Opdat wij weten, wat God ons in genade schenkt!

27 januari 2017
‘God zelf geeft dus je dagen en ervaringen.’

Uiteindelijk wel. We zagen gisteren hoe Prediker
spreekt, vandaag volgt meer. We lezen in 6:1,2 :

Er is een kwaad onder de zon dat ik gezien heb en
het ligt groot op de mensheid.
Een man, aan wie God rijkdom, bezittingen en eer
geeft, heeft voor zijn ziel geen gebrek aan al wat hij
verlangt, maar de Ene, God, geeft hem geen kracht
ervan te gebruiken. Omdat iemand anders, een on-
bekende, het eet.
Dat is ijdelheid. Een pijnlijk kwaad is het.

‘Merkwaardig toch.’

We rekenen niet zo. Meestal zien we dit als ‘toeval’.
Wel tragisch voor zo’n rijk mens, maar wel toeval.
Dit vers in Prediker spreekt niet over toeval, maar
over God (Alueim of Elohim). Die ene man, wie is
dat? Job? Je zou het zomaar kunnen vermoeden.
Het zegt wel iets over een bepaalde periode in het
leven van Job, waarin God de satan toestaat alles
van hem af te nemen. En de rijke Job wordt arm.

‘Zoiets beleed hij wel.’

Job zei in elk geval wel:

IEUE (Ik ben) heeft gegeven, en IEUE (Ik ben) heeft
genomen, de Naam van IEUE zij gezegend! Job 1:21

Dat is het geloof van Job. Hij zag dat alles uiteinde-
lijk uit de hand van God hem toeviel. De beschrijving
is, dat de tegenstander hem dat aandeed, en dat dat
gebeurde onder de toelating van God. Anders had de
satan die mogelijkheid niet gehad. In deze verzen van
Prediker lezen we twee keer het woord kwaad. En het
geeft aan, dat God die rijke de kracht ontneemt om
iets van de rijkdom te gebruiken. Dit is iets, dat God
doet in Zijn plan. Waarom? Roepen wij. Morgen lezen
we het verrassende antwoord in Prediker.

26 januari 2017
Fijn, die blijde boodschap.’

We zijn gezegend met iedere geestelijke zegen
in Christus. Het is groots, wat God geeft. Ook
de ‘alledaagse dingen’; ze gaan niet buiten Hem
om. Hij geeft ons veel in geestelijk opzicht. En
tegelijkertijd gaan de ‘gewone’ dingen in het
leven niet aan ons voorbij.

‘Staat dat ook in de Bijbel?’

Jawel, we lezen in Prediker 5:18, dat zegt:

Zie, wat ik gezien heb: een goede zaak die voor-
treffelijk is, namelijk te eten en te drinken en het
goede te genieten bij al zijn zwoegen waarmee
hij zwoegt onder de zon tijdens het getal van zijn
levensdagen, die God hem gegeven heeft, want
dat is zijn deel.

Niet alleen de mogelijkheid om te eten en te
drinken bij al het zwoegen is iets dat God geeft.
Hier stelt de Prediker vast, dat ook al de levens-
dagen door Elohim (God) gegeven worden.

‘God bepaalt dus alle dagen van je leven?’

Ja, en hoeveel dat er zijn. Elke dag van ons leven
is er een door God gegeven. Dat ligt tevoren vast
en het is er Eén die dat in handen heeft: God.
Dat gaat boven je denken en bevatten uit. Wat
in die dagen (met je) gebeurt, gaat eveneens
niet buiten Hem om:

Ook elk mens aan wie God rijkdom en bezittingen
geeft en toestaat om daarvan te eten en zijn deel
ervan te nemen om zich in zijn zwoegen te verblij-
den, dat is een gave van God.        Prediker 5:19

25 januari 2017
‘Een boeiende avond Filippenzen weer.’

God is het, Die afmaakt waar Hij aan begon.
Zoals in de levendmaking van de Zoon de ga-
rantie is afgegeven dat de volle oogst gaat
komen. De eerstelingsgarve was typologische
heenwijzing naar Christus Jezus zelf.
Hij is de grote vervulling van de schaduwen
van Tenach (OT).

‘Alles wees op Hem.’

En Hij was als bidder ook het voorbeeld voor
ons. Hij leefde door geloof. Waarmee hield
Hij Zijn pad, Zijn weg zuiver? Door het Woord
van Vader. Psalm 119:9 verwijst naar Chris-
tus in Zijn weg met Vader op aarde, voor en
na Zijn opstanding uit de doden.

‘Paulus bad ook veel.’

Ook daarin zien we de heerlijkheid van God
weerspiegeld. Een apostel, die voorheen een
lasteraar, vervolger van de gemeente van God
was. Later een ootmoedige bidder voor zijn
volk, Timotheüs en vele anderen. Hij gaat ons
voor en wij volgen hem na, zoals hij Christus
navolgde. Gebed betekent veel. God heeft al-
les in Zijn hand.

24 januari 2017
‘Wat een dag zal dat zijn, als Hij komt.’

Dan gaat verwachting over in zien, geloof in
aanschouwen. Wat dan blijft, is: de liefde.
De heerlijkheid die wij dan zullen zien en on-
dergaan zal al onze verwachtingen vér over-
treffen. Het lijden is dan voorbij, de eindelo-
ze verheerlijking in ons gebouw uit God is
echt blijvend.

‘Ik kijk er naar uit.’

Dat doen al de leden van het geestelijke li-
chaam van Christus. Die zijn nu al deel van
de heerlijke nieuwe schepping in Christus en
wachten op hun lijfelijke ervaring daarvan.
Bovendien kijkt de Heer zelf ernaar uit Zijn
leden tot Zich te nemen. De ontmoeting van
Hem in de lucht is een en al vreugde, van bei-
de kanten.

‘Wat een evangelie.’

Het is een van die facetten van die kostelijke
diamant, die schittert aan alle kanten. De ene
genadekant geeft nog meer licht dan de ande-
re. Veelvuldig en veelkleurig is de wijsheid van
God, die dit alles heeft bedacht en ontworpen.

want Zijn maaksel zijn wij die geschapen wor-
den in Christus Jezus voor goede werken, die
God tevoren gereedmaakt, opdat wij daarin
zullen wandelen                          Efeziërs 2:10

Dit is niet alleen nu, maar ook straks, wanneer
wij te midden van de hemelingen zijn en God
door ons de overstijgende rijkdom van Zijn ge-
nade tentoonspreidt.