Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

14 juli 2017
‘Genade en waarheid door Hem.’

de wet werd door Mozes gegeven;
genade en waarheid zijn door Jezus
Christus geworden
Johannes 1:17

Later schrijft Paulus aan de ekklesia
in Kolosse (1:6):

vanaf de dag, dat jullie de genade
van God in waarheid hoorden en er-
kenden…..

‘Ze hadden de waarheid gehoord.’

In vers 5 van Kolossenzen 1 staat:

waarover jullie tevoren hoorden in
het woord van de waarheid van het
evangelie….

Het goede nieuws vertelt de waar-
heid, dat God Redder van alle men-
sen is. Die ene Middelaar, een Mens
Christus Jezus, gaf Zichzelf tot over-
komstig losgeld voor allen (1 Timo-
theüs 2:5,6).

‘Dat is echt heerlijk goed nieuws.’

Je raakt er niet over uitgedacht. We
weten, dat het wáár is. God wil, dat
alle mensen gered worden en tot er-
kenning van de waarheid komen (1
Timotheüs 2:4). En wat dat is, staat
direct in het vervolg (vers 5,6). Alle
mensen zijn vrijgekocht. Het is een
kwestie van tijd, dat zij weten en er-
varen wat dat betekent!

13 juli 2017
‘Wel duidelijk gisteren.’

De waarheid, dat alles uit God is, en
dat God de Schepper van alles is, is
steeds voorwerp van discussie. De
slang (nachasj) bracht snel dat ene
woord van God in twijfel. ‘Ja, God
heeft wel iets gezegd, en heeft Hij
dat ook zo bedoeld?’

‘Twijfel maken over het Woord.’

Daar is hij meester in. En in het ver-
lengde daarvan stelt hij ook vragen
bij Gods trouw en liefde. Alsof God
niet eerlijk zou zijn in wat Hij zegt.
Gods toegenegen houding naar de
mens bleek uit de prachtige omge-
ving waar het eerste mensenpaar
in leefde.

‘Geliefd is de mens.’

Dat is zo waar en wordt steeds in
twijfel gehouden. God is liefde en
dat zicht op Hem wordt aangeval-
len. Net als Zijn almacht en genade.
Deze dingen vallen allemaal onder
de waarheid waar Paulus in 1 en 2
Timotheüs over spreekt.

12 juli 2017
‘God is de Schepper.’

De uitspraak van Romeinen 11:36 is
duidelijk. Alles is uit God. Schepping
van hemelen en aarde, de neerwer-
ping, het herstel; alles komt uit de ene
Bron. Ook van de mens wordt duide-
lijk, dat Gods hand de mens schiep.

‘Geen evolutionair proces?’

In Genesis 2:7 lezen we:

en IEUE Alueim (HEER God) vormde
Adam van het stof van de aardbodem
en blies de adem van de levenden in
zijn neusgaten; zo werd de mens een
levende ziel

Is helder. We lezen niet, dat de mens
voortkwam uit dezelfde voorouder als
de aap. God formeerde de mens uit de
bovenste laag van de aarde.

‘Adam gaf de aap een naam.’

Vanaf het begin was de mens aange-
steld om te regeren over de dieren.
Dat blijkt onder meer uit het namen
geven aan de dieren. Je geeft naam
aan iets als je daar boven staat. God
bepaalde, dat Zijn Zoon Jezus moest
heten. Jozef (…) en Mirjam (Maria) ga-
ven Hem vervolgens die Naam.

11 juli 2017
‘Alle waarheid is van God.’

Iets dat essentieel is, is dat God ook
wérkelijk God is. Romeinen besteedt
daar aandacht aan:
..die veranderen de waarheid van God
in de leugen, en zijn vereerd, en dienen
het schepsel eerder dan de Schepper
                             Romeinen 1:24,25

‘Dat is nogal wat.’

Mensen wijken o zo snel van de waar-
heid af. We zijn gezegend wanneer we
dat woord van de waarheid van het e-
vangelie kennen en belijden. We ken-
nen God daardoor, steeds meer in de
waarheid uit Gods woord.

‘Hij is onze Maker.’

Dat wordt ook bestreden, steeds meer
christenen denken dat aap en mens
een gemeenschappelijke voorouder
hebben. Dan wijkt men dus af van de
waarheid. In Genesis lezen we toch
anders; God schiep de mens op dag
zes. Daarna, in de zevende, stopte
God met Zijn herstelwerk

10 juli 2017
‘Paulus verkondigde waarheid.’

1 Timotheüs 6:4 en 2 Timotheüs 2:14
spreken over woordenstrijd. En in ver-
band daarmee de aantasting van de
waarheid. Timotheüs zou zich niet in
zoiets begeven. Daar staat bij, dat het
met vragen stellen te maken heeft.

‘Allerlei vragen leiden tot strijd.’

Dat geeft de apostel aan. En wat uit
zo’n strijd naar voren komt is niet al
te positief: afgunst, ruzie, lasteringen,
slechte verdachtmakingen, en door-
gaande twisten/ruzies. En een ken-
merk van zulke strijdende mensen is:
….beroofd zijn van de waarheid….

‘Ze zijn de weg kwijt.’

En de waarheid, en te vrezen is: ook
het leven. Ze erkennen de Heer niet
als Hoofd van het lichaam. Zij willen
vaak zelf macht over gelovigen heb-
ben. Helemaal tegenovergesteld aan
de gezindheid van Christus. Die is oot-
moedig (laag) terwijl zij hoog willen.