‘Tsjonge, dat van gisteren. Daar had je weer zoiets. Die verbanden in de
Schrift he. Heerlijk!’
We laten ons leiden door de Schriften, wat God spreekt. Dan blijf je dicht bij de
Bron van het woord en het leven. We vervolgen onze wandeling door Spreuken:
de gebaande weg van oprechten is zich af te keren van het kwade:
wie zijn weg in acht neemt, bewaart zijn ziel (Spreuken 16:17)
De ‘gebaande weg’ is letterlijk: de hoge of verhoogde weg. De oprechte is hij die
wijsheid heeft in plaats van goud (vers 16), het gaat om degene die gelooft en door
het Woord wijsheid heeft ontvangen. Het kwade is dat wat afwijkt van de onder-
wijzing van Jahweh. Dat woord horen en ter harte nemen doet je wijken van het
kwaad. Die les is al zo oud als de mensheid zelf. Eva luisterde naar de slang en
werd afgeleid van de woorden van God. Daardoor deed zij wat kwaad was in de ogen
van Jahweh. Adam volgde, want de slang wist het principe: via de vrouw benader
je de man het best.
‘Kan ik hieruit concluderen, dat onoprechtheid te maken heeft met afwijken van
de woorden van Jahweh?’
Zeker. Als Israël oprecht met Jahweh wandelt, is dat gevolg van het horen van Zijn
woord met geloof. Daar waar Israël afweek, was het niet oprecht meer met God.
Wie dus let op de weg die hij gaat, zal zijn ziel bewaken (Hebreeuws: sjamar). Je voet
zal niet afwijken naar links of rechts, als je verstandig acht slaat op de woorden van
Jahweh. Met de wijsheid van God in je hart wandelen: dát bewaakt je ziel. Dan ga je
niet langer kromme, maar rechte wegen – oprecht met God.
‘Heerlijk, om zo de Schriften te overwegen, ermee bezig te zijn.’
Onze wandel zou deze dagen bepaald worden door de wijze woorden van de apostel
Paulus, die sprak van een genade, die daarvoor niet bekend was gemaakt. Mensen
raken daardoor de tradities en religie kwijt en er komt in plaats daarvan vreugde in
het hart, een vreugde die blijft. Dan gaat je hart ook zingen en kom je als gelovigen
samen tot hetzelfde geluid: genade en verzoening, om niet, gratis, en dat geeft een
wandel in vrede met je omgeving, van de diepe vrede -door Christus- met God.