“De hemelsen”
Wanneer het aankomt op het schrijven van Paulus voor
het lichaam van Christus, dan verandert de woordenschat
van de Schrift. Hij spreekt niet van een vijgenboom, een
mooie stad, lammeren, of van een beloofd land, maar eer-
der van dat wat niet gezien of waargenomen kan worden.
Ons wordt verteld dat ons gebied onlosmakelijk is verbon-
den met de hemelen (Filippenzen 3.20). Hij spreekt van
geestelijke zegeningen te midden van de hemelingen (Efeze 1:3).
Hij spreekt van hemelse lichamen. Onze zegen en verwachting
is niet zo maar iets van de hemelingen, maar iets in de hemelen.
In 1 Korinthe 15:49 leren we dat wij de hemelsen zullen zijn.
G. Venlet
Faith Fellowship
(Vol. 60, No. 2)
(Met toestemming overgenomen uit de nieuwsbrief van ‘Het Beste Nieuws’
van 17 augustus 2012.)