Woord vandaag

21 mei 2018
‘Pinksteren is voor Joden de wet?’

In feite wel, zij vieren met pinkste-
ren de komst van de Torah via Mo-
zes. En dat zij die door het zich hou-
den aan de tradities en de gebrui-
ken doorgeven en vasthouden. Dat
zouden christenen beseffen die dit
met de Joden meevieren. Dat we-
ten zij waarschijnlijk nauwelijks.
Of
 zij leven zelf onder de wet.

‘Die tendens wordt sterker?’

Ja, in Nederland is een brede ten-
dens om de ‘feesten’ met Israël mee
te vieren. Niet zo lang geleden heeft
rabbijn Lody van de Kamp zich daar-
over nogal kritisch uitgelaten. Hij is
duidelijk over het feit, dat die vast-
gestelde tijden aan Israël in het land
gegeven werden. Niet aan de gojim

(de natiën). En gelijk heeft hij! Verder
kun je ook zeggen, dat al degenen die
de hoogtijdagen meevieren minstens
de indruk wekken dat zij het oude ver-
bond
willen uitleven.

‘Niet voor het lichaam bedoeld.’

Nee, sowieso had destijds elke gelovi-
ge Israëliet niet langer onder het ou-
de verbond kunnen leven. Omdat het
nieuwe al door de Heer gevestigd was:

deze drinkbeker is het nieuwe verbond
in Mijn bloed dat voor jullie vergoten
wordt
                              Lucas 22:20

De koninkrijksgemeente was feitelijk al
onder het nieuwe verbond geplaatst.
In de praktijk bleken zij ijveraars van de
wet
te zijn. We zien in de geschiedenis

van het lichaam van Christus, dat men
in heel wat opzichten leek (en lijkt) op
de koninkrijksgemeente.

Woord vandaag

20 mei 2018
‘Men leest Ruth in de synagoge.’

Ja op het weken’feest’, dat is dus na
de omertelling (omer = schoof) van
49 dagen. Dan komt de 50en dat is
het moment dat de twee beweegbro-
den voor het aangezicht van Jahweh
komen. Eerstelingen; een teken dat
de
 rest van de oogst komt. Pinksteren
is voor Israël het vieren van de
wetge-
ving op Sinaï. Exodus 19 wordt
 gele-
zen, herdacht, als opdracht.

‘De koninkrijksgemeente.’

Die startte op de pinksterdag, er wa-
ren 3000 die tot bekering kwamen.
Zij werden gedoopt tot vergeving van
zonden, heilige geest kwam op hen.
Zij keerden zich om tot Jahweh, de
God van Israël. Dat waren de eerste-
lingen van het aardse koninkrijk on-
der Messias Jezus. Later bleek deze
gemeente voor het overgrote deel on-
der de wet te leven.

‘Dat zei Jakobus.’

Zeker, in Handelingen 21 lees je dat
Paulus in Jeruzalem kwam. In een bij-
eenkomst met Jakobus daar wordt
tegen Paulus gezegd (vers 20):

u ziet, broeder, hoeveel tienduizen-
den van de Joden geloofd hebben,
en allen zijn zij ijveraars van de wet

Het klinkt triomfantelijk, en er wordt
venijnig aan toegevoegd (vers 21):

men heeft over u verteld dat u alle
Joden te midden van de natiën leert
afvallig te worden van Mozes, dat zij
hun kinderen niet hoeven te besnij-
den en evenmin te wandelen in de
gebruiken

Men had wel door dat er (grote) ver-
schillen waren tussen hoe de Joden
en de koninkrijksgemeente leefden, 
en wat Paulus aan onderricht door-
gaf. De genade werd door de wetti-
schen onder druk gezet.  

Woord vandaag

19 mei 2018
‘Pinksteren.’

Men weet vaak niet, dat het in feite
het oogst’feest’ is dat Jahweh instel-
de. De twee beweegbroden (graanof-
fer) moesten bewogen worden voor
het aangezicht van Jahweh. Het was
eerstelingen offer, 2 broden moesten
met zuurdeeg gebakken. Jahweh gaf
dat als vastgestelde tijd aan Israël.

‘Niet: feest van de geest?’

Zo wordt het door ‘pinkster’mensen
doorgaans genoemd. Daarmee wordt
ook duidelijk, hoe ver men afdwaalde
van wat gebeurde in Handelingen. In
Jeruzalem waren veel mensen omdat
men voor deze hoogtijdagen optrok
naar de hoofdstad van Israël. Petrus
en de apostelen waren daar ook.

‘Toen begon de gemeente?’

Ja en nee. Scherpstellen: wat wél be-
gon met de uit
gieting van de geest
van God, was de
 koninkrijksgemeen-
te 
die werd geroe
pen uit Israël. Plus
proselieten als Cornelius (Hand. 10).
Wat niét begon was de uitgeroepen
gemeente, het lichaam van Christus.
Vanaf de roeping van Saulus (Hande-
lingen 9) is deze roeping gestart. 

Woord vandaag

18 mei 2018
‘Nu wel God en naaste liefhebben.’

In dit beheer van de genade van God
is het wel mogelijk. Uniek in deze tijd
is, dat in de leden van het lichaam van
Christus heilige geest woont. We zijn
ermee verzegeld tot in de dag van de
vrijkoping. Door die inwonende geest
zijn we tot dit in staat:

wandelt in de geest en jullie volbreng-
en in geen geval de begeerte van het
vlees
                              Galaten 5:16

indien jullie echter door de geest ge-
leid worden, zijn jullie niet meer onder
de wet
                           Galaten 5:18

‘Niet onder het beheer van de wet.’

De wet was op het vlees gelegd, dat
ging hem niet worden. Nu God in de
gelovige permanent door Zijn geest
woning maakt, kan die gelovige wél
God liefhebben boven alles en die
naaste als zichzelf. De liefde van God
wordt door die geest uitgewerkt. Het
vlees speelt dan geen rol meer.

want heel de wet is in één woord ver-
vuld, in: liefhebben zul je je naaste
als jezelf
                       Galaten 5:14

‘Dat is het principe.’

De leden van het lichaam van Chris-
tus zouden dat doen wat tot opbouw
van de gemeente en ondersteunend
voor het woord 
is. Zoals die Thessalo-

nicenzen veel mensen bereikten. De
apostel spreekt van het werk van het
geloof, van inspanning van de liefde
en de volharding van de verwachting
van de Heer Jezus Christus.

Woord vandaag

17 mei 2018
‘Diverse periodes in Gods plan.’

Waarin God steeds anders handelt. In
de tijd van de wet was het: doe dat en
je zult leven
. Het was onmogelijk, en

Jakobus (2:9) zegt dan ook:

…maar als jullie partijdig doen, werken
jullie zonde uit en jullie worden door de
wet aangetoond als overtreders

En dan komt Jakobus (2:10) met:

want indien iemand heel de wet houdt,
echter in één (ding) struikelt, is die straf-
baar geworden aan alles

Het kleinste onderdeel van de wet is al-
tijd van toepassing. Voldoe je daar niet
aan, dat rust het gevolg van (de overtre-
ding van) heel de wet op je.

‘Tsjonge, dat is nogal wat.’

Zo werkte de wet -strikt genomen- en
niemand kon daaraan voldoen. Er volgt
bij Jakobus nog een helder voorbeeld:

want Hij Die zegt: je zult geen overspel
plegen, zei ook: je zult niet moorden;
wanneer je nu geen overspel begaat 
en
wel moordt ben je overtreder van de
wet geworden
                Jakobus 2:11

Duidelijke taal, en het geldt natuurlijk
ook voor de veel minder grove overtre-
dingen. Als je een ‘klein’ gebodje over-
treedt, ben je overtreder van de wet.

‘Het vlees kan dat niet.’

Nee, samenvattend zei de wet, dat je
God zou liefhebben boven alles en de
naaste als jezelf. Beiden kan een mens
vanuit zichzelf niet opbrengen. Onder
het beheer van de wet zeker niet, toen
werd het alleen maar erger. Onder het
beheer van de genade wel, want daar-
in geeft God om niet, in Zijn genade, o-
vervloed aan geest, die Hij in ons hart
giet (Romeinen 5:5).