Woord vandaag

‘Wat een geweldig uitzicht geeft dat ‘mijn evangelie’ van de apostel
Paulus ons toch!’

Het is wonderlijk dat wij dat zijn gaan verstaan. Met ons hart. God heeftons de
ogen van ons hart verlicht. Dat is al iets om je over te verwonderen, telkens
weer. En door die verlichting van Zijn geest kun je de bijzondere boodschap
van ‘mijn evangelie’ beseffen en verstaan met je hart. Veel van deze dingen
worden niet of nauwelijks door de christenheid gekend.

‘We zijn enorm gezegend, mat al die geestelijke zegeniingen. Wat een heer-
lijkheid en een licht.’

Ja, en daar komt nog bij dat wij door het geheimenis van het evangelie
Gods houding naar de wereld leren kennen. Het is vrede. God was in
Christus de wereld met zich verzoenend. Hij rekent hun krenkingen
niet aan. Wij zijn ambassadeurs van het nu nog verborgen koninkrijk
van de Zoon van Zijn liefde. Ambassadeurs stellen zich diplomatiek op,
willen geen aanstoot geven en verkondigen vrede in hun houding.

‘We zijn bijzonder gezegend, we zijn veel rijker dan we beseffen.’

De heerlijkheid die we door dat bijzondere evangelie van Paulus ont-
vangen is zó groot. Laten we ons daarin verheugen, we zullen uiterst
verbaasd staan over wat we allemaal in Zijn dienst zullen doen, straks.
Nu staan we al in Zijn dienst, nu we nog op aarde zijn. We zijn door
Zijn kracht standvastig, onwankelbaar en steeds overvloedig in Zijn
werk, dat is: de roeping en opbouw van het lichaam van Christus!

Woord vandaag

‘We hebben het nu over Paulus, die spreekt van ‘mijn evangelie’. Dit
is wat we horen in deze tijd!’

Ja, hij gebruikt deze uitdrukking in Romeinen 2:16; 16:25 en 2 Timotheüs 2:8.
Het gaat dan niet om het evangelie van Christus, maar om het evangelie van de
heerlijkheid van Christus, die het beeld van de onzichtbare God is. Dit spreekt
dus niet langer van Zijn vernedering, aards lijden en sterven en opstanding, maar
om wat daarna gebeurde: de verhoging van Christus aan de rechterhand van de
Vader, Zijn verheerlijking ná Zijn opstanding uit de dood.

‘En Paulus spreekt ook van ‘ons evangelie’. Wat bedoelt hij dan? Zijn naaste mede-
werkers en hijzelf?’

Ja, en de gelovigen die zich bewust zijn van zijn evangelie, bij wie God het hart
heeft geopend (zoals bij Lydia, de purperverkoopster), zullen ook spreken van
‘ons evangelie’. Dat omvat dus niet alleen Zijn dood en opstanding, maar ook
Zijn hemelvaart en de heerlijkheidspositie die Hij nu bekleedt. Hij zit aan de
rechter(hand) van Vader. En die positie heeft grote betekenis.

‘Dat heeft gevolgen voor de hemelse machten en krachten?’

Ja, de tegenwoordige plaats van de Zoon heeft grote consequenties voor de
hemelingen. Dat geldt óók voor de nauwe verbondenheid die wij met Hem
hebben. Hij is ons Hoofd, en wij zijn Zijn leden, en wij delen daarom met Hem
die hoge positie, boven al die hemelingen! Ons leven is met Christus verbor-
gen in God. Als Hij geopenbaard wordt, zullen ook wij als zonen geopenbaard
worden in heerlijkheid!

‘Zo, dit is wel even wat om te verwerken, het is bijna niet te bevatten!’

Zeker. Deze hemelse positie van het lichaam van Christus, hoort óók
bij het evangelie, dat door Paulus ‘mijn evangelie’ en ‘ons evangelie’
genoemd wordt. Let op, dat hij in 2 Corinthiërs 4 alleen van Christus
spreekt, terwijl hij in Efeziërs duidelijk maakt, dat ook de leden van Zijn
lichaam omvat zijn in het evangelie van de heerlijkheid van Christus,
die het beeld van God is. Ook zij zijn in Christus een nieuwe schepping.
Daarom schrijft Paulus in Efeziërs 2: ‘Want Zijn maaksel zijn wij, die
geschapen worden in Christus Jezus
‘!

 

 

 

 

 

Woord vandaag

‘We zijn een aantal evangeliën langsgegaan. Nu heeft Paulus het over
‘mijn evangelie’; wat bedoelt hij?’

Hij bedoelt, dat hij een evangelie te verkondigen had gekregen, dat specifiek
aan hem toevertrouwd was. Het evangelie van God was voor een deel na te
gaan in Tenach. Maar voor een ander deel niet. Petrus en de anderen trekken
de lijnen door vanuit Tenach, maar Paulus predikte een bijzondere boodschap
die de zuivere genade van God naar voren brengt. De aardse komst en het lijden
en de opstanding van de Heer Jezus Christus waren voorzegd in de profetieën.

‘Paulus predikte meer dan dat? En is dat ‘mijn evangelie’ zoals hij aangeeft?’

Jawel, naast de aardse lijn van het koningschap van de Heer Jezus Christus over
Israël en de volkeren, is er de bijzondere boodschap als uitwerking van het lijden,
sterven en opstanding van de Heer Jezus Christus. Niet alleen een uniek evangelie
dat genade van God alleen tot redding en heil predikt, maar ook de uitwerking als
het gaat om de verheerlijking van Christus Jezus aan de rechterhand van God.
Dan noemt hij dat in 2 Corinthiërs 4:4,6 het evangelie van de heerlijkheid van
Christus, die het beeld van de onzichtbare God is.

‘En dat evangelie heeft te maken met verborgen dingen, geheimenissen?’

Ja, terwijl al de apostelen spraken van het aardse aspect van het geheimenis van
Christus, spreekt alleen Paulus over het hemelse aspect van het geheimenis van
Christus, dat Hij Heer en Hoofd is van alle hemelingen, dat Hij boven al de rang-
orden die daar zijn, gesteld is. En dat Hij hun redder is, en dat ook al die hemelse
machten en krachten eens hun knieën zullen buigen voor Hem!
Dat is het nog verborgen koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde, waar wij nu al
deel van uitmaken als leden van het lichaam van Christus!

‘Zo, nou dat is al heel wat, morgen meer?’

Morgen kijken we dieper in dit geweldige onderwerp!

Woord vandaag

‘Welke evangeliën zijn er nog meer? Wat is het evangelie van het koninkrijk?’

Dat is in feite de boodschap dat het openbare koninkrijk op aarde gevestigd
zal worden. Als de Koning daar is, begint ook het koninkrijk. De Heer Jezus
en Johannes de doper verkondigden dat: bekeer je, want het koninkrijk van
de hemelen is nabij gekomen! Dat is de aardse lijn, die al in de profeten ge-
trokken is en die in de evangeliën en zelfs Handelingen doorgetrokken wordt.

‘Dit evangelie heeft te maken met de aardse roeping van Israël?’

Jawel, het draait om de komst van het koninkrijk van God op aarde en dat
wordt in Mattheüs vaak ‘het koninkrijk van de hemelen’ genoemd. Het komt
namelijk van of uit de hemelen. Het gaat om het goede nieuws, dat het ko-
n
inkrijk zoals door de profeten aangekondigd, ook echt gaat aanbreken en
dat het alleen kan als de Messias, Jezus Christus, op aarde terugkomt.

‘Men meent toch nu dat evangelie van het koninkrijk te moeten prediken?’

Ja op basis van Mattheüs 24:14 stelt men, dat de gemeente eerst deze opdracht
moet vervullen en dat de Heer dan pas kan komen. Een enorme misvatting,
want ‘het einde’ waarover daar gesproken wordt, is niet de bazuin van God,
maar het einde van deze boze eon! En dat ligt wel wat later dan de bazuin!
Bovendien is ‘het evangelie van het koninkrijk’ prediken niet aan het lichaam
van Christus voorbehouden, maar aan de gelovigen uit de Besnijdenis ná de
wegrukking van de ekklesia, het lichaam van Christus.

‘Ja men is ook in praktisch opzicht bezig met dat evangelie, als men de berg-
rede ziet als iets om de praktijk proberen te brengen.

Dat is zo, ja. Als men dat gaat proberen wordt het niets, want dan ligt de lat
zó hoog, dat je daar nooit aan toe komt. Dus probeer het maar niet met de
bergrede om alles wat daarin staat, te volbrengen. Lukt je noooit. Het gaat
bij het evangelie van het koninkrijk dus om het aardse koninkrijk, het zal
zichtbaar zijn, onder het koningschap van Jezus Christus als Messias!

Woord vandaag

‘Het is goed om even de dingen op een rij te hebben. Het evangelie van
de genade van God is machtig!’

Het wordt ook ‘het evangelie van jullie redding’ in Efeziërs 1:13 genoemd.
Daar, in Efeziërs, wordt het als bekend verondersteld. Als een mens dat
evangelie gelooft, betekent het verzegeling met de geest van de belofte,
de heilige. Ditzelfde evangelie wordt in Galaten 2:7-9 ‘het evangelie van
de voorhuid (of: onbesnedenen)’ genoemd. Waarom? Omdat het wezen-
lijk verschilt van het evangelie van de besnijdenis, dat ook in Galaten 2
genoemd wordt.

‘Eigenlijk logisch dat Abraham dan genoemd wordt, want die was geen
Jood of Israëliet.’

Hij was geroepen in onbesneden staat, betoogt Romeinen 4. Hij geloofde,
en dat is het principe dat overeenstemt met genade. We zouden verstaan,
dat dit evangelie dus wezenlijk verschilt van dat van de besnijdenis. Bij
de Besnijdenis is die rite (besneden worden) een noodzaak om bij het uit-
verkoren volk te horen en een aardse roeping te hebben. Dat er op grond
van geloof alleen leden van het volk Israël bij het lichaam van Christus
zouden gaan horen, is duidelijk genoeg. Dat is meekomen op grond van
het evangelie van de voorhuid!

‘Ja de plaats van gelovigen uit Israël is in de tijd van Handelingen lastig
te begrijpen.’

Dat zorgt ook voor veel verwarring, discussies, verschillende opvattingen,
et cetera. We zijn bevoorrecht, dat we door de brieven Romeinen-Filemon
duidelijk zicht hebben op het unieke evangelie van de voorhuid. Daarin is
Gods genade het centrale gegeven. Daar waar in allerlei religies werken van
de mens -op welke manier dan ook- vereist zijn, is in dit evangelie God zelf
die alles bewerkt. Zijn Zoon, de geliefde, is het, die alles doet wat nodig is.

‘Dat is wat we beseffen en vreugde in ons hart geeft.’

We zijn gezegend. Absoluut. We hebben geen enkele verplichting die wij
moeten volbrengen om in de gunst van God te komen. We zijn volkomen
gezegend in die liefde van God in Christus Jezus. We hebben ook geen
verplichtingen die ervoor moeten zorgen, dat wij in de gunst van God
blijven. Wij zijn en blijven te allen tijde Zijn geliefde heiligen!