‘Mooi dat stille vertrouwen van gisteren, we kunnen God in
alles vertrouwen.’
We hebben een prachtige belofte in de tekst van vandaag:
want Jahweh is je hoop
Hij zal je voet bewaren voor gevangenschap (vers 26)
Het woord ‘hoop’ is wat afgevlakt en er staat een woord dat te maken
heeft met ‘vetheid’. Overdrachtelijk spreekt het van de lenden, omdat
daar meestal het vet zit. Maar dat is tegelijk ook de plaats van kracht.
Het woord ‘vertrouwen op, verlaten op’ zit daarom meer in de richting.
Jahweh (Ik ben) zélf is dus waarop de gelovige zich verlaat, op steunt.
Daarmee sluit het mooi aan op de tekst van gisteren.
‘Het draait helemaal om vertrouwen op Jahweh, de beloften die Hij doet
maakt Hij waar!’
Ook in deze vindplaats zit een mooie belofte verpakt: je voet zal bewaard
worden voor gevangenschap. Nu is dat laatste woord ‘gevangenschap’ een
wat vrije vertaling van wat er staat. Het Hebreeuwse ‘lakad’ heeft te maken
met een valstrik die ineens dichtgetrokken wordt als je je voet(en) er on-
wetend in zet en ineens lig je op de grond, omdat je voet(en) onder je van-
daan weggetrokken wordt/worden.
‘En als je je richt naar Zijn woord en dus Zijn wijsheid, wordt je voet daar-
voor bewaard.’
Ja, en op den duur ken je de strikken die de tegenwerker voor je zet en
ook in gemeenteverband zijn die er zeer zeker. Geweldig om dat woord
van God steeds weer en meer te leren kennen, zodat wij onze voet niet
in de valstrikken laten komen. Tenslotte wandelen wij in een geestelijke
strijd, de machten en krachten van de tegenwerker zijn erop uit ons te
doen vallen en falen. En: Hij, Christus Jezus, is geweldig in de strijd!