‘Heel fijn wat wij gisteren zagen, die vergeving van de krenkingen
uit Efeziërs 1:7.’
En dat is zelfs in overeenstemming met de rijkdom van Zijn genade.
Vergeving betekent, dat God het laat gaan, het is van (je) af laten, als
je het erg letterlijk zegt. Het is meer dan in de evangeliën werd gezegd.
Hier bevinden we ons in familie-sfeer. God is onze Vader en wij zijn
zonen van Hem. Het is niet, zoals bij Israël, een Koning die zijn onder-
danen vergeeft, op voorwaarde de schuld kwijtscheldt.
‘He, dat is mooi om even die verschillen te zien.’
Men mist vaak wat Paulus erbij zegt: ‘in overeenstemming met de rijk-
dom van Zijn genade‘. Het niveau is veel hoger. Velen kijken alleen
naar het begrip ‘vergeving’ en denken dat het altijd precies hetzelfde is,
los van het tekstverband waar het in staat. Dat is niet zo. Paulus’ bood-
schap is uniek ten opzichte van die van de besnijdenis.
‘Bij de Thora gaat het toch om de zegen en de vloek?’
De Thora is heilig, rechtvaardig en goed. De Thora is geestelijk. Dat
schrijft Paulus ervan in Romeinen 7. Ook schrijft hij in Galaten 3, dat
Christus ‘ons’ (Israël – Paulus) vrijkocht van de vloek van de Thora.
Het voorwaardelijke dat in de Thora (wet) zat, is verdwenen. We lezen
ervan in Deuteronomium 28. Een heel hoofdstuk lang met zegen en
vloek.
‘Wij leven juist in en onder Gods genade, dat is toch uniek?’
Zeker! Een kostbare zaak, die wij niet uit onze handen zouden geven,
door wie dan ook! Wij hebben geen stutten (gebodjes en verboden)
nodig. Wij leven in de vrijheid van Gods genade, die ons door en in
Zijn geliefde Zoon vrij heeft gekocht. Zo kunnen wij, ongehinderd
door de dreiging van wat dan ook, Hem dienen, met vrijmoedigheid.
Zo’n leven is echt léven, ook vandaag weer, volop in de Zo(o)n!