Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

24 juli 2017
‘We zijn begenadigd.’

Ja, wij zijn geroepen en door Zijn ge-
nade. In feite staat boven ons leven
de almacht van God, Die ons liefheeft.
Paulus wist, dat hij vanaf de moeder-
schoot (vóór zijn geboorte) afgezon-
derd was. Het was al bepaald welke
weg hij zou gaan.

‘We zijn klein als mens.’

We krijgen antwoord in de brieven
over ons bestaan.

de Schrift sluit allen tezamen in onder
de zonde, opdat de belofte uit het ge-
loof van Jezus Christus zal zijn voor
hen die geloven
                                      Galaten 3:22

We waren opgesloten onder de zonde
en konden daar niet aan ontsnappen.
Het woord tezamen opsluiten wijst er-
op, dat wij daarin gevangen zaten.

‘Onze redding is dus 100% genade.’

Het is dan ook uit het geloof van Jezus
Christus dat wij als gelovigen gered zijn.
Het geloof is ook genade (Filippenzen 1:
29). We konden zelf niet, en door Hem
wel ontkomen aan de zonde als macht.
Onze kracht, wijsheid, inzicht; het stelt
niets voor. Zijn kracht, Zijn wijsheid, Zijn
inzicht, Zijn geloof; dank U wel!

23 juli 2017
‘Leven en kracht in Christus.’

De levende Heer aan Gods rechter-
hand. Die hebben we leren kennen,
door

het evangelie van de heerlijkheid van
Christus, die het Beeld van de onzicht-
bare God is
                                  2 Corinthiërs 4:4

Een machtig evangelie, dat een licht-
glans heeft, dat door velen niet gezien
wordt. Men heeft vaker Jezus hoe Hij
op aarde was op het oog.

‘Dat is toch niet verkeerd?’

Er wordt veel geweldigs over Hem ge-
tuigd en gezegd. En we kunnen niet
zonder de verslagen van deze vier:
Mattheüs, Marcus, Lucas, Johannes.
Hij is het licht van de wereld, dat is zo.
Verschil is, dat Hij allerlei uitspraken
deed, aan Zijn volk Israël gericht. Die
kunnen we niet op onszelf toepassen.

‘Tot onderwijzing, lering geschreven.’

Heel de Schrift is God-geademd en als
zodanig een eenheid. We lezen met on-
derscheid, want de brieven van Paulus
zijn rechtstreeks voor de gemeente. De
rest is grotendeels voor het volk Israël
bedoeld. Ons tot lering en onderricht,
maar zijn niet van toepassing op het
lichaam van Christus. Het evangelie van
Zijn heerlijkheid is voor ons hart.

22 juli 2017
‘En wij? Ook op weg?’

Net zo goed als Abraham zelf, zijn
wij ook op weg. Verder op de weg van
het geloof.
God gaat Zijn weg met ons, en heeft,
net als bij Zijn Zoon, vreugde aan ons
voorgesteld. De heerlijkheid, na het
lijden. Wat een uitzicht!

‘Net als Abraham.’

Die wist ook niet waar hij zou komen.
Het beloofde land kende hij nog niet.
Zo kennen wij wat toekomstig is, bo-
ven, ook niet. Toch gaan wij verder in
geloof, net als Abraham, Izaäk, Jakob.
Ondanks tegenslag en tegenstand.

‘Aan Gods hand.’

We zijn bemoedigd en begenadigd
wanneer we dat beseffen. In al wat
tegenzit, werkt de hand van God.
We leren, net als Paulus, dat te zien
als passend in Gods plan:

niet, dat ik spreek over gebrek; ik leer-
de immers tevreden te zijn waarin ik
ben….in ieder aspect en in alle om-
standigheden ben ik ingewijd….in al-
les ben ik sterk in Hem, Die mij kracht
geeft:Christus!
                          Filippenzen 4:11-13

21 juli 2017
‘God schenkt genade en roept.’

God doet Zijn woord horen, dat geloof
wekt in een door Hem geopend hart.
Lydia schonk aandacht aan wat Paulus
sprak, doordat God haar hart opende.
Maria bewaarde de woorden van de
hemelse boodschapper in haar hart.
Ook dat was door Gods geest gewerkt.

‘Fijn om dat zo te lezen.’

God kan niet liegen. Vader laat alleen
waarheid spreken door Zijn profeten
en apostelen. De Joden konden bij ge-
legenheid de waarheid niet accepte-
ren. De Heer Jezus was met hen regel-
matig in conflict, discussie. Zij zeiden
van zichzelf dat zij Abraham tot vader
hadden. De Heer zei wat anders.

‘In Johannes?’

In Johannes 8:40 zegt Hij tegen hen:

En nu zoeken jullie Mij te doden, een
Mens Die tot jullie de waarheid heeft
gesproken die Ik van God hoorde. Dit
doet Abraham niet.

Abraham integendeel geloofde Hem,
Die toen met hem sprak. Hij kon op
weg met de waarheid die Hij hoorde.

19 juli 2017
‘Wonderlijk, hoe Gods plan gaat.’

In de tijd roept God enkelingen die
Hij ook geloof geeft. Want dat laatste
is een genadegeschenk. Abram werd
uit Ur van de Chaldeeën geroepen, en
daar werd de maangod vereerd. Uit
die hele geestelijk duistere omgeving
ging Abram op weg.

‘Hij is voorvader van Jezus Christus.’

Dat zegt Mattheüs 1:1, het eerst vers
dat je leest als je het NT, de Griekse
Schrift opent. Abram is een prachtig
voorbeeld hoe God werkt in de tijd:

de God van de heerlijkheid verscheen
aan onze vader Abraham toen hij nog
in Mesopotamië was, voordat hij in
Haran woonde
                                   Handelingen 7:2

‘God nam het initiatief.’

Opvallend genoeg wordt God daar
door Stefanus de God van de heer-
lijkheid genoemd. Het lijkt erop, dat
Hij iets van Zijn heerlijkheid aan de
eerste aartsvader toonde. In feite is
dat ook genade, want God had hem
daar ook kunnen laten zitten, en had
hij Hem niet kunnen leren kennen.