Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

29 juni 2017
‘Men week al snel af.’

Het ging bijna gelijk op met de verkon-
diging van de waarheid van het evange-
lie. In Galaten 2:4,5 lezen we:

maar vanwege de binnengesmokkelde
valse broeders….hebben wij het voor
hen geen moment laten lijken op onder-
schikking

Voor wie niet? Voor de apostelen van
de besnijdenis (en anderen). Dat blijkt
uit vers 9.

‘Waarom was dat toen zo nodig?’

Omdat het ging over twee evangeliën,
dat van de Besnijdenis en dat van de
voorhuid. Waar het om draaide, was:
waarheid en (dus) vrijheid. In het slot
van vers 5 lezen we hoe belangrijk de
houding van Paulus en Barnabas in die
ontmoeting in Jeruzalem was:

opdat de waarheid van het evangelie
voortdurend bij jullie blijft

‘De strijd was toen al volop bezig?’

De valse broeders waren erop uit om
niet alleen:

onze vrijheid, die wij in Christus Jezus
hebben, te bespieden,       (vers 4)

maar om uiteindelijk:

ons tot slaverij te brengen (vers 4)

Dáárom schreef de apostel zo fel in de
Galatenbrief. Het ging om de waarheid
die vandaag moet klinken:

het evangelie van de genade van God.

Dát is wat werkelijk vrij maakt en je in
vrijheid doet staan.

28 juni 2017
‘Gezonde woorden, gezond geloof.’

In Paulus’ dagen gebeurde het, dat hij
schipbreuk leed. Toch werden alle 276
opvarenden gered. In Handelingen 27
wordt dat verhaald. Een bijzonder mo-
ment. Geestelijk gezien gebeurde het,
dat bij mensen het geloof schipbreuk
leed, zoals Hymeneüs en Alexander.

‘Dat gebeurde door harde wind?’

In die tijd had je onmondigen in het
geloof, die, meegedragen door iedere
wind van leer, zwalkten (Efeziërs 4:14).
In 1 Timotheüs 1:20 noemt Paulus die
twee voorbeelden en in vers 4, 5 had
hij het over andersoortig onderricht,
mythen, eindeloze geslachtsregisters.

‘Wat is andersoortig onderricht?’

In vers 7 van 1 Timotheüs 1 noemt hij
de leraars van de wet. Die kennelijk erg
stellig (fanatiek) waren in het opleggen
van allerlei verboden en geboden. Het
andersoortige daarin is, dat zij niet de
genade van God, maar iets anders pre-
dikten. Zij weken af van de waarheid.

27 juni 2017
‘We zijn overtuigd door waarheid.’

Het is de geest van de waarheid, die
daarvan getuigt. Het is die geest, die
door de Heer Jezus beloofd was. Dat
markeert onze redding:

in Hem ook zijn jullie, die het woord
van de waarheid horen, het evangelie
van jullie redding, in Hem ook zijn jul-
lie, die geloven, verzegeld met de geest
van de belofte, de heilige
                                       Efeziërs 1:13

‘Het woord van de waarheid.’

Het gaat om het woord, dat de apostel
Paulus verkondigt. Dat vloeit voort uit
de waarheid, die van God komt. Waar-
heid, die onder meer het evangelie van
onze redding omvat. Het is het goede
nieuws: God is Redder, door Zijn gelief-
de Zoon.

‘Ja, alle redding is uit God.’

Het is niet alleen waar, dat God Redder
is, het óók waar, dat de gemeente een
speciale roeping kent afzonderlijk van
Israël. Twee roepingen, twee sferen van
zegening, hemelen en aarde. Dat is alle-
maal waarheid, die je niet kan ontken-
nen. Uitgedrukt in gezonde woorden.

26 juni 2017
‘God alles in allen, ook je kinderen.’

Kinderen gaan soms niet de weg van
het geloof van de ouders. Dat is zo, en
veel ouders hebben daar verdriet van.
Ook de grootouders, als die ook gelo-
ven. Er zal voor kinderen dagelijks erg
veel gebeden worden. Maar dat is ook
geen garantie dat ze geloven.

‘Wij weten dat niet van tevoren.’

Nee, God bepaalt het. Sterker: het lag
al voor de eonen vast in Zijn plan. God
kan dat zo doen, omdat Hij vanaf het
begin het einde kent, overziet. Voor
Hem bestaan geen verrassingen. Wij
weten niet wat moet zijn, daarom is
gebed en dank bij ons.

‘Kinderen ook gered.’

Bij allen horen ook de kinderen, die
ons in genade toevertrouwd werden.
Heerlijk is, dat God hun hele weg al
bepaald had voor ze geboren werden.
Hij laat ze -net als wijzelf- door allerlei
ervaringen gaan, kwade en goede. Op-
dat ook zij uiteindelijk erkennen wie
God is en Hij ze bovenmate liefheeft,
in en door Zijn geliefde Zoon.

25 juni 2017
‘We hebben uitzicht op heerlijkheid.’

Dat zal komen en het zal het lijden en de
verdrukkingen van nu vér overtreffen.
Dat is geen vage toekomst, dat is net zo
realistisch als dat morgen de zon schijnt.
Het lijden is reëel, verdrukkingen ook,
en net zo echt en werkelijk is de heerlijk-
heid waar vooral Paulus van spreekt.

‘Ik word er blij van, als ik dat bedenk.’

Zo’n uitzicht; je kunt het niet zelf ver-
zinnen. Gods woord biedt dat. Niets is
heerlijker voor te stellen. Uiteindelijk
zal God werkelijk alles in allen zijn. De
weg ernaar toe is lang; soms vraag je
je af hoe lang het nog moet. Maar wat
ook gebeurt; we zijn in Vaders hand.

‘Dan is het goed, Hij is trouw.’

Ja, mogen de woorden opbouwen,
dat doen ze, want het is Zijn woord.
Hij gaat Zijn weg met ieder van ons.
Kijk naar de volharding van Job, ja:

’jullie zien de voleinding van de Heer,
want zeer mededogend en medelij-
dend is de Heer’          Jakobus 5:11

Dat is het slotakkoord van het leven
van Job. Dit is wat heel de schepping
zal ervaren!