Woord vandaag

‘Wie zijn eigenlijk de 144000 van Openbaring?’

Daar hopen we binnenkort aan toe te komen in de studie-
reeks. De Schrift spreekt van 12000 uit 12 stammen van
Israël, waarbij Dan en Efraïm ontbreken. Waarom dat zo is,
daar hopen we antwoord op te kunnen vinden in de Schrift.
Want een andere bron voor echt antwoord hebben we niet.
In elk geval komen voor deze twee de stammen Jozef en
Levi in de plaats.

‘Die 144000 kunnen van buiten Israël zijn?’

Volgens de Schrift niet. Zodra je gaat redeneren zonder
dat of met alleen wat losse teksten, kom je misschien tot
andere conclusies. Een veelgehoord argument is, dat alle
gelovigen van nu horen bij het Israël van God. Dat wordt
benoemd in Galaten 6:16. Wanneer we met de studies
van Galaten daar gekomen zijn, zal dat duidelijk worden.

‘Het Lam is later met hen op de berg Sion, waar is dat?’

Dat is te lezen in Openbaring 14:1. De berg Sion is geen
metafoor voor de hemel of iets dergelijks. Wanneer het
alleen dat zou betekenen zou een letterlijke uitleg onmo-
gelijk zijn. Het Lam is de Heer Jezus Christus, de 144000
zijn echt mensen. En de berg Sion is een letterlijke berg.
Zo alleen kun je de Schrift verstaan en begrijpen. Eerst
letterlijk nemen wat letterlijk is. Anders moet de uitleg of
betekenis er bij staan.

Woord vandaag

‘We leven naar het einde van de eon toe.’

Nou en of. Men werkt al honderden jaren intensief via
allerlei min of meer geheime organisaties. Paulus noemt
niet voor niets het geheimenis van de wetteloosheid in
2 Thessalonicenzen 2. Dit heeft een verband met de ont-
hulling van het geheimenis van het evangelie.

‘Opmerkelijk, zo’n verband tussen die twee.’

De boodschap van de verzoening werkt bij de mens uit,
dat het zwijgen van God uitgelegd wordt als vrijheid om
de eigen gang te gaan. Dat is het kenmerk van wetteloos-
heid
; men gaat de weg van het vlees. Dit is al 2000 jaar

gaande en we groeien naar het hoogtepunt van dit bij-
zondere geheimenis. Men denkt dat God nooit zal ingrij-
pen om de plannen tot wereldheerschappij te breken.

‘We zitten er dichtbij ja.’

We zullen alle bewegingen die kant op zien gaan. In de
eindtijd waar Openbaring van spreekt, zal een enorme
doorbraak van antisemitisme te zien zijn. Met grote ge-
volgen. Wanneer de volkeren de hand slaan aan Zijn oog-
appel Israël, zal dat Zijn verontwaardiging oproepen.
En Hij zal gerichten over de volkeren brengen, die wat
betreft hun omvang ongekend zullen zijn.

‘Vaak had men moeite Openbaring goed uit te leggen.’

Dat is ook zo. De scherpste blik op de uitwerking zal pas
kunnen wanneer het echt vervuld wordt. We kunnen,
aan de hand van de symboliek van de Schrift, zien wat
bedoeld wordt. We kunnen één richting kijken: omhoog
en het van Vader verwachten. Hij zal de gemeente leiden
door Zijn Zoon en exact op tijd snel van de aarde wegne-
men. Wat een verwachting geeft Hij! 

Woord vandaag

‘Je leest in Openbaring ook van dat bloed van het Lam.’

Omdat het Hem alles gekost heeft. Diep lijden, de dood
ingegaan voor heel die schepping. Daar spreekt Openba-
ring ook over. We hebben een geweldige heerlijkheid
voor ons. Dat zal de schepping omsluiten, maar niet zon-
der slag of stoot. Grote gerichten moeten eerst plaatsvin-
den. Om de weg vrij te maken.

‘We hebben inzicht in Gods plannen.’

Dat is de rijkdom van Zijn genade. We hebben als leden
van dat lichaam van Christus zicht, licht. De weg wordt
vrijgemaakt voor de Messias. Hij zal Gods plan uitvoeren
om te komen tot een koninkrijk op aarde, waarin de wil
van God gedaan zal worden. Nadat 4 grote wereldrijken
zijn geweest. Het laatste –ergste- is zich bezig te vormen.

‘Wat ook gaat komen, wij Zijn in Gods hand.’

Dat is vast en zeker, geen andere dan Zijn hand zal vast-
houden. We zijn altijd voor Zijn rekening en niemand
kan ons in diepste zin van Hem af nemen. Hoe ver onze
vrijheid nog beperkt wordt; we weten het niet. In stil
vertrouwen kunnen we ons leven in Vaders hand weten.
Hij geeft wat nodig is, bij elke stap die we zetten!

Woord vandaag

‘We houden een bijzonder uitzicht.’

De bazuin van God is een andere dan die door de zeven
boodschappers
in Openbaring geblazen worden. De laatste

bazuin van 1 Corinthiërs 15 hoort bij het bazuinen van 1
Thessalonicenzen 4:13-18. Later zullen, wanneer het Lam
het zevende zegel verbreekt, de zeven boodschappers ba-
zuinen. Dan zullen de diverse gerichten losgaan.

‘We hebben veel aan Zijn woord.’

Dat laat ons zien hoe het zit. Mattheüs 24 en verwante
gedeeltes uit de evangelieën leggen we naast Openbaring
6 in de studies van dit bijbelboek. Dan legt de Schrift als
het ware zichzelf uit. We leven in onze dagen nu eenmaal
bijna als in de dagen van Noach. En als we lezen wat de
a
postel Paulus aan Timotheüs in zijn tweede brief schrijft,
dan zien we de daarin voorzegde aspecten in de praktijk.

‘Er is steeds minder belangstelling voor Zijn woord?’

Als je een groot geheel overziet, wel. Je merkt op, dat
velen dat woord tot op zekere hoogte wel willen. Maar
niet zo veel. Bijvoorbeeld alleen op zondag een half uur.
Meer niet. Of minder. Daar waar het woord wel open gaat
en beluisterd wordt, komt verdieping en meer geestelijk
leven. Dat levert wel wat op: diepe vrede, rust in het hart!

‘Maar, willen velen de waarheid horen?’

Volgens 2 Timotheüs zullen velen hun oor afwenden van
de waarheid. Zij zullen voor zichzelf leraren ophopen, die
hun gehoor kietelen. Dat wil zeggen: mensgericht, op de
ziel en het vlees gericht spreken. Het evangelie dat Paulus
brengt is niet naar de mens (Galaten 1:11). Het spreekt
ervan, dat de mens zichzelf niet kan redden, maar dat het
genade van God alleen
is, dat de basis van redding is.

Je kunt ook zeggen: het kostbare bloed van Christus, dát
is de grondslag voor alle zegen van God

Woord vandaag

‘We gaan naar het einde van de boze eon toe.’

Zoals het was in de dagen van Noach, zo is het ook nu nog.
Mensen maken allerlei plannen voor een toekomst. Om over
20, 30 of 40 jaar bijvoorbeeld ‘een mooie oude dag’ mee te
maken. Dat zal echter niet gaan gebeuren. Binnen die tijd
zal God diep hebben ingegrepen in de mensheid. Zoals het
nu doorgaat, kan niet.

‘Mensen zullen dat als doemdenken veroordelen.’

In het verleden werden de profeten ook als achterlijk gezien
omdat ze zeiden dat de gerichten zouden komen. Jeremia
werd ervoor in de gevangenis gegooid. Onheilsprofeet! Daar
zaten ze nou niet echt op te wachten. Ze hadden er geen
idee van, dat Jeruzalem nog verwoest zou worden. Maar het
gebeurde wel.

‘Ja, maar je mag dat volgens veel mensen niet zeggen.’

Zij menen, dat als de Messias komt, het aardig soepel zal
verlopen naar het koninkrijk. Maar dat zeggen de profeten
niet bepaald. De komst van de dag van IEUE zal met grote
gerichten gepaard gaan. Dat zal dan niet tegen te houden
zijn. God zal Zijn vreemde werk (Jesaja 28:21) doen en het
zal snel gaan (Openbaring 1:1). We kunnen opzien naar
Hem, die ons liefheeft, onze verlossing is er bijna!