Daniël – 6 – 6:1-29 in leeuwenkuil

Daniel in de leeuwenkuil was het onderwerp voor de studie
die gehouden is op 28 juni 2011.
In Daniel 6 wordt verhaald hoe hij in de leeuwenkuil geworpen
werd en daar wonderlijk weer uit kwam. Wat heeft dat profetisch
te zeggen? Dat en meer werd op deze avond behandeld.
Klik hier voor het audiobestand.

Woord vandaag

‘Wat is dan na het eonische evangelie een echt evangelie?

Dat is het evangelie van God. Dat wordt in Romeinen zo benoemd. In de eerste
verzen van hoofdstuk 1 staat dat. Het is het evangelie van God, aangaande Zijn
Zoon, Jezus Christus, onze Heer. Het gaat om God en om Christus in dit evan-
lie en dat kan ook niet anders. Als het over de mens zou gaan, zou het geen
evangelie zijn. In dat evangelie (Romeinenbrief) draait het om de dood en op-
standing van Jezus Christus.

‘Romeinen is een machtige brief, ik ben erg blij met die boodschap.’

En reken maar dat Romeinen een geweldig evangelie is. In Romeinen 3 wordt
geen vergeving van zonden, maar rechtvaardiging om niet, in Zijn genade, door
de vrijkoping in Christus Jezus verkondigd. Geen werken van de mens vereist,
dus. Het evangelie van God draait om de dood en opstanding van onze Heer Jezus
Christus uit de dood en van tussen de doden uit. Dat is de boodschap, het goede
nieuws, dat ook ‘het evangelie van Christus’ of ‘de genade van Christus’ (Galaten
1:6-9) genoemd wordt.

‘Ah, het begint al wat duidelijk te worden.’

Door Zijn genade zijn wij geroepen, daar komt geen eigen werk van de mens aan
te pas.
Gelovigen zijn mensen die het helemaal van God verwachten; niet alleen
voor vandaag maar ook voor morgen en overmorgen! Daarna wordt als voorbeeld
van geloof Abraham genoemd in het vierde hoofdstuk. Het gaat dan om de Heer
Jezus Christus in hoofdstuk 3, die zelf een gelovige was en als voorbeeld dient.
Hij geloofde dwars door alles heen dat God, Zijn Vader, Hem uit de doden zou op-
wekken, en dat geloof werd nooit beschaamd. Zo’n vast vertrouwen hebben wij
ook nu wij rijke beloften hebben; daarin worden wij nooit door Hem beschaamd!

Woord vandaag

‘Bij evangelie gaat het om de genade van God, is dat allereerst dat
het  
om God zelf gaat?’

Ja, bij het eonische evangelie dat we gisteren onder de loep hadden,
is het God als schepper die centraal staat. We leven nu in de tijd dat
de mens zichzelf centraal stelt en dat God naar de achtergrond ge-
schoven is. Het besef, dat er één schepper: de God van de Bijbel, is,
is wegeëbd onder invloed van de gedachte, dat alles zomaar ontstaan
zou zijn. En raak je oorsprong van alle dingen kwijt, dan ben je ook
de toekomst kwijt.

‘Daarom kun je blij zijn als je God kent!’

Als je God kent zoals Hij is. Veel mensen in het christendom lopen
rond met een verkeerd beeld van God. Hij is de schepper, dat is over

het algemeen wel bekend, maar wat het doel van God is, en dat God
wérkelijk liefde is, is vaak niet of veel minder bekend.
Dat hangt samen met de gedachte hoeveel de mens zelf moet doen
ja of nee. In veel ‘evangelie’ verkondiging wordt wel gesproken over
wat God doet, maar uiteindelijk blijkt, dat de mens zelf de noodzake-
lijke stap moet nemen, een keuze moet maken, zelf een handeling
moet doen op welke manier dan ook, om gered te kunnen worden.

‘Ja, dat hoor je nogal eens. Daarmee ben je de genade van God kwijt?’

Genade van God sluit de werken van de mens uit, anders is de genade
geen genade meer, zegt Romeinen 11:6:

Maar als het in genade is, is het niet meer uit de werken, anders is
genade geen genade meer. En als het uit de werken is, is het geen
genade meer, anders is het werk geen werk meer.

Het is geen genade meer, als je ook maar een heel klein beetje werk
van de kant van de mens verwacht. Als woorden gebruikt worden als:
‘verplichting’, ‘je moet toch’, ‘ja het is van Gods kant genade, maar…’,
‘nu is het aan jou..’, ‘het is jouw keuze’ et cetera, dan gaat men niet
uit van pure genade, maar van werk van de mens dat uiteindelijk de
doorslag moet geven.

‘Ja, het hangt allemaal gelukkig van God af, en niet van de mens.’

Dat is het evangelie. Het evangelie dat tevoren aan Abram gepredikt
werd, was dat God een belofte gaf en zei: Ik zal …. Ik zal …..Ik zal…..
Daar waren geen werken van Abram bij! Abram geloofde simpelweg

in de beloften van God! Die zal alles volbrengen wat Hij beloofde!

Woord vandaag

‘Kun je zeggen, dat er een eerst, algemeen evangelie bestaat?’

Jawel, het woord ‘evangelie’ betekent: goed bericht, goede boodschap,
blijde aankondiging. Het algemene evangelie vinden wij in Openbaring
14, waar het in onze gangbare vertalingen ‘eeuwig evangelie’ heet. Dit
evangelie heeft een voor de mensheid heel algemeen karakter en het
stukje in Openbaring 14 zegt:

6 En ik zag een andere engel, die hoog aan de hemel vloog. En hij had
het eeuwige evangelie, om dat te verkondigen aan hen die op de aarde
wonen, en aan elke natie, stam, taal en volk.
7 En hij zei met een luide stem: Vrees God en geef Hem eer, want het
uur van Zijn oordeel is gekomen. En aanbid Hem die de hemel, de
aarde, de zee en de waterbronnen gemaakt heeft.

Dit is de inhoud: vrees God, geef Hem eer, aanbid Hem. Het gaat om het
eren van God als schepper. Dat is het elementaire wat de mensheid zou
doen
en waar Romeinen 1:18-23 op wijst. Voor wat betreft de westerse
wereld
heeft men God allang uit Zijn eigen schepping weggeredeneerd
door de
evolutietheorie. In andere delen van de wereld heeft men nog
wel meer
een elementair besef van God, en is het daar veel normaler
om uitingen van het
geloof in God in het openbaar te doen.

‘Het is algemeen, dat men God niet langer eert en erkent als schepper van
alles. Je hoort dat niet langer, behalve binnen de kerkmuren en in aller-
lei ‘vrije’ groepen buiten kerkverbanden.’

Het ‘eeuwige’ of eonische evangelie is een algemene boodschap waarin
God als schepper centraal staat. Men zou Hem als zodanig eren. Maar
zelfs dit algemene laat men los en is verduisterd geworden in het hart en
in het verstand. Men is het schepsel (de mens, dieren) gaan vereren boven
of in plaats van de schepper, God. Dat heeft gericht tot gevolg. Vandaar dat
de boodschapper (vertalingen zeggen: engel) verwijst naar het gericht.

‘Ja logisch, en het grote gericht is toch de grote witte troon?’

Ja, dat lezen wij in Openbaring 20. Overigens wordt in Prediker 12 ook ge-
wezen op het eonische evangelie:

De slotsom van al wat door u gehoord is, is dit:
Vrees God en houd u aan Zijn geboden want dit is voor alle mensen;
God zal elke daad in het gericht brengen met alles wat verborgen is,
hetzij goed, hetzij kwaad.

We kijken morgen verder naar wat er nog meer aan evangelie in de
Schrift naar voren komt, en we zullen zien hoe de genade van God
essentieel is als het om evangelie gaat!

 

 

 

 

 

 

 

Woord vandaag

‘We zijn nu rond met Spreuken, wat zal ons volgende onderwerp
gaan worden?’

Misschien zijn wat verdere verkenningen rond de verschillende
evangeliën een onderwerp om nogeens te bekijken, omdat de ver-
warring daarover heel groot is. Het is genade van God als je daar
wat meer zicht op hebt. We hebben tijdens de eerste ochtendstudie
deze zomer nagedacht over diverse evangeliën.

Ja, dat is een boeiend iets, omdat men altijd beweert dat er alleen
één evangelie is.’

Het is een bijzondere zaak, dat we zicht en licht hebben en de verschil-
len zien. Petrus en Paulus verschillen van elkaar in veel opzichten.
Paulus verkondigde naast de dood en opstanding van de Heer Jezus
Christus ook het evangelie van de heerlijkheid van Christus, die het
beeld is van de onzichtbare God. Dat schrijft hij aan de Corinthiërs.
Die hadden daar moeite mee. Zij waren gericht op de aardse, vleselijke
dingen, terwijl de apostel een hemelse en geestelijke boodschap had.

‘Zij bleven bij de alleen de aardse kant, de melk?’

Ja, zij konden alleen nog melk en geen vast voedsel verdragen. Zoals
in Hebreeën ook gezegd wordt, dat zij naar de tijd gerekend al leraars
hadden moeten zijn, maar zij waren bezig met de eerste beginselen, de
melk van het woord. En daar zit het verschil met wat in de latere brie-
ven (Efeziërs, Filippenzen, Kolossenzen, 2 Timotheüs) geschreven
wordt: hemelse aspecten van het geheimenis van Christus.

‘Daar hoor je maar heel weinig over spreken inderdaad. Heel vaak is het
uit de vier evangeliën, gericht op goed doen.’

De genade van Christus Jezus had Saulus overweldigd. Het was uniek,
dat iemand zo geroepen werd. Geen enkele vorm van berouw of beke-
ring, geen religie, het was pure genade van de verheerlijkte Heer die
hem geschonken werd. Per definitie om niet, gratis, zonder eigen wer-
ken. Dat gaat veel verder en dieper dan een oppervlakkig ‘proberen
goed te doen’, dat geen waarde heeft voor God. Heerlijk, die ontspan-
nenheid; een strakblauwe lucht: genade van God alleen!