Woord vandaag

‘We hebben een groot God.’

Die is dan ook werkelijk God, uit het Grieks gezegd: Plaats-er. Hij
wijst aan eenieder de juiste plaats toe. In Zijn plan. Je hoort vaak zeg-
gen, dat God Degene is, die voor je klaar staat. Dan proef je daaruit,
dat men denkt dat God er voor je is als je problemen hebt. Om die
op te lossen, om je goed te doen voelen.
Als dat zo bedoeld wordt, dan moet het beeld wat zo iemand van
God heeft, bijgesteld worden.

‘Zeker. Het getuigt niet van echt goed zicht.’

Wanneer je gelooft, is dat niet voornamelijk een feelgood, een je-
goed-gevoel-gevende God. Vaak integendeel. Het leven van een ge-
lovige is er een van strijd. De strijd van het geloof. Waarin het regel-
matig moeizaam gaat, lijden en verdrukkingen. God is dicht nabij.
Ja. In je lijden en in je druk en verdrukkingen, daarin is Hij er om te
troosten, door Zijn woord.

‘Wanneer je Hem gelooft, levert dat vaak strijd en lijden op.’

Nou en of. Wanneer je leest in de tweede Korintebrief, kom je onder
de indruk wat er allemaal speelde in het leven van de apostel. Hij
ging de loopbaan van het geloof. Dat was absoluut zeer ongemakke-
lijk. Niettemin sprak hij in Kolossenzen 1:24 over het feit, dat hij zich
verheugde in zijn lijden (staat in het meervoud) en dat hij in zijn vlees
de verdrukkingen van Christus aanvulde voor de gemeente.

‘Het is heel wat, maar hij was apostel.’

Jazeker, hij schrijft wel aan zijn opvolger Timotheüs, dat die kwaad
zou lijden met het evangelie in de kracht van God. En dat zal deze op-
volger zeker ondergaan hebben. De apostel wijst ook op het navolgen
in zijn vervolgingen en lijden (2 Timotheüs 3:10,11). Dat overkomt ook
ons, wanneer wij bij het woord blijven staan. We gaan niet opzij, in
spreken niet en evenmin in ons staan voor en bij het evangelie, dat
ons door Paulus werd overgeleverd.

Woord vandaag

‘We leven in een gevaarlijke tijd?’

De tijd dringt. In de bijbelstudie over het boek Openbaring kwam
dat ook even naar voren. De paus was in de Verenigde Staten en
leidde daar een interreligieuze bijeenkomst. Daardoor moet de
eenwording van de grote religies bevorderd worden, om straks
te komen tot één wereldreligie: aanbidding van de tegenstander.
Men zal straks het beest en het beeld van het beest moeten aan-
bidden
, anders wordt het de doodstraf.

‘Wij maken dat niet mee.’

Nee, wij worden precies op tijd met kracht weggenomen van de
aarde. Dat is ook een bijzonder genade moment. We mogen Vader
bijzonder dankbaar zijn dat Hij het zo regelt. We zijn zeer gelukkig
dat we bij het lichaam van Christus mogen horen. Zo onverdiend.
Helemaal naar Zijn voornemen en de genade, die ons in Christus
Jezus is geschonken vóór eonische tijden.

‘Dat is heerlijk om te weten.’

We mogen de boodschap van genade en heerlijkheid blijven uit-
dragen, zo lang het ons vergund wordt. Er bestaat veel tegenstand
en tegenwerking tegen die boodschap. Dat was in Paulus’ dagen al
zo en dat is nog steeds zo. Dat heeft te maken met het kruis en de
diepe betekenis daarvan. Dat maakt een einde aan al onze mense-
lijke pretenties. God heeft ons echter Zijn geest gegeven (en niet die
uit de wereld),
opdat wij zouden weten wat God ons in genade schenkt.

Woord vandaag

‘De woorden uit de brieven zijn voor mij kostbaar.’

In de brieven wordt regelmatig gesproken over waarheid. Gods
woord is de waarheid, bad de Heer in Johannes 17:17. En in de
laatste brief van de apostel van de natiën komt waarheid ook
naar voren. Dit is in de wereld steeds minder voorhanden. Je kunt
zeggen, zoals het populair ook wel gezegd wordt, dat de leugen
regeert
. Dat stemt overeen met wat Johannes schrijft, dat heel de

wereld in het boze ligt.

‘Je bent somber.’

Het is wat de Schrift naar voren brengt. We kunnen niet om de
Schrift heen, ook wanneer we graag de eenheid van de geest wil-
len bewaren. Het streven in de wereld is naar eenheid. Daarom
houdt men interreligieuze samenkomsten. Daarin probeert men
te vinden wat gemeenschappelijk is. Dat leidt onherroepelijk tot
het moeten opgeven van wat men als waarheid ziet, ook vanuit
het christendom
. Op wereldniveau wordt daar erg voor geijverd.

‘Hebben we onlangs nog gezien.’

Ja, en binnen het christelijk geloof streeft men ook naar eenheid,
terwijl men erg verdeeld is. Wanneer je de Schrift opent, juist on-
der gelovigen, is er onmiddellijk strijd. Want dan kan het zijn, dat
jouw opvatting niet juist blijkt. En dat je nog vast zat of zit aan aller-
lei tradities, die in het licht van Gods woord incorrect blijken.
En dat heeft vaak te maken met Paulus. De apostel die door God
geroepen werd om een unieke boodschap te brengen.

‘Men wil er dan niet aan?’

Hij werd geroepen –als instrument in Gods hand- om de waarheid
van God bekend te maken. De hoogste en diepste waarheden tref
je in zijn brieven aan. Het zet de rest van de Schrift in het juiste licht.
Dan wordt heel je geestelijk zicht veranderd. Velen maken dat niet
mee en schuiven zijn boodschap opzij. Of zij willen de woorden uit
zijn brieven anders uitleggen dan ze bedoeld zijn. Dat heet: naar je
hand zetten. En dat gaat niet. Gelukkig zorgt God er zelf voor dat
het woord bewaard blijft, het is niet gebonden aan een organisatie
of een lokale groep/gemeente, of hoe je het noemen wil.  

Woord vandaag

‘We leven in de tijd, die snel gaat.’

Wanneer de dingen die in het bijbelboek Openbaring staan, gaan
gebeuren, gaat het heel snel. Dat staat in het begin van dit boek,
in 1:1. Meestal vertaalt men met ‘weldra’ of ‘spoedig’.
Dit gaf de indruk, dat er niet veel tijd zou zitten tussen het schrij-
ven van deze boekrol en de vervulling ervan. Daardoor hebben de
tegenwerker en zijn personeel successen geboekt.

‘Er staat dus ‘snel’ in plaats van ‘spoedig’?

Dat is het. Wanneer het allemaal in vervulling gaat, gaat het snel.
We weten niet wanneer al die gebeurtenissen gaan plaatsvinden,
maar dat het dichtbij moet zijn, kan niet anders. Al wat de apostel
aan zijn geestelijk kind Timotheüs schrijft, vooral in de tweede
brief, is volop aanwezig in het christendom. Wat Timotheüs zou
doen, is kwaad lijden met het evangelie. En hij zou bij het woord
blijven en dat verkondigen.

‘Ja, en dat ongelegen of gelegen.’

Wanneer je dat doet, merk je dat er veel tegenstand tegen het
evangelie bestaat. Als je gewoon blijft bij wat de apostel heeft
mogen opschrijven, dan kom je onherroepelijk tegenstand en
tegenwerking  tegen. Men wil de waarheid van die woorden niet
en beroept zich op allerlei andere Schriftplaatsen, maar niet op
wat Paulus mocht brengen
. Dat gaat te ver, dat druist in tegen

de religieuze opvattingen van toen en nu.