Woord vandaag

‘Verhelderend dat we zicht hebben op Romeinen 9-11.’

Wanneer je binnen het kader Israël-volkeren leest, is het beeld van de
olijfboom als lichtdrager duidelijk. Israël was lichtdrager. Door hun on-
geloof ging die functie over op de volkeren waar het woord naartoe
was gegaan en grote invloed in de samenleving kreeg. Door het verval
van die volkeren –ongeloof- zien we in deze tijd die functie van licht-
drager verdwijnen. Men accepteert de Schrift niet langer.

‘Ja, en zo kun je Israël niet zien als wortel van de gemeente.’

Door verkeerd begrip van –onder meer- het gedeelte over de olijfboom
gebeurt iets wat je ziet. Dat men gedachten ontwikkelt door te zeggen
dat de kerk/gemeente terug moet keren naar de Joodse wortels.
Men meent dan te ontdekken, dat de gemeente/kerk eigenlijk op Israël
geënt is. In het verlengde daarvan zie je dan onder andere, dat mensen
uit kerken en/of kringen de feesten van IEUE gaan meevieren.

‘Israël niet de boom/wortel waar het lichaam van Christus op geënt is?’

Het gaat verder terug. Het lichaam van Christus komt uit Hem voort.
God koos dat lichaam uit in Hem vóór de neerwerping van de wereld.
Lang voordat Israël ontstond. Dat veel schrijvers van de Schrift tot het
volk van God behoorden, is waar. Dat Paulus uit de stam Benjamin is,
hij zegt het. Door zijn bediening wordt het lichaam van Christus geroe-
pen; het is Gods bedoeling. 

Woord vandaag

‘Handelingen moet je goed lezen zoals het bedoeld is.’

Wanneer je de tekst van Lucas volgt, ga je zien dat het een logisch
vervolg is op de evangeliën. Met name op dat van Lucas zelf.
De verkondiging –in lijn met profetie van Tenach (OT)- is het konin-
krijk op aarde. Met Israël als spits van de volkeren, als lichtdrager.
Hun voordeel en nut is als eerste, dat aan hen de woorden van God
toevertrouwd zijn (Romeinen 3:1-3). Die zouden zij doorgeven aan
de natiën.

‘Zij zijn eigenlijk de lichtdrager voor de volkeren?’

Omdat zij de dabar-IEUE (woord van Ik ben) ontvingen. Om door
te geven. En op die manier bedoelt Romeinen 11 de olijfboom.
In die tijd –en nog steeds- is een belangrijke toepassing van olijf-
olie: in de lamp. Om licht te geven in de nacht. Het woord van God
geeft licht in de geestelijke duisternis van de volkeren. Israël heeft
als volk om die reden als functie: drager, uitdeler van licht.
De olijfboom is daar een mooi type van.

‘Er werden natuurlijke takken uitgehouwen.’

Dat is een beeld, een type, van het feit dat het lichtdragerschap
van Israël overging op de natiën. Het voert nu te ver om daar veel
specifieker over te worden. Feit: wilde takken worden uitgehouwen.
Lichtdrager-zijn schuift in onze tijd langzaam terug naar
Israël. Door het ongeloof van de natiën.
Punt is, dat Romeinen 9-11 niet spreekt over de gemeente die het
lichaam van Christus is
. In dit uiterst belangwekkende gedeelte

schrijft Paulus vanaf 9:1 over Israël en de volkeren.

Woord vandaag

‘Ja opmerkelijk, hoe Saulus geroepen werd.’

In Handelingen staat zijn roeping, zowel voor Israël, de volkeren en
koningen. Maar het verslag van Lucas zegt niets over de inhoud van
het evangelie dat hij te brengen had. We lezen wel –bij uitzondering-
een toespraak in Handelingen 13. Dat was echter aan Israëlieten. Zij
werden door Paulus aangesproken vanuit Tenach (OT), hij liet zien
dat Jezus hun Messias is.

‘Maar de meerderheid wees de boodschap af.’

Dat was uiteindelijk Gods bedoeling. Daarom wordt aan het einde
Jesaja 6 opnieuw aangehaald. Jesaja kreeg opdracht om het volk te
zeggen dat zij wel horen maar niet verstaan en ziende zien maar het
niet merken. En dat hij het hart van volk vet zou maken en hun oren
zwaar en de ogen gesloten, opdat het niet ziet, niet hoort, niet met
het hart begrijpt, niet tot bekering komt en Hij zou genezen (6:9,10).

‘Deze tekst wordt door Paulus aangehaald.’

Ja, we lezen er al iets van terug bij Ezechiël (12:2). De Heer Jezus
zegt het uitdrukkelijk als Hij de redenen geeft waarom Hij tot het
volk sprak in gelijkenissen (Mattheüs 13:14). Ook in Romeinen 11:8
wordt het geciteerd. Een belangwekkend gedeelte.
We lezen in Handelingen de gang van het evangelie van het konin-
krijk, dat afgewezen werd door Israël. Binnen dat kader wordt ook
over Saulus-Paulus gesproken en verhaald wat hij deed.   

 

Woord vandaag

‘Het verschil: Handelingen – brieven van Paulus. Hoe zit dat?’

In Handelingen lees je de geschiedenis als antwoord op de vraag
wanneer de Heer het koninkrijk aan Israël herstelt. Wat daarin
over Paulus geschreven is, ligt in die lijn. Wat de inhoud van zijn
evangelie is, dat hij óók bestemd was om de gemeente te roepen,
lees je in de brieven.
Dat hij rondtrok en gemeentes stichtte, lees je in Handelingen.
Vooral dat hij eerst naar de synagogen ging, verworpen werd.

‘Handelingen kan verklaard binnen de opdracht uit Lucas 24.’

En wat de apostel over het lichaam van Christus zegt vind je terug
in zijn brieven. Daarin zit opbouw en wordt gaandeweg meer
onthuld. Wanneer je dat ziet, wordt alles begrijpelijk. Je hebt geen
gekunstelde verklaringen nodig.
De inhoud van zijn brieven is duidelijk en als je goed en nauwgezet
de apostel volgt, wordt het grote verschil met de anderen zichtbaar.
Gebeurtenissen in Handelingen zijn geestelijk gezien vol betekenis.

‘Noem eens een voorbeeld.’

De manier waarop Saulus geroepen werd. Hij werd buiten het land
geroepen. Binnen de landsgrenzen gold de Mozaïsche Thora. Daar-

buiten niet. Dat gaf God de gelegenheid hem te roepen en direct ge-
nade te schenken. Niet een beetje, maar overstromende genade.
Zo kon God hem direct inzetten in Zijn plan. In het dagstukje van 25
mei 2015 is opgesomd waarvoor hij geroepen werd. Niet alleen het
in geloof erkennen dat Jezus Heer is gebeurde; hij werd direct in een
bijzonder dienstwerk gezet!

Woord vandaag

‘Wat is onze huidige geestelijke positie?’

Hij wekt ons gezamenlijk op en zet ons gezamenlijk te
midden van de hemelingen in Christus Jezus, (Efeziërs 2:6)

‘Wanneer gaan we lijfelijk daarheen?’

Als de bazuin van God uit 1 Thessalonicenzen 4:13-18 klinkt.

‘Waarom zullen we daar zijn, en niet op aarde?’

Om in volheid het bekendmaken van de veelvuldige wijsheid
van God voort te zetten. En opdat God de overstijgende rijk-
dom van Zijn genade in Zijn mildheid over ons zal tentoon-
spreiden in de komende eonen.  (Efeziërs 2:6,7; 3:10)

‘En voor wie is dat?’

Tentoonspreiding aan de hemelse machten en krachten, zoals
5x in Efeziërs:

te midden van de hemelingen staat.

‘Hoe weten we dat dat onze plaats is?’

Ons domein behoort toe aan de hemelen, waaruit wij onze
Redder, Christus Jezus, verwachten. (Filippenzen 3:20)

‘Kunnen we met ons aardse lichaam daar komen?’

Wij zullen eerst een zeer ingrijpende verandering ondergaan.
In een ziels (aan de aarde gebonden) lichaam kunnen
wij daar
niet zijn, in een geestelijk lichaam wel.
Die grote verandering
maken wij bij de bazuin van God mee.

(1 Corinthiërs 15:45-55; Filippenzen 3:20,21)

‘Voor wie is deze verwachting?’

Het lichaam van Christus. Alle leden.