Woord vandaag

‘We zijn zeer gezegend in Christus.’

Overstromende genade, het is uit de Vader en door Hem
ons deel. In de brieven van de apostel Paulus wordt regel-
matig de uitdrukking in de Heer gebruikt. Dat geeft aan, wat
onze wandel en gedrag is. We hebben een toekomst met
Hem, en onze aardse loopbaan zal bij/op de bema (erepo-
dium) bekeken worden.

‘Daar ontvangen wij loon?’

Ja, en ieder zal daar terugontvangen wat hij/zij praktiseert
door het lichaam, hetzij goed of slecht. Het terugontvangen
wijst op loon. Ook zal de gelovige (want alle gelovigen van

het lichaam van Christus moeten daar geopenbaard worden)
daar eventueel schade lijden. En daar zal ie blij mee zijn.
Het zal een voorbereiding zijn op de toekomstige bediening
van het lichaam van Christus.

‘Wie zal dat dan vaststellen?’

De Heer zelf, als Hoofd. Hij zal dat richtende werk doen,
want de Vader heeft al het richten aan de Zoon gegeven.
Het is noodzakelijk, dat zullen we vandaag zien tijdens de
boeiende themadag in het recreatiecentrum van EH te
Maarn. U kunt als u dat wil, vandaag daar vanaf 9:45 uur
terecht voor verdere verdieping in dit belangrijke onder-
werp. U zult daar ongetwijfeld nieuwe gezichtspunten op-
doen en medeleden, mede-gelovigen ont-moeten! 

Woord vandaag

‘We leven al in profetische tijden?’

We zien sommige aspecten. De Joodse staat in het land daar,
met als hoofdstad Jeruzalem. Ook de landen rondom zijn in
een opstelling, die directe vervulling van bijbelse profetie mo-
gelijk maakt. Deze zal echter op zich laten wachten zo lang de
gemeente nog op aarde is. Pas ná het snelle wegnemen door
de Heer van Zijn lichaam zal dat kunnen gebeuren.

‘De gemeente wordt ook nu nog gevormd.’

We leven nog steeds in de tijd, die door de Schrift het beheer
van het geheimenis
wordt genoemd (Efeziërs 3:9). In die pe-

riode wordt het lichaam van Christus geroepen. Kenmerk is,
dat overstromende genade regeert (Romeinen 5:20,21; Efe-
ziërs 3:2). Alle mensen worden uit alle volkeren geroepen,
rechtstreeks, zonder tussenkomst van Israël.

‘Duidelijk. En mooi geregeld.’

Het is Gods tijd, onze tijden zijn in Zijn hand. We weten iets
van het grote  plan van eonen. God laat dat over aan Zijn ge-
liefde Zoon, die is de grote Uitvoerder tijdens de eonen.
Nu is het nog steeds de tijd van Gods overstromende genade.

Het maakt groot verschil of je nu leeft of in de tijd van de
grote verdrukking, of in de 1000 jaar. In de tijd van genade
geroepen? Dan is redding zeker bij de bazuin van God, zon-
der voorwaarden!

Woord vandaag

‘Was weer boeiend, Openbaring.’

In feite onvoorstelbaar dat sommige uitleggers menen dat het
allemaal al gebeurd is in het verleden. En dat Openbaring niet
meer vervuld zal worden. Zulke uitleggers verwachten alleen

nog een jongste (of laatste) dag waarop Hij zal komen om te
oordelen de levenden en de doden. De 1000 jaren moet je in
die uitleg alleen maar symbolisch verstaan.

‘Dan poets je nogal wat weg.’

Ja de gebeurtenissen zoals we die gisteren besproken heb-
ben, zullen dan niet meer plaatsvinden. Dat is echter niet goed
houdbaar gebleken. Daardoor neem je het profetische woord
weg, dat bijvoorbeeld Babel nog herbouwd zou worden en dat
datzelfde Babel nog definitief verwoest zal worden. Inmiddels
is de stad Babel onder Saddam Hoessein herbouwd en wacht
nog op de rol die het moet gaan vervullen.

‘Dat is?’

Hoofdstad zijn van het antichristelijke wereldrijk, waarin de
verplichte aanbidding van het beest en beeld van het beest
zal plaatsvinden. Net als destijds onder Nebukadnezar het
grote beeld aanbeden moest worden, wat Daniël en zijn vrien-
den niet deden. Daarom werden ze in de grote oven gewor-
pen, waarin zij echter wonderlijk bewaard bleven, door Gods
hand!  

Openbaring studie 18 – 6:1-8


Op 30 maart 2016 kwam opnieuw Openbaring 6:1-8
aan de orde. De paarden met diverse kleuren staan
symbolisch voor de dingen die moeten gebeuren, moge-
lijk in de eerste helft van de 70e jaarweek van Daniel 9.
Dat blijkt uit de parallelle gedeeltes, onder meer Mat-
theus 24. Daarin markeert de Heer zelf het midden ervan
in vers 15: ‘wanneer jullie dan….’ Wat voor dat vers ge-
beurt, is terug te lezen in Openbaring, zegel 1-4.
Hier kunt u luisteren: deel A en deel B.

Woord vandaag

‘Wat moet je in deze tijd met al die onrust?’

Dat zal toenemen naarmate openbaring van de wetteloze
dichterbij komt. Wat tot nu toe weerhoudt, is het lichaam
van Christus. Pas wanneer dat weg is, zal de wetteloze zich
kunnen manifesteren. En zijn gang kunnen gaan. Daar spreekt
Paulus over in 2 Thessalonicenzen 2. Hij denkt dan sterk aan
de profeet Daniël. Daarover had hij het met die gemeente
gehad. Hij herinnert hen daaraan.

‘Paulus vond dat dus wel belangrijk.’

Het profetisch woord? Jazeker! Want hij citeert vaak uit de
profeet Jesaja. En hij mocht de bijzondere brief schrijven waar-
in de bazuin van God zo prominent genoemd wordt. Hij kende
de Tenach heel erg goed. En de Heer had Hem zelf onderricht
in de wildernis, en hem laten zien ‘wat in al de Schriften op
Hem betrekking had’.

‘Geweldig onderwijs moet hij gehad hebben.’

Hoogstwaarschijnlijk nog veel meer en dieper dan Hij met de
Emmaüsgangers had besproken. Bovendien verscheen de ver-
heerlijkte Heer
aan hem, in tegenstelling tot hoe Hij aan de

Emmaüsgangers en de discipelen Zich vertoonde. Dat is een
zeer duidelijke hint naar wat Paulus mocht onthullen. Het is
de boodschap van de verheerlijkte Christus aan hem, voor de
gemeente die Zijn lichaam is.