‘Als je het bijzondere evangelie van Paulus leest, ontdek je
gaandeweg iets van de grote genade die hij bekendmaakte.’
Dat is voor de hele christenheid een verlegenheid. Men weet zich
vaak geen raad met deze apostel, oftewel: wet wat hij schrijft. De
apostel van de natiën met zo’n bijzondere boodschap. Er werd de
nodige genade bekendgemaakt in Tenach, maar uiteindelijk waren
de verborgen aspecten niet bekend.
‘Zou je Paulus ‘de apostel van de verborgenheden’ kunnen noemen?’
In zekere zin wel, alhoewel hij tot op vandaag de dag niet veel kwijt kan
aan bekendgemaakte verborgenheden. Men staat daar niet open voor.
Men heeft liever Kefas (Petrus) of Johannes, de apostelen van de besnij-
denis. Of: ‘geef mij de bergrede maar’. Of: ‘geef mij de woorden van Jezus
maar’. In feite bedoelt men daarmee te zeggen dat men de woorden van
Paulus nietbegrijpt, niet wil, of niet kan accepteren. Omdat het in hun
kraam (al dan niet theoogisch) niet te pas komt.
‘Maar Petrus schreef toch wel fijne woorden?’
Natuurlijk zijn de brieven van Petrus ook het woord van God. Maar Luther
was er al achter, dat je wel moet kijken aan wie wat door wie geschreven is.
Het word je dan na misschien wel jaren lange studie duidelijk, dat de woor-
den die Paulus noteerde, nóg fijner zijn en nog wel wat stapjes verder en dus
dieper gaan.
‘Geef je dan niet teveel eer aan Paulus en niet aan de Heer?’
De Heer wordt juist door de woorden van Paulus het meest vereerd! Ook
Petrus geeft toe, dat de woorden van Paulus moeilijk te begrijpen zijn.
En opmerkelijk genoeg zegt Petrus daarbij, dat vele mensen de woorden
van Paulus verdraaien tot hun eigen verderf. Met andere woorden: men
wil Paulus vaak nogal eens laten zeggen wat hij nooit gezegd of bedoeld
heeft! En dat heeft weer te maken met de genade die hij mocht spreken!