‘We leren soms langzaam te aanvaarden, dat alles uit God is.’
Wanneer we kijken in dat uiterst betekenisvolle hoofdstuk 15 van Genesis, dan
zien we de totale afwezigheid van werken, zowel van Gods kant als van Abrams
kant. God spreekt, Abram luistert en gelooft. Dat werd hem tot gerechtigheid
gerekend. En worden aan hem beloften gedaan. En exact voorzegd wat zou ge-
beuren. Zijn nageslacht zou 400 jaar verdrukt worden. Precies een jaartal erbij
hoe lang het zou duren.
‘Je komt er elke keer van onder de indruk als je het leest.’
Overigens zegt God iets opvallends tegen Abram in 15:7 :
En Hij zegt tot hem: “Ik ben Ieue, Die jou uit Ur der Chaldeeën heeft gebracht
om aan jou dit land tot bezit te geven.
God had hem Zelf uit Ur naar Kanaän gebracht. Op het moment dat Abram
dat hoorde, stond hij buiten zijn tent, God had hem naar buiten gebracht.
We lezen, dat God het is, die alles bewerkt. Wat een totale controle heeft God
over alles.
‘Ja, en dan al die exacte voorzeggingen over de toekomst.’
Hoe verder je in de Schrift komt, hoe meer je leest van de absolute soeverei-
niteit van God. Dat wil zeggen: Hij heeft alles in handen en beheerst alles, ja
bewerkt alles. Niets laat Hij aan toeval over. En we lezen vooraf de verdruk-
king die het volk Israël zal ondergaan in Egypte, en dat God zelf dat Egypte zal
richten en rechtzetten. En dat niet alleen, Hij zegt, dat het vierde geslacht zal
terugkeren naar het beloofde land:
En het vierde geslacht zal hier terugkeren, want de verdorvenheid van de
Amoriet is tot hiertoe niet volkomen Genesis 15:16
God zou dus in de toekomst eerst ‘afwachten’ tot de verdorvenheid van de
Amorieten volkomen is. Dan zal Hij Zijn volk brengen en de Amorieten een
slag toebrengen. De maat is vol, en God bepaalt de maat en het tijdstip waar-
op zij geslagen zullen worden. God, de Vader van onze Heer Jezus Christus,
beheerst alles.