‘Ongelooflijk, die onsterfelijkheid. Dat is waar mensen naar zoeken,
altijd blijven leven.’
Paulus spreekt in 1 Korintiërs 15 over een bijzonder geheimenis. Dat
van onze verandering. In de verzen 50-55 spreekt hij van onze verande-
ring bij de laatste bazuin(stoot). Wij zullen, als wij leven op dat moment,
niet ontslapen (niet doodgaan), maar veranderd worden. Dan zegt hij
ook wat dat inhoudt: het aandoen van onsterfelijkheid. Geen enkele
mogelijkheid meer –daarna- dat wij eventueel nog zouden kunnen ster-
ven. Dat is iets heel bijzonders. Het onomkeerbare levensproces in ons
door Zijn heilige geest.
‘Wordt die heilige geest daarom de geest van de belofte, de heilige, ge-
noemd in Efeziërs 1:13?’
Dat woord belofte bevat een dubbele laag. Het is de geest die beloofd
was door Johannes in Mattheüs 3:11 en later door de Heer zelf in Johan-
nes 14:26en 16:5-15. Maar het is ook zo, dat wij verzegeld zijn met de
die heilige geest. En dat houdt ook een belofte in, namelijk dat wij op de
dag van de bazuin van God vrijgekocht zullen worden van ons lichaam
en onsterfelijkheid zullen ontvangen. Dat moet zoiets bijzonders zijn!
‘Het is onzichtbaar he, het is de heilige geest van de belofte.’
We hebben nog niet stilgestaan bij een uiterst belangrijk feit. In dit be-
heer van het geheimenis zijn alle zegeningen die wij ontvangen, geeste-
lijk. Het principe van onze tijd is: alles is in de geest, geestelijk. Daarom
is het ook zo moeilijk voor veel mensen. Men is van zichzelf uit gericht
op het zichtbare, het vleselijke. Ze zijn ziels gericht. Terwijl het gaat om
louter geestelijke zegen, in Christus Jezus. En om het nóg lastiger te ma-
ken: te midden van de hemelingen!