Woord vandaag

‘Uit het midden zou worden weggenomen?’

Men denkt soms dat dat om de tegenstander
gaat die uit de hemel op aarde wordt gewor-
pen (Openbaring 12:7-10). Dat is echter niet
uit het tekstverband van 2 Thessalonicenzen 2
op te maken. Paulus spreekt van wat op aarde,
Openbaring 12 van wat in de hemel gebeurt.

‘Een belangrijk verschil.’

Het woord ‘weggenomen’ is in de ncv in dun-
druk, dat woord staat niet in de grondtekst.
De tekst is: uit midden zou worden. Dat eerste
woord uit wijst op: van tussen uit en geeft aan,
dat iets eruit gaat. Wordt gebruikt bij de Heer
die opgewekt is uit de doden, ofwel van tussen
de doden uit
.

‘Ja zo kan het goed verwijzen naar de bazuin.’

Het is ook logisch. Als de gemeente is wegge-
nomen kan de wetteloosheid nog veel sneller
en verder doorwerken. Men zal dan de wette-
loze aanvaarden als de grote messias die al
de problemen (oorlog, terrorisme, klimaatver-
andering, economie, religieuze verdeeldheid)
oplost. Dat zal die ook doen, samen met de
valse profeet. 

Woord vandaag

‘De weerhouder is de gemeente?’

Het lichaam van Christus. Dat is het, wat
de onthulling van de wetteloze en de afval
tegenhoudt. Zoals we in onze verzen lezen:

…en nu weten jullie wat hem tegenhoudt…
…alleen totdat uit het midden zou worden
weggenomen die momenteel tegenhoudt…

Zo lezen we in vers 6, 7.
Waar het om gaat in deze verzen, is de
onthulling van de wetteloze

‘De gemeente houdt die onthulling tegen?’

Ja, dat kan niet anders. We lezen over iets
dat tegenhoudt. Paulus schrijft, dat eerst
de mens van de wetteloosheid onthuld
wordt. Pas daarna kan de dag van de Heer
komen met gerichten (vers 2,3).
Daarna gaat hij dieper in op dat onthullen.

‘Dat is het verband in dit gedeelte.’

en nu weten jullie wat hem tegenhoudt

om onthuld te worden
in zijn eigen era
(6)

en dan zal de wetteloze onthuld worden (8)

Dit gebeurt vanzelfsprekend op aarde. Er is
één tegenhouder op aarde: de gemeente.
Pas als die uit het midden zou worden wegge-
nomen
zal de wetteloze/de mens van de wet-

teloosheid onthuld kunnen worden. 

Woord vandaag

‘Nou, gisteren werd me wel wat duidelijk, ja.’

Ja, de Schrift verklaart zichzelf. En het tweede
aspect, van de afval, staat ook in Daniël 8:12

En aan het werd een menigte gegeven tot over-
treding tegen het voortdurende (ritueel/offer);
en het smeet waarheid op aarde. En het handel-
de en was voorspoedig.

Drie keer het in deze tekst verwijst naar de
kleine hoorn uit de voorgaande verzen van
Daniël 8. Het feit, dat deze kleine hoorn
waarheid op aarde smijt wordt door Paulus
als de afval aangeduid.

‘Wacht even, nu hebben we ze allebei.’

Ja, inderdaad. En vers 2 van 2 Thessalonicen-
zen 2 gaf aan, wat eerst moet komen, voor-
dat de dag van de Heer aanbreekt. Dat is wat
het zegt. Het gaat dus uitdrukkelijk niet om
wat eerst moet gebeuren voor de opzameling
van de gemeente.

‘Het wordt helder voor mij. Fijn.’

In vers 6 van 2 Thessalonicenzen 2 staat:

en nu weten jullie wat hem tegenhoudt om
onthuld te worden in zijn eigen era

Iets houdt de onthulling van deze mens tegen.
En dat niet alleen, het gaat om de mens van de
wetteloosheid
. Hij wordt in vers 8 zelfs kortweg

de wetteloze genoemd. Wat tegenhoudt kan
niets anders zijn dan 
de gemeente, het lichaam
van Christus.

Woord vandaag

‘De dag van de Heer komt met gerichten.’

Dat is wat de profeten gezegd hebben. Paulus
had met de Thessalonicenzen gesproken over
deze dingen, onder meer uit Daniël. Dat blijkt
uit wat hij in vers 5 schrijft:

herinneren jullie je niet, dat ik jullie, toen ik
nog bij jullie was, deze dingen zei?

‘Dat wordt weleens vergeten.’

Uit de beschrijving blijkt, dat hij over Daniël
heeft gesproken. Hij refereert aan de afval
en de mens van de wetteloosheid. In Daniël
8:9-12 staat over de kleine hoorn, dat die in
staat blijkt het voortdurende (ritueel/offer)
te verstoren en Zijn heiligdom neer te wer-
pen als plaats van aanbidding.

‘De kleine hoorn, wie is dat dan?’

Die wordt de mens van de wetteloosheid ge-
noemd. Volgens Daniël maakt hij zich groot
tegen de hemelse legermachten en tegen
de Vorst daarvan (Daniël 8:10,11). Dit komt
overeen met de omschrijving in 2 Thessalo-
nicenzen 2:4 :

die tegenstreeft en zich verheft boven alles
wat god genoemd wordt of voorwerp van
verering

Zo kun je Schrift met Schrift vergelijken, dan
wordt het duidelijk. Paulus geeft aan, dat deze
kleine hoorn eerst moet komen, voordat de
gerichten van de komst van de dag van de Heer
losbreken over de aarde.

Woord vandaag

‘Fijn om goed te kijken naar deze brief.’

De apostel wijst in het vervolgstukje naar
twee belangrijke dingen. Die moeten op
aarde duidelijk aanwezig zijn, dan pas zal
de dag van de Heer aanbreken
. Dat zijn:

de afval en de mens van de wetteloosheid.
We kijken naar vers 3.

‘Boeiend. Ik wil weten wat daar staat.’

laat niemand jullie misleiden op geen enke-
le manier: komt immers niet de afval eerst
en wordt niet de mens van de wetteloos-
heid onthuld, de zoon van de destructie…

Het probleem: is de dag van de Heer al
tegenwoordig op aarde, of nog niet?

Dáár gaat het om in dit hoofdstuk.

Door het woordje eerst laat Paulus zien,
dat de afval en de mens van de wette-
loosheid
zichtbaar moeten zijn. Pas dan

zal de dag van de Heer komen met de
aangekondigde gerichten.

‘Gerichten zijn Gods verontwaardiging?’

De aangekondigde gerichten waren in
Tenach (OT) al bekendgemaakt. Op een
studie
avond Profetisch Woord is daar uit-
voerig
over gesproken, deel 13:
 
http://www.da-ath.nl/?cat=18&paged=4
http://www.salvationofall-av.org/indexNL/Series/profetischwoord.htm