7 juni 2018
‘Paulus sprak genade.’
Paulus bidt om liefde met fijngevoelig-
heid in Filippenzen 1:9. Naast de erken-
ning bidt hij om fijngevoeligheid. Dat is
nog extra, naast de liefde. We zouden
de waarheid in liefde doorgeven. Het is
vaak gemakkelijk om mensen hard met
waarheid te confronteren. Daarom is
in liefde (van God) zo’n belangrijke toe-
voeging. De toon en omringende fijn-
gevoeligheid is zó belangrijk.
‘Eergisteren Filippenzen.’
Timotheüs was een bijzondere mede-
werker in het evangelie van Paulus. In
Lystra had hij de apostel gehoord en
de oren gingen open voor het evange-
lie van de genade van God. Daarna ge-
bruikte God Timotheüs in veel dienst-
werk. Tot opbouw van het lichaam van
Christus en uitroepen van mensen. De
God en Vader verandert mensen; Hij
werkt door, ook vandaag. We reken-
en daarop. Biddend: het woord van de
Heer mag rennen.
‘En verheerlijkt wordt.’
Dat woord staat bovenaan. Zeggen dat
je God liefhebt en Zijn woord afwijst:
dat gaat niet. God is per definitie een
sprekende God. Plaatselijke gemeentes
zouden dat bovenaan zetten. Om gena-
de van God uit te dragen. Helaas heb-
ben de gelovigen het omgedraaid en
staat de boodschap van de wet (of reli-
gie) centraal in veel gemeentes en ker-
ken. Dan heb je geen evangelie, Dus
gaan wij door in de grote verwachting
van de heerlijkheid van God.