Woord vandaag

‘Geweldig he, dat wij zo’n toekomst hebben.’

We spreken regelmatig over deze dingen, om-
dat het bemoedigt en verheldert. Paulus had
de Thessalonicenzen van onder meer Daniël op
de hoogte gebracht. Daarom was het voor hem
verbazend, dat de Thessalonicenzen verontrust
waren over de toekomst.

‘Er waren veel vragen?’

Zeker, en dat leidde tot schrijven van wel twee
brieven. Met uitvoerige verklaring hoe het zit.
Zij zouden zeker niet door de grote verdrukking
gaan (2e helft 70e jaarweek van Daniël 9:24-27).
Geheel in tegenstelling van wat toen (en nu nog)
beweerd werd over die laatste jaarweek.

‘Veel christenen denken dat ze erdoor moeten.’

Dat wordt onder meer gedacht naar aanleiding
een stukje uit 2 Thessalonicenzen 1. Daar is
de tekst vanuit een bepaalde gedachte weer-
gegeven. Het is een wat langere zin. In de ncv
(zie binnenkort op ncv.ebenhaezer.nl) wordt de
tekst zo ge
lezen:

zo dat wij zelf in jullie roemen in de uitgeroepen
gemeenten van God over jullie volharding en ge-
loof in al jullie vervolgingen en verdrukkingen, die
jullie verdragen
          2 Thessalonicenzen 1:4

Zij stonden onder grote druk, het woord van
God was van hen uitgegaan in een groot gebied.
Dat leidde tot reacties van de tegenwerkende
machten en krachten. Vandaar de vervolgingen
en verdrukkingen!

Woord vandaag

‘Het is nogal wat, enerverende tijden.’

Dat is nu al, met alle onrust en aanslagen in
de wereld. Het gaat nog veel erger worden.
De Thessalonicenzen waren door Paulus op
hoogte van wat gaat gebeuren. Ook Daniël
was onderdeel van zijn spreekbeurten daar.
Het allerbelangrijkste van 1 Thessalonicen-
zen: de onthulling van de bazuin van God.

‘Zij wisten meer.’

Dat de komst van de dag van IEUE ineens
zou zijn. Met daarin de totale ineenstorting.
In de tweede brief gaat hij in op vragen die
toch waren ontstaan. Zij waren kennelijk in
de war gebracht door berichten van sommi-
gen. Dat het anders zou lopen, dat zij wel
door de (grote) verdrukking zouden gaan.

‘Zij wisten toch van eerdere redding?’

Paulus had hen al gezegd, dat zij gered zou-
de worden door Jezus, de Zoon van God,
uit het komen van de verontwaardiging (van
God), 1 Thessalonicenzen 1:10.
En dat zij niet gesteld waren tot verontwaar-
diging, maar tot redding
, 1 Thessalonicenzen

5:9,10. De bazuin van God, dát is redding!

Woord vandaag

‘De totale ineenstorting?’

Het Griekse woord wijst in die richting, ja.
Een algehele ruïnering van het bestaande.
Dat zal heel plotseling gebeuren. Te denk-
en valt aan de stopzetting van het gedurige
(ritueel, offerdienst of iets dergelijks). De
profeet Daniël spreekt van een verwoesten-
de gruwel
, waar de Heer Jezus ook op wijst

in Mattheüs 24:15.

‘Dat is toch de aanbidding van het beest?’

In Jeruzalem zal het gaan om het beeld van
beest, net als in de rest van de wereld. De
wetteloze (dat is niet de paus) zal zich dan
in de tempel van God (dat gebouw waarin
de drie religies bidden en samenkomen)
zetten en zich als god laten aanbidden.

‘Dat gebeurt op de helft van de jaarweek.’

Vanaf dat moment zal dat gebeuren en zal
42 maanden duren. Ieder die hem niet aan-
bidt zal gedood worden (Openbaring 13:15).
Het lichaam van Christus gaat dat niet mee-
maken. De bazuin van God zal eerder klin-
ken, voordat dit alles gebeurt op aarde.

Woord vandaag

‘Mooi dat we 2 Thessalonicenzen bekijken.’

Het vraagt een aanloop uit 1 Thessalonicenzen.
In die eerste brief was de apostel blij met wat
hij hoorde over hun geloof en liefde. Waar nog
iets ontbrak, was de verwachting. Dat werd door
een onthulling in 1 Thessalonicenzen 4:15-18
opgevuld. De bazuin van God.

‘Daar draait de eerste brief om?’

In feite wel. In het hoofdstuk daarna verwijst
de apostel naar het onderricht wat hij hun ge-
geven had. Dat kon niet anders dan uit Tenach
zijn. De profeten spreken van de komst van de
dag van IEUE (de dag des Heren). Dat zal zijn
met heftige gerichten.

‘Zij hadden daar vragen over?’

De apostel maakt duidelijk, dat juist over het
komen van die dag hij hun  had ingelicht. Zij
wisten heel goed dat gerichten ineens zou-
den plaatsvinden: als een dief in de nacht.
Zo zou duidelijk zijn, dat de dag van IEUE zeer
dichtbij was (zie 1 Thessalonicenzen 5:1-8).

Woord vandaag

‘Er staat nog wat te gebeuren.’

Eerst moet de weerhouder weggenomen. Dat
zal vóór de 70e jaarweek van Daniël 9:24-27
zijn. Pas daarna zal de ene wereldreligie echt
doorgezet kunnen worden. God zelf zal een
geest van dwaling sturen, opdat zij de leugen
geloven.

‘Die geest komt pas als de weerhouder weg is?’

Wanneer we inzoomen op 2 Thessalonicenzen
wel, ja. Die brief lijkt moeilijk en ingewikkeld,
maar bij goed lezen wordt het duidelijk.
Allereerst is voor mensen vaak niet duidelijk,
hoe zij hoofdstuk 1 en vervolgens hoofdstuk 2
van die brief moeten lezen.

‘Het is wel lastig ja, vind ik.’

In het eerste hoofdstuk van 2 Thessalonicenzen
komt een lange zin. Die heeft vertalers al heel
wat hoofdbreken gekost. Daarom komen sommi-
ge vertalingen er niet uit. Dat belemmert weer
het zicht van lezers. We kijken komende dagen
wat dieper in deze tekst.