Woord vandaag

‘Maakt verschil, vergeven of rechtvaardiging.’

Het kan niet hetzelfde zijn. Anders zou de Schrift deze woorden
niet afzonderlijk gebruiken. Vergeving gebeurt door een hogere
macht (God). Bij Israël werd de nationale vergeving herroepen en
leidde tot de huidige tijd van genade. Pas in het evangelie van de
apostel Paulus wordt rechtvaardiging bekend. Iets daarvan, het
geloof dat toegerekend wordt als gerechtigheid, was bij Abram
aan de orde (Genesis 15:6).

‘Bij Paulus gaat dat verder?’

Dan komt de rechtvaardiging om niet, in Christus Jezus, op grond
van het bloed van Christus
, naar voren. Dit omvat meer dan de

toegerekende gerechtigheid bij Abram. Het geldt alle leden van
het lichaam van Christus
. Deze zijn geroepen in genade, zij geloven

(dat is ook genade), en zij zijn bestemd voor genade.

‘Dat laatste, dat is de toekomst?’

Zij zijn het, die het voorrecht hebben Gods overstijgende rijkdom
aan genade
te mogen tonen aan de hemelse machten en krachten.

De verwondering bij de hemelsen zal groot zijn, wanneer zij horen
van de genade die de ekklesia heeft ontvangen. In het verleden wa-
ren zij hoogstwaarschijnlijk al verbaasd, toen de Zoon van God met
Zijn bloed de hemelse tabernakel reinigde. Dat was ook nodig, want
de aardse was door bloed (van dieren) gereinigd. 

Woord vandaag

‘God schenkt genade.’

Op grond van wat de Zoon deed. De rechtvaardiging om niet gaat
verder dan vergeving van zonden. Dat laatste is op zich al geweldig.
Vergeving (vanaf-lating) is het voorrecht van een koning of een
hogere macht. Maar kan eventueel herroepen worden. Bij Israël
gebeurde dat. In Handelingen kwam opnieuw het evangelie van
het koninkrijk naar hen toe.

‘Waardoor?’

Doordat de Heer aan het kruis bad: Vader, vergeef het hun, want
zij weten niet wat zij doen
(Lucas 23:34). Daarnaast gold het feit,

dat Hij Zijn ziel gaf als losprijs voor velen (Marcus 10:45; Mattheüs
20:28). In wat Handelingen beschrijft, zien we dat de redding van
Israël naar de natiën gaat. De vergeving wordt herroepen, zoals
te lezen in Mattheüs 18:21-35.

‘De schuld was kwijtgescholden.’

Maar, net als in de gelijkenis bleek Israël geen kwijtschelding toe
te passen op de natiën. Daarom werd het koninkrijk uitgesteld en
kon de ekklesia geroepen worden. Dit alles hoort in feite bij de
verborgenheid
(niet voor alle ogen te zien). Mattheüs 18 is dan

ook een gelijkenis. Israël tijdelijk op zijspoor, het lichaam van Chris-
tus wordt uit alle volkeren geroepen.

Woord vandaag

‘Liefde van God is onmetelijk.’

De dimensies van Zijn liefde zijn voor ons niet te bevatten, en
in Efeziërs 2 en 3 spreekt Paulus daarvan. En dat is voor ons
steeds zo onbegrijpelijk. Die liefde van God is in onze harten
uitgegoten door heilige geest, die ons gegeven is. En die liefde
van God is zo zichtbaar in het geven van Zijn Zoon. Dat Hij stierf,
toen wij zondaren waren.

‘Romeinen 5 is heel fijn om te lezen.’

Daarin komt Gods goede nieuws naar ons toe. Hij heeft Zijn
Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven. De Zoon
die aan het kruis hangend, bad: Vader, vergeef hun, want zij
weten niet wat zij doen
(Lucas 23:34).

Dat kon Hij, omdat die liefde in Zijn hart was – en nu nog steeds
is. Die liefde is óók in onze harten uitgegoten. Daardoor zijn wij
in staat de ander genade te schenken.

‘Dat kun je niet uit jezelf.’

Nee, maar wanneer je hart vol is van de liefde van God, dan
kan God het door Zijn geest in jou doen. De ander genade schen-
ken. Meestal wordt het woord vergeving gebruikt, dat is ook een
genadevolle reactie op wat je aangedaan is. Het is nogal eens
niet eenvoudig de ander echt te vergeven, maar kan wel een weg
tot herstel zijn. Om in juiste verhouding met de ander te komen.
Vanuit overstromende genade heb je ruimte in je hart, de ander
is geliefd. Dan kun je ook echt thuis komen.