Sprekersrooster Rotterdam

Zondag                             liturg                                  spreker

2 oktober 2011            F.H. Erkens jr                D. Gorter
9 oktober 2011            J. de Goede                      A. Piet
16 oktober 2011          C. Maissan                       P. van ’t Veer
23 oktober 2011         T. Voorwinden            G. Bernouw
30 oktober 2011         M. Markus                       A. v.d. Wal
6 november 2011      jongerendienst            jongerendienst

Woord vandaag

‘God zal zeker alles in allen zijn, dat is geweldig!’

Heel bijzonder, dat wij dat écht kunnen geloven. Al wat daar tegenin
gaat,
komt of uit de duivel of uit mensen. In beide gevallen wil het
schepsel zich in plaats van God stellen. De tegenstander wil de mens
doen geloven, dat hij de grote overwinnaar is omdat hij erin slaagt de
grote meerderheid van de mensen voor eeuwig verloren te laten gaan.

‘In het evangelie naar Paulus is God en Zijn Christus groot overwin-
naar. Je kunt gewoon geloven wat er staat!’

God laat niets verloren gaan. Hij is liefde en rechtvaardig en heilig. Om
de zonde moest Zijn geliefde Zoon gekruisigd worden. Hij werd tot zonde
gemaakt, op dat wij in Hem Gods gerechtigheid zouden worden. Zo lost
God het probleem van de zonde op: door een andere zonde, namelijk de
smadelijke dood van Hem. Dat was een zonde, want de zondeloze werd
gekruisigd, de dood van een misdadiger. Dus: zonde voor zonde!

‘Dat is wel heel bijzonder, zo heb ik het nog nooit bekeken!’

De zonde van Adam wordt weggedaan door een andere zonde: dat wat
de laatste Adam werd aangedaan. De mensheid zondigde door Hem te
kruisigen. En toch bracht dat de grote verlossing omdat Hij de zonde
van de wereld gedragen heeft. Dat is een diepe waarheid. En nu de zon-
de is weggedaan -voor God- kan het heilsplan zich verder ontrollen.

‘Als je zo kijkt naar Adam en de laatste Adam, heeft het doen en laten
van de mens geen invloed.’

Uiteindelijk niet, nee. Dit zijn de hoogste overwegingen, zoals Paulus
die toont in Romeinen 5 en 1 Corinthiërs 15. Wat Adam en de laatste
Adam (Jezus Christus) doen, is beslissend voor alle mensen. En omdat
de ene daad van gerechtigheid van die Ene gedaan is, zal het komen
voor alle mensen tot rechtvaardiging en leven! Wat een evangelie he!

Woord vandaag

‘Dat God echt alles in allen wordt, is tegenstrijdig aan de christelijke leer.’

Zo in de tijd zie je in het christendom leringen die een hele sterke, over-
winnende tegenstander ziet en een hele zwakke God, die maar moet af-
wachten welke mensen voor of tegen hem kiezen. Dit zal voor heel wat
kerkelijke mensen te Arminiaans klinken, maar zeggen dan weer dat je
het allemaal moet afwachten, of God je wel of niet uitverkoren heeft.

‘Zo dat is wel weer even een opening voor vandaag zeg.’

Het christendom heeft in het kielzog van Augustinus een hele sterke
duivel, want die lukt het om werkelijk de overgrote meerderheid in de
eeuwige hel te krijgen. Slechts een kleine minderheid wordt behouden.
Dat is als je de officiële leringen van de kerk der eeuwen volgt. Daar ge-
tuigt artikel 37 NGB van. Overigens lijkt het mij, dat niet veel predikan-
ten daar uit preken op zondag.

‘Ze zouden dan ook uit de Schrift moeten preken.’

Dat wel, want in de Schrift kom je de voorstellingen uit artikel 37 niet
tegen. Als je dit verschrikkelijke artikel toetst aan de Schrift, blijft er niet
veel van over. Paulus kende deze voorstellingen niet. Paulus leerde, dat
God Redder van alle mensen is, in het bijzonder van de gelovigen. Het
een sluit het ander niet uit. En als de gelovigen van nu door en uit genade
van God gered zijn, dan volgt daar automatisch uit, dat God Redder van
alle mensen is!

‘Leg eens uit?’

Gelovigen nu, maar denk ook aan Abram, die de Algenoegzame (El-Sjaddai)
kende, zijn door en uit genade gered. Zij hebben er dus niets voor kunnen
doen. Als de Schrift laat zien, dat het Gods doel is, dat alle knie zich zal bui-
gen en dat alle tong zal belijden, dat Jezus Heer is, dan volgt daaruit dat het
alleen te danken kan zijn aan Gods genade. God is de grote Overwinnaar over
alles wat daar nu nog tegenin gaat. Maar alles zal moeten wijken, omdat Zijn
genade groter blijkt dan alle zonde en vijandschap, en Zijn kracht groter
blijkt dan alle tegenkrachten. God zal dan ook zijn: alles in allen!

Woord vandaag

‘Dat was een mooie afsluiter gisteren. Zaterdag stond het bij het stukje
‘Opmerkelijk’.’

Toch bijzonder, hoe Abram God leerde kennen als de Algenoegzame. Dat is
misschien een wat moeilijk woord, maar de strekking is denk ik door die
stukjes wel helder geworden. Niet Abrams inspanningen gaven heil en een
zoon, maar die van God! El-Sjaddai is degene die álles bewerkt. Het vlees is
niet bij machte iets te doen voor God.

‘Dat is een bijzonder onderwijs uit Zijn woord.’

Velen wíllen daar niet aan, zij zijn net als de oudere broer van de verloren zoon,
religieus. Zij doen alles wat goed is, zijn niet de bloemetjes buiten gaan zetten,
hebben er niet op los geleefd. Altijd maar weer netjes en doen wat vader wil, ook
al ging dat heel vaak met innerlijke tegenzin. Later beroemen zij zich daarop en
achten zich beter dan de jongere broer, de verloren zoon. Eigenlijk was de oudere
nog meer verloren dan de jongere.

‘Die vader he, die blijft mij geweldig boeien, zo vol liefde.’

Een werkelijk prachtig beeld van God zelf als Vader. Hij staat op de uitkijk in Zijn
plan van eonen, totdat al die verloren zonen, al die mensen, maar ook al die heme-
lingen, weer thuis komen. En is er dan een dichte deur, is er ‘geen toegang’?
Nee! Niets van dat alles! Vader staat op de uitkijk en omarmt de verloren zoon, die
weer teruggevonden en teruggekeerd was. Eindelijk thuis! En nu kon de Vader ook
weer naar binnen. Ook Hij kwam thuis.

‘Net zoals André Piet op zijn site heeft staan:  In the end everything will be okay.
If it’s not okay, then it’s not the end.’

Ja mooi. God wordt alles in allen. Dat geloven wij en kunnen wij ook volledig geloven.
Niemand valt bij God buiten de boot. Alles zal uiteindelijk door Zijn liefde terecht ge-
bracht worden. Ieder die dat ontkent of tegenspreekt, heeft het nog niet mogen zien.
Op Gods tijd zal dat alsnog komen. Alle knie zal zich voor Hem buigen en alle tong zal
van harte belijden, dat Heer is Jezus, tot verheerlijking van God, de Vader!