Woord vandaag

‘Hij heeft alles in Zijn hand.’

Daarover is veel te lezen in Tenach.
Wanneer je kijkt in de Psalmen, is
heel wat over dit thema te vinden.
De geschiedenis van God met Israël
is bijzonder rijk met voorbeelden.
Psalm 105 is bijzonder.

‘Lijkt wat minder bekend, ja.’

Na de inleiding van vers 1-6 lees je
van Zijn verbond met de aartsva-
ders en hun nageslacht, vers 7-13.
En vers 14 zegt dan:

Hij liet geen mens toe hen te onder-
drukken, en ten behoeve van hen
wees Hij koningen terecht

God waakte over Zijn volk, zorgde
er zelfs voor dat zij niet uitgebuit
(onderdrukt) konden worden.

‘Hij zorgde actief voor hen.’

Dit is het. God zelf heeft alles in Zijn
hand! Vers 15 van deze Psalm zegt:

Hij zegt: raak Mijn gezalfden niet aan
en doe Mijn profeten geen kwaad!

Zo waakt Hij en spreekt koningen
aan Zijn volk niet te raken.

In vers 16 staat iets opmerkelijks:

Hij riep een hongersnood over de
aarde op; Hij brak de volledige
broodvoorraad af

Hier lezen we dat God zelf hongers-
nood op aarde bracht en 
dat Hij het
brood deed ontbreken.

Ook dat werkte Hij, om Zijn plan uit
te voeren!

Woord vandaag

‘Het evangelie is echt voor allen.’

In de praktijk blijft dat een lastig punt.
Wij kunnen maar moeilijk geloven, dat
uiteindelijk ook de diepst gevallen zon-
daar bij God terecht komt. Natuurlijk is
ook het gericht van de grote witte troon
nodig, om de werken te beoordelen.

‘Zijn dood was voldoende.’

En Zijn opwekking uit de dood door de
Vader was de bezegeling. Hij werd opge-
wekt door Vaders kracht, er kwam een
einde aan de nacht. Voor ons is die al
gekomen en wij leven in het licht van
Zijn genade.

‘Wij zijn mede opgewekt.’

Wij richten ons op Hem, nu wij in Hem
voorbij de dood zijn. Geestelijk gezien,
en dat telt. En velen denken dat we in
de opstanding naar de hemel gaan, bij
de bazuin. Dat is zo, maar óók geldt, dat
we nu al in Christus Jezus gezet zijn te
midden van de hemelsen! 

Woord vandaag

‘Evangelie, ik krijg er nooit genoeg van.’

Het blijft geweldig goed nieuws. Voor
iedereen, en zo kun je naar anderen
kijken. God houdt van alle mensen.
Dat maakt Hij waar door Zijn eigen Zoon
niet te sparen. Hij werd gekruisigd door
zondaren.

‘God heeft dat niet bestraft.’

Als antwoord op de vijandschap van de
mens wekte God Zijn Zoon op uit de do-
den. Daarna spreidt Hij Zijn handen uit
naar de mens, verzoenend. Hij smeekt
de mens om die liefde te beantwoorden.
De mens hoeft slechts ‘dank U wel’ te
zeggen. En dat is door Vader bewerkt.

‘Geen eeuwig oordeel dus.’

De leer van eindeloze pijn in de poel van
vuur staat lijnrecht tegenover het goede
nieuws. Het is de onzin van de traditie
van mensen tegenover het woord van
God. In plaats van eeuwig oordeel vind
je in de Schrift de liefde van God die over
alles triomfeert. Dát zou van de kerkelij-
ke kansels gepredikt moeten worden.

Woord vandaag

‘God doet Zijn werk via Christus.’

Hij kwam als Mens, door Zijn dood en
opstanding konden de sluisdeuren voor
Gods
genade wijd open gezet worden. 
Geen houden meer aan: in de genadetijd
waar we nu in leven, stroomt Gods gena-
de
over.

‘Mooi beeld: water = genade.’

En het stroomt, het levende water van
Gods genade zoekt de laagste plaatsen.
Dat doet water in de natuur ook.
De diepst gevallen zondaar?
Daar 
stroomt Gods genade naartoe.

‘Dit spreekt van Gods liefde.’

De betreffende zondaar kan niets doen
om de redding te verdienen. Het is alles
al gedaan. Geen eigen werken, geen ei-
gen verdiensten. Het alles genade van
God
wat de klok slaat in deze tijd, en uit-

eindelijk is dat voor allen.

Woord vandaag

‘Dat plan van God is groots.’

Eén van de belangrijkste bedoeling-
en van dat plan is dat de schepselen
de heerlijkheid van God leren kennen.
De hoogste eer en glorie van God, on-
ze Vader, zien we in het evangelie.

‘Het evangelie dat Paulus bracht.’

Daarin komen de liefde en de genade
van God naar voren. En dat met een
diepte die nergens anders in de Schrift
terug te vinden is. Voor de volkeren
was er wel vergeving, barmhartigheid,
maar alleen door te naderen via Israël.

‘En Israël zelf dan?’

God was voor hen barmhartig en gena-
dig, maar op voorwaarde dat zij zich aan
allerlei voorschriften hielden. Tot aan
het kruis en de opstanding van Christus
was niets anders mogelijk. Doordat Hij
kwam en opgewekt werd uit de doden,
kon het koninkrijk gaan doorbreken, op
voorwaarde dat het volk zich bekeerde
tot IEUE, de God van Israël.