‘De hoge plaats van Saulus in het vlees in het judaïsme maakte
voor God niets uit?’
Het vormde eerder een verhindering om de Heer Jezus als zijn Messias
te kunnen accepteren. Buiten het land, waar de geschreven Thora niet
van toepassing is, zodat de gerichten zoals die erin staan niet uitgevoerd
konden worden, riep de Heer hem. Niet omdat hij ‘naar de wet onberispe-
lijk’ was, maar omdat de Heer hem in overstromende genade tegemoet
kwam!
‘Die voorrechten had hij in het vlees, in deze oude schepping?’
In de geest maakt dat niet meer uit. Paulus schrijft ook, dat de besneden zijn
of onbesneden zijn niet uitmaakt. Het gaat erom of iemand een nieuwe schep-
ping is. In Christus Jezus is er geen onderscheid meer tussen mannelijk en
vrouwelijk, tussen Griek en Jood, tussen besneden of onbesneden zijn slaaf
of vrij. Wij zijn allen één in Christus Jezus (Galaten 3:27,28; 6:15).
‘Maar wat is dan de reden, of wat is er gebeurd, dat dit zo is?’
Aan het kruis werd er een definitief einde gemaakt aan de oude schepping,
de oude mensheid werd met Christus medegekruisigd (Romeinen 6:6). Dat
betekende het einde van het vlees en dus ook de verschillen die er in het
vlees zijn. Door het kruis werd het vlees afgesneden (Kolossenzen 2:10-13);
dat was de besnijdenis van Christus (niet: van Jezus!). En in en met Hem
was dat de ‘besnijdenis’ (afsnijding) van het totale vlees van de mensheid.
‘En dat terwijl de besnijdenis juist het voorrecht van Israël boven de andere
volkeren tot uitdrukking bracht!’
Precies! In de oude schepping, in het vlees, gelden al deze verschillen nog.
In de nieuwe niet meer. De geweldige eenheid die Paulus benadrukt, is dan
ook nu in de geest en niet in het vlees! God laat in de nieuwe schepping niet
de tegenstellingen naast elkaar bestaan, die dan a.h.w. met elkaar ‘strijden’
of ‘discussiëren’ en zo verder komen. Nee. In de nieuwe schepping is er geen
tegenstelling meer. Alles is daar één, het lichaam van Christus is daarom
haar tijd ver vooruit, omdat wij een geestelijke eenheid vormen met alle an-
dere leden van dat geweldige lichaam, met die hoge roeping te midden van
de hemelingen!