammen rijk, voorzegd. Hij weigerde het woord
van de profeet Micha –zoals voorzegd- en hij werd gedood. Ook staat er,
dat en hoe koningin Izebel gedood zou worden. Later lezen wij, dat dat
ook exact zo gebeurde.

‘Ja, deze dingen kwamen bijzonder nauwkeurig uit.’

Dat geldt voor heel de Schrift. Al wat tevoren geschreven werd, werd en
wordt nauwgezet vervuld. Geen ander boek wordt zo vervuld. We lezen
ook over de manier waarop koning Achab ‘toevallig’ gedood werd in 1
Koningen 22:34. Achab, vermomd alsof hij een gewone strijder was.
Iemand spande de boog in onschuld (Hebreeuws: tamiem, smetteloos)
en trof precies de koning.

‘Net als dat voorbeeld van die bijl waarvan het ijzer af vloog en iemand
doodde.’

Daar kun je het mee vergelijken, ja. De dingen die ‘per ongeluk’  gebeuren,
zijn niet toevallig. Het moet zo zijn. Wij hebben daar weinig kijk op, maar
God heeft werkelijk álles in Zijn hand. Ook de kennelijk ‘toevallige dingen’.
Iemand die in de strijd een boog spant en ‘zomaar’ een strijder treft, precies
tussen de delen van de wapenrusting. Waardoor koning Achab sterft!

‘Dat kan geen toeval zijn.’

We zien dus ook hier het verband met Ieue, die door de profeet alles voor-
zegt én het zo doet plaatsvinden. Ieue laat niets aan het toeval over. On-
danks de uitdrukkelijke instructie, dat de 32 aanvoerders alleen tegen de
koning van Israël mochten strijden, en niet tegen kleinen of groten, gebeur-
de het toch dat iemand ‘zomaar’ een pijl afschoot die de vermomde koning
trof. Dat moet dus door Ieue gebeurd zijn.