Woord vandaag

‘Goed om je steeds te herinneren Wie alles in handen heeft.’

Sommigen willen daar liever niet over horen. De God van de bijbel,
de God van Israël, dat is óók de God van alle volkeren. Dat zegt de
apostel in Romeinen 3:29, 30:

Of is Hij de God van de Joden alleen? Niet ook van de natiën?
Ja, ook van de natiën, wanneer het zo is dat God één is, die de de
Besnijdenis zal rechtvaardigen uit geloof en de Voorhuid door het
geloof.

‘Het is die God, die alles leidt.’

De apostel Paulus maakte God bekend aan de natiën, onder meer
op de Areopagus. Daar wordt duidelijk, dat God aan allen het leven,
de adem en alles geeft. Een enorme onthulling van Gods liefde voor
de mensheid. Paulus zegt in Romeinen als conclusie in hoofdstuk 3,
dat de mens gerechtvaardigd wordt door geloof, zonder de werken
van de wet (vers 28).

‘Daar wordt ook duidelijk, dat Hij God voor alle mensen is.’

Daarmee doorbreekt het evangelie het denken dat bij de Joden
aanwezig is, dat God alleen de God van Israël is. Nee, Hij is de
God van allen. Uiteindelijk zal heel de mensheid God als Vader
kennen en erkennen. Dat is als God alles in allen is. In deze tijd
is een voorsmaak daarvan te ervaren in het lichaam van Christus.

Woord vandaag

‘Fijn dat wij Vader mogen kennen als de levende God.’

Hij heeft werkelijk alles in Zijn hand, Hij zal al Zijn welbehagen doen,
zegt de profeet Jesaja (46:9-11). Hij laat niets uit handen lopen. Hij is
het, die de gebeurtenissen leidt. Ook in deze wereld. Wanneer een
leider van een land een bepaalde richting op gaat, dan voert die on-
wetend een stukje van Gods plan uit.

‘Zoals Kores in het verleden.’

Die wordt door IEUE (Ik ben) als ‘Mijn herder’ of ‘Mijn gezalfde’ ge-
zien. Hij stuurde Kores om Zijn eigen afvallige volk weg te voeren.
Dat is nogal wat, een puur heidense koning, die uitvoert wat God
wil. En zo is het ook vandaag. Koning Nebukadnezar loofde in zijn
dagen de God van de hemelen, nadat hij 7 tijden tussen de dieren
van het veld geleefd had.

‘Zo verootmoedigde IEUE hem.’

Daarna keerde zijn verstand in hem terug (…..) en hij loofde Alueim,
dat Hij het is, die koningen aan- en afstelt. Dat Hij dus alle touwtjes
in handen heeft. Wanneer een politiek leider op het wereldtoneel
een belangrijke plaats heeft, dan heeft God dat zo gewild. Anders
zou die niet op die plaats kunnen staan. Het gaat, ook in deze tijd,
werkelijk volgens Zijn plan! 

Woord vandaag

‘De Naam komt toch ook in Openbaring voor?’

We waren gisteravond bezig met dat bijbelboek. Hoofdstuk 4 aan het
einde. Daar wordt God geprezen, onder meer door de 4 dieren, dat
Hij de Levende is in de eonen van de eonen (laatste twee tijdperken).
En dat Hij Degene is, die was die is en die komt. Dat laatste is een uit-
spreken van de Naam IEUE in het Grieks. Die was, die is en die komt.

‘Dat lezen we meer in Openbaring.’

Het is de onthulling van Jezus Christus, Hij wordt in deze bijzondere
boekrol onthuld. In hoofdstuk 1 komt naar voren, dat Hij de Eerste
en de Laatste is. Hij was aan het begin van Gods plan, Hij voert het
uit en Hij staat aan het einde van dat plan. Hij brengt alles tot onder-
schikking aan God. Vader zal uiteindelijk alles in allen zijn.

‘Het ging gisteravond ook over onderschikking.’

Dat is de uitwerking van Gods plan, dat heel de schepping onder-
schikkend aan God is. Hij blijkt dan de Vader te zijn van allen. Dan
zullen de zonde en het kwaad definitief uitgebannen zijn, om nooit
meer terug te keren. Dan zal blijken dat alles in Gods plan paste.
Hij heeft alle touwtjes in handen, we zagen ook, dat Hij het is, die
het hart van de koning leidt als verdelingen van water (Spreuken 21);
dat geldt ook in deze bijzondere tijd waarin wij leven!

Woord vandaag

‘Wel weer apart, dat je zo kan kijken, twee kanten.’

Ja, aan de ene kant waren de Joodse leiders de ergste zondaren van
de mensheid. Zij, de blinde leiders, brachten hun eigen Messias ter
dood. In hun wetsijver zorgden zij er ook nog voor, dat Zijn lichaam
tijdig voor de grote jaarsabbat van het hout gehaald werd. Ontzet-
tend, want zij hadden de Heer van de heerlijkheid gekruisigd.

‘En aan de andere kant waren zij ook de priesters.’

Dat is dan weer het merkwaardige. Zij kruisigden hun eigen Messias
en daarmee brachten zij het grote Offer voor de zonde(n). Vader had
geen behagen in al die offers die onder het oude verbond gebracht
werden (Jesaja 1:11-15). Hij werd er moe van. Ja, dat Jesaja 1 is een
ernstige opening van dat bijzondere bijbelboek.

‘Ja het troostboek ervan is rijk.’

Zeker, en het (hoofdstuk 40-55) zegt veel over wie Vader is. In de
Hebreeuwse Schrift komt de naam IEUE vaak voor. Dat is de Ik ben,
dat is Dezelfde als Vader. Ook in de boekrol Genesis staat vaak deze
Naam IEUE. Bij voorbeeld Laban kende IEUE, want hij zei tegen Jakob:

ik heb waargenomen, dat IEUE mij omwille van jou gezegend heeft
                                                                                                Genesis 30:27

Toen bestond het volk Israël nog niet. Later werd de belijdenis dat
één God is de belijdenis van Israël:

Hoor, Israël: IEUE, onze Alueim, IEUE is één (of: de enige).

Woord vandaag

‘De Heer was soms erg duidelijk.’

Ja Hij kon het rechtuit zeggen. De leiders van de Joden waren meestal
blind en bij sommigen (Nicodemus, Jozef) gingen de ogen open. Dat
de Heer af en toe blinden ontmoette, was tekenend. De letterlijke
blindheid was een type van de geestelijke verblinding van het volk en
vooral hun leiders. ‘Zoals de leiders zijn, zo is ook het volk’ is een be-
kend gezegde daarover.

‘Dat de Heer dat allemaal zei, was waar.’

Dat kon Hij zeggen: Ik ben (….) de weg, de waarheid en het leven.
Politicus Pilatus vroeg zich af: ‘Wat is waarheid?’ Dé filosofische vraag
van de mensen. Daarbij komt altijd: Waar kom ik vandaan en waar ga
ik naartoe? En: Hoe moet ik leven? (Ethiek). De Heer stond voor Pilatus,
de waarheid in persoon! Dat miste Pilatus, terwijl hij wel vaststelde, dat
in deze Mens niets was waardoor Hij veroordeeld kon worden.

‘Hij werd ten onrechte ter dood veroordeeld.’

Dat moest van de Joden. Zij hebben Hem overgegeven, en Petrus, vol
van de heilige geest, zei daarvan dat zij (de Joodse leiders) Hem gekrui-
sigd hadden (Handelingen 2:36). Dat moest heel het huis Israël weten.
Daarmee, en nu kijken we op een andere manier, oefenden zij onwe-
tend de functie van (hoge)priester uit, door het grote Offer te brengen,
dat alle andere offers onder het oude verbond ver overtrof!