Woord vandaag

‘Dat stukje van gisteren uit Marcus 16, dat gaat om de scheppings-
opdracht. Wat is er bijzonder aan deze opdracht?’

Na de opstanding van Christus wordt hier een heenwijzing gegeven,
dat het invloed heeft op heel de schepping! Als we de verzen lezen,
zien we dat er niet echt over geestelijke gevolgen gesproken wordt.
Het heeft te maken met de fysieke schepping. Het wijst allemaal
naar lichamelijke zegen.

‘Er wordt inderdaad niets gezegd over geestelijke zegen zoals je dat
bij Paulus wel aantreft.’

In feite worden alle hindernissen weggenomen, die een zegen op
lichamelijk gebied in de weg staan:
– het vermogen van demonen om een menselijk lichaam te bezitten;
– het verband tussen de mens en de lagere schepselen moet hersteld;
– het gif van de slangen en andere giftige elementen onschadelijk maken;
– de huidige tendens van ziekten moet buiten werking gesteld;
– de dood moet teniet gedaan worden.

‘Dat zit er allemaal in, best veelomvattend zeg. En is deze opdracht
al uitgevoerd? Heeft heel de schepping dit vernomen?’

De opdracht hield onder andere in, dat zij in heel de wereld uit zouden
gaan en dit verkondigen aan heel de schepping. De Heer had het niet
over ‘alle mensen’ of  ‘alle natiën’, maar heel de schepping!
We denken dan aan de dieren, de lagere scheppingsorde dan de mens,
en de hemelse machten en krachten.

‘Maar welke boodschap wordt dan gebracht?’

De dood en opstanding van Christus. Als de Heer deze opdracht geeft,
is Hij zelf de Opgestane. Hij heeft een onverderfelijk leven en dat geeft
Hij door! Dat geldt de héle schepping: verlossing en bevrijding van het
verderf; ook Romeinen 8:18-25 spreekt daar duidelijk over.

‘Maar hoe kan dat dan gebeuren? Hoe kunnen de lagere schepselen dat
weten? Hoe kan het aan hen duidelijk gemaakt worden?’

Hier wordt over nieuwe tongen gesproken. In Handelingen werd in
de toen bekende talen gesproken. De Korintiërs bezaten deze gave ook.
Het woord ‘nieuw’ (Grieks: kainon) duidt op iets dat anders is dan het
bestaande. Welk teken (Marcus 16:17) is dat hier?

‘Tsjonge zo zit er weer iets in dit gedeelte wat me brandend nieuws-
gierig maakt over wat er achter kan zitten.’

Oke, daarover morgen meer! Dan gaan we door over de geweldige
boodschap van de betekenis van de opstanding van Christus!

Woord vandaag

‘We hebben gekeken naar twee zendingsopdrachten in Mattheüs,
die bleken niets met het lichaam van Christus te maken te hebben.
Maar hoe zit het met de andere evangelisten?’

In Marcus 16:14-20 vinden we wat je de ‘scheppingsopdracht’ kan
noemen:

14 Daarna verscheen Hij aan de elven zelf, terwijl zij aanlagen, en Hij
verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart, omdat zij hen niet
geloofden, die Hem aanschouwd hadden, nadat Hij opgewekt was.
15 En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt
het evangelie aan de ganse schepping.
16 Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie
niet gelooft, zal veroordeeld worden.
17 Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam
zullen zij boze geesten uitdrijven, in nieuwe tongen zullen zij spreken,
18 slangen zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken,
zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en
zij zullen genezen worden.
19 De Here [Jezus] dan werd, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen
in de hemel en heeft Zich gezet aan de rechterhand Gods.
20 Doch zij gingen heen en predikten overal, terwijl de Here medewerkte
en het woord bevestigde door de tekenen, die erop volgden.]

In vers 15 lees je de echte opdracht die meegegeven wordt. Je ziet daarna
dat er twee voorwaarden gesteld worden: geloof en doop (in water).

Daarbij zal de Heer tekenen geven als: genezingen, uitdrijven van demonen,
als iets dodelijks gedronken wordt er geen schade van ondervinden, etcetera.

‘Daar hoor of zie je weinig van. Ik weet wel, dat sommige dingen geclaimd
worden, zoals spreken in tongen, genezingen, uitdrijven van demonen.’

Maar nu noem je net drie bovennatuurlijke dingen die zo moeilijk te con-
troleren zijn. Van genezingen is bekend, dat het vrijwel altijd niet om won-
derbaarlijke genezingen gaat. Een hele bekende is, dat men in een dienst
wegloopt uit een rolstoel,  maar daarna er binnen de kortste keren weer
in zit. Of dat men claimt een ongeneeslijk zieke te hebben genezen, die na
enige tijd aan die ziekte overlijdt.

‘Dan zit men dus daarmee fout. Het blijkt niet zo te werken in deze tijd.
Het is verbonden met het evangelie van het koninkrijk zeker?’

Nou en of, helemaal! Het is een heel andere inhoud dan we bij Paulus
lezen, bij hem hoor je van geloof, liefde en verwachting, en niets van
dit soort dingen, alsof die in deze tijd het evangelie zouden begeleiden.

Woord vandaag

‘Oke, gisteren hadden wij het over de eerste koninkrijksopdracht.
Zijn er nog meer geweest?’

De tweede koninkrijksopdracht luidt als volgt (Mattheüs 28:16-20):

16 En de elf discipelen vertrokken naar Galilea, naar de berg, waar Jezus
hen bescheiden had.
17 En toen zij Hem zagen, aanbaden zij, maar sommigen twijfelden.
18 En Jezus trad naderbij en sprak tot hen, zeggende:
Mij is gegeven alle macht in de hemel en op [de] aarde.
19 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt
hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en
leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.
20 En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.

Als je kijkt naar de daden van de apostelen (van de besnijdenis) nadat
deze opdracht werd gegeven, zie je dat zij er niets aan hebben gedaan.
Ze hebben geen enkele poging gedaan ook maar iets van deze opdracht
waar te maken! Zij gingen niet naar de natiën.

‘Maar zij spraken toch wel het evangelie van de besnijdenis?’

Ja, dat wel. Maar de opdracht die wij overdenken heeft geen enkel woord
evangelie in zich! Er wordt niets gezegd over redding, bekering, geloof,
opstanding of hemelvaart
.

‘Wat is de reden daarvan?’

Daar kijken we later even naar; het gaat er nu om, dat deze Mattheüs
afsluitende opdracht een andere strekking heeft. Hier krijgen de
apostelen de opdracht de natiën tot discipelen te maken. Het gaat uit
van Zijn verhoging als koning boven alle volkeren. Er wordt geen
evangelie uitgezonden. Er wordt geen verdrukking voorzegd.
Gehoorzaamheid wordt zondermeer verondersteld. Hij is met hen
tot de voleinding van de eon.

‘Bedankt, zo heb ik wel meer zicht op de betekenis van deze opdracht.
Het is voor mij heel opmerkelijk, dat er geen evangelieverkondiging
aan verbonden is.’

De opdracht is: alle natiën tot discipelen te maken. Israël zal als licht
van de wereld het onderwijs aan de volkeren geven, zodat die zich als
discipelen (leerlingen) gedragen en de woorden van de Koning zullen
gehoorzamen: ‘onderhouden van al wat Ik u geboden heb’.

‘Dat is zeker geen evangelie van genade. Het gaat om onderhouden en
discipel worden. Dat kom je Paulus absoluut niet tegen.’

Bij Paulus gaat het om een redding die helemaal los staat van de eigen
werken. Geen enkele veroordeling voor de gelovigen in Christus Jezus.
Dat is heel iets anders dan volkeren die als discipelen de geboden van
de grote Koning in Jeruzalem moeten gehoorzamen.

‘Vreemd eigenlijk, dat men juist dit gedeelte steeds als dé grote opdracht
ziet voor de gelovigen van vandaag. Heel vreemd.’

Laten we God danken voor de geweldige redding in genade door Zijn werk!

Rectificatie: wedergeboorte

In het dagstukje van 20 augustus 2010 stond het volgende te lezen:

‘Je hoort overal dat het om wedergeboorte gaat als men tot geloof komt.
Maar ik moet toegeven, dat als ik de uitdrukking in een concordantie opzoek,
deze niet bij Paulus voorkomt.’

Dit dagstukje werd op een andere site gepubliceerd en er werd op gereageerd
met de terechte opmerking dat ‘wedergeboorte’ wel degelijk bij Paulus voor-
komt en wel in Titus 3:5, naast Mattheüs 19:28. Daardoor zie je, dat Bereërs
nagaan ‘of deze dingen alzo zijn’, en dat is helemaal terecht!

Daarmee blijft echter wel staan, dat Paulus de wedergeboorte uitdrukkelijk
niet als basis onderdeel van zijn leringen had. Zijn onderwijs reikt verder:
de verandering die een gelovige geestelijk ondergaat is er een van oude naar
nieuwe schepping. Paulus stelt in 2 Corinthiërs 5, dat de gelovige in Christus
een nieuwe schepping is, het oude is voorbij, zie het nieuwe is gekomen!
In de grote leerbrieven van de apostel, Romeinen en Efeziërs, rept hij met
geen woord over wedergeboorte.
Binnenkort wordt in een afzonderlijk, uitvoeriger artikel nader ingegaan
op het begrip ‘wedergeboorte’.