Woord vandaag

‘De ingreep binnenkort staat in Openbaring?’

Net als in de dagen van Noach moet God wel ingrijpen, de
mens keert zich meer en meer van God af. Zoals IEUE (Ik ben)
moest vaststellen: de gedachten van de mens zijn er alleen
om kwaad te doen
(Genesis 6:5,6); het berouwde IEUE Alueim
(de Heer God) dat Hij de mens in de aarde gemaakt had.

Hij moest diep ingrijpen, maar dat was in Zijn plan. 

‘Dat is in onze dagen net zo, denk je soms.’

Na Noach is veel gebeurd. Maar ook in de dagen van Noach
blijkt dat God genadig is. Hij doet niet heel de mensheid uit
Zijn ogen weg. Noach vond genade in de ogen van IEUE.
De naam Noach houdt ook verband met het Hebreeuwse
woord voor genade: Chen. Maar ook met het woord voor
troosten: nacham. Noach kon zich troosten in de ark, met
zijn gezin. Hij kon de mensheid voortzetten.

‘En God zette Zijn plan door.’

Het uiteindelijke doel was, de Messias Jezus geboren te
laten worden. Die zou de mensheid loskopen uit de zonde
en de dood, als de grote Goël, de (Ver)losser. Niet weini-
gen zijn ingesloten in dat voornemen van de Vader.
In Efeziërs lezen we de volheid van de afmetingen (dimen-
sies) van Gods grote plan: Zijn liefde betreft de totale schep-
ping: hemelse machten en krachten, hemelse boodschap-
pers, lagere geesten, en heel de mensheid!

Woord vandaag

‘Gelukkig is het evangelie zonder voorwaarden.’

De voorwaarden werden door Jezus Christus vervuld. Hij was
de Zondeloze. Hij werd tot zonde/zondoffer gemaakt, opdat
wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. Johannes
sprak van Hem: zie het Lam van God dat de zonde van de we-
reld wegneemt
.  Dat Lam was tevoren gekend, vóór de neer-

werping van de wereld.

‘God had het in Zijn plan vastgelegd.’

Van meet aan zouden het Gods genade en liefde zijn, die de
doorslag geven. Niet het gedrag dat de mens in de loop van
de tijd zou vertonen. God zond Zijn Geliefde en Hij werd
mens. Gehoorzaam tot en met de dood van het kruis. Dat
was lijden voor Hem en voor de Vader. Dat kunnen wij niet
bevatten. Misschien iets ervan beseffen.

‘Je blijft verwonderd als je er over nadenkt.’

De liefde van God is onbegrijpelijk en gelukkig onontkoom-
baar. Van de liefde van God, daar kom je nooit vanaf. En dat
stemt je dankbaar en blij. God blijft dwars tegen alles in lief-
hebben. Soms moet Hij vanuit Zijn liefde (diep) ingrijpen,
maar dat is altijd kort (en hevig misschien) en wat daarna
overblijft, is alles. Iedereen zal delen in die nimmer aflatende
liefde van de Vader.

Woord vandaag

‘Fijn te weten, dat God altijd nabij is.’

Ook al verbergt Hij nu nog Zijn aangezicht voor de wereld
en voor Zijn volk, zoals Jesaja zegt. De gelovige ervaart
Zijn 
nabijheid dagelijks. De verzoening van de wereld is
een feit, 
en God strekt Zijn handen van liefde uit naar ieder-
een. In 
het evangelie dat Paulus uitbrengt, klinkt die liefde
door. 
Die liefde vult het hart van alle gelovigen, die komt
uit de heilige geest die in ons uitgegoten is (Romeinen 5:5).

‘Heerlijk zo’n evangelie.’

Hoewel er kleine groepen evangelie verkondigden en niet
zelden te lijden hadden onder religieuze
vervolging (bijvoor-
beeld de Waldenzen en de Albigenzen), kwam een door-
braak bij
de reformatie door toedoen van onder meer Luther.
Genade alleen, zonder werken van de mens, is de basis voor
redding, met
het bloed van Christus dat spreekt van Zijn werk
voor allen.

‘Ik zou me geen raad weten als werken geëist werden.’

Gods genade alleen is duurzaam. Pas wanneer Zijn genade
de basis is (Efeziërs 2:8,9) komen goede werken naar voren,
die God tevoren gereedmaakte, opdat wij daarin zullen wan-
delen, beseffend dat wij Zijn maaksel in Christus Jezus zijn
(nieuwe schepping). Het willen en het werken is niet
anders
dan de uitwerking van Gods werk in ons (Filippen
zen 2:12,13)! 

Woord vandaag

‘Dat erepodium is een belangrijk punt.’

Dat is het, zeker wanneer je leest hoe we daar zullen staan.
De Schrift gebruikt voor wat daar plaatsvindt veel beeld-
spraak. Vuur, hout, hooi, stro, kostbare stenen, zilver, goud.
Woorden als: loon, schade lijden en dergelijke. Het zijn alle-
maal uitdrukkingen uit het dagelijks leven die ons duidelijk
maken wat daar precies gebeurt. 

‘We zijn dan wel verheerlijkt?’

Dat geldt elk lid van het lichaam van Christus. Hij geeft ons
heerlijkheid. Het nieuwe lichaam, dat zal stralen en gelijk-
vormig zal zijn aan Zijn heerlijkheidslichaam (Filippenzen 3:
20,21). Dat is wat ons allen wacht. Zo zijn we ook in staat
om Zijn beoordeling te doorstaan. En we kunnen dan ook
de grote heerlijkheid van de komende eonen beleven (2
Corinthiërs 4:16-18).

‘God geeft op het juiste moment wat nodig is.’

Dat geldt nu al in ons aardse bestaan. Wat ook gebeurt, Hij
zal exact op het juiste moment geven wat we nodig hebben.
Dat bedoelt Paulus met de uitstijging in 1 Corinthiërs 10:12,
13. Geen bovenmenselijke beproeving (uitprobering) over-
komt ons. Het zal niet boven de lippen komen. God zal óók
de uitstijging (NBG: uitkomst) geven! Vandaag!  

Woord vandaag

‘In 2 Corinthiërs gaat Paulus verder?’

Daarin draait het om het 5e hoofdstuk, de verzoening.
Ook lezen we over de nieuwe schepping. Tevens zien
we, dat hij opnieuw spreekt over het erepodium,
meestal met rechterstoel vertaald. Voorbereidend op
vers 10 van hoofdstuk 5 gaat het over het zwakke en
broze lichaam (4:7-15). Dat lijdt en wordt verdrukt.

‘Met een mooi uitzicht.’

Hij spreekt ook van de heerlijkheid die wacht. Aan het
einde van hoofdstuk 4 (vers 16-18) spreekt hij van de
alles overtreffende heerlijkheid, die alle gelovigen zul-
len ondervinden in de komende eonen. Het nieuwe, he-
melse lichaam wordt gebouw uit God genoemd. En dat
zal zeer bijzonder sterk stralen. Dan is het lijden voorbij.

‘Ik word wel blij van deze toekomst.’

Dat kan ook niet anders wanneer je hoort en leest van
zo veel rijkdom. Alles te danken aan Hem, die onvoor-
stelbaar rijk was en arm werd om ons rijk te maken. Wat
een verwachting hebben wij, en de waarborg van onze
lotgenieting is ons reeds gegeven in de heilige geest,
waar we mee verzegeld zijn.