Woord vandaag

‘Op het schema zie je staan, dat een overwinnaar in de eindtijd de
tweede dood ontloopt. Dat staat in Openbaring 2:11.’

Die oren heeft, die hore wat de geest tot de gemeenten zegt.
Die overwint, zal door de tweede dood niet beschadigd worden.

Zo staat het in Openbaring. Men zal dus moeten overwinnen om geen
schade te hoeven lijden van de tweede dood. Een voorwaarde dus.
Deze voorwaarde komt bij Paulus helemaal niet voor. Bij hem lezen
we in de brief aan de Efeziërs:

Want in genade zijn jullie geredden, door het geloof, en dat niet uit jullie
zelf: het is een naderingsgave van God; niet uit werken, opdat niemand
roeme.
Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen tot goede werken,
die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin wandelen.

Hier zien we de grandioze genade van God. Geen werken van de mens nodig
en alles komt van God alleen. De mens deelt in de liefde, wijsheid en genade
van God. Dat is pas echt evangelie.

‘Ja, zo bezien is het verschil tussen de beide evangeliën erg groot.’

Paulus neemt nu eenmaal een unieke positie in als apostel en leraar van de
natiën. Hij werd bij zijn leven al verguisd. En hij laat steeds zien, dat het in
zijn evangelie alleen om God draait en wat Hij doet.
Daarna kunnen wij alleen in dankbaarheid aannemen wat Hij ons geeft.

‘Ja je hoort wel spreken vanuit Paulus natuurlijk, maar steeds wordt het
vermengd met een (klein) stuk eigen inspanningen die vereist worden.’

Steeds weer probeert religie vat te krijgen op hen die Paulus (willen) volgen.
Zodra eigen werken een (kleine) rol gaan spelen in het geheel, wijk je af van
Paulus. En zijn evangelie moet in deze tijd klinken. Gods genade alleen!

Woord vandaag

‘Nou dat was wel even wat, die verschillen tussen Jakobus en Paulus.
Het blijft voor heel wat christenen een punt van (felle) discussies.’

Het is het verschil of je de dingen vanuit God of vanuit de mens benadert.
Alles is uit God (Romeinen 11:36; 1 Corinthiërs 8:6; 2 Corinthiërs 5:18),
dus ook ons geloof en wie er allemaal wel of niet bij het lichaam van
Christus horen. Weleens gehoord van een voorwaardelijke opname van
de gemeente?

‘Nee? Wat betekent dat? Dat de wegrukking voor een deel afhankelijk is
van je wandel als gelovige?’

Er zijn diverse evangelische groeperingen die dat beweren. Zij zeggen,
dat alleen degenen die trouw en volhardend zijn geweest in hun levens-
wandel als gelovige, de Heer zullen ontmoeten in de lucht. De anderen
zijn als gevolg van hun gedrag afgewezen en blijven op aarde of staan pas
later op uit de doden.

‘En daar kun je allerlei teksten voor vinden?’

Bijvoorbeeld 2 Timotheüs 2:12 :

indien wij volharden, zullen wij ook met Hem als koningen heersen;
indien wij Hem zullen verloochenen, zal ook Hij ons verloochenen

Kijk, zo’n tekst kun je iets anders laten zeggen en dan stellen dat je als
je niet volhardt je niet bij de wegrukking mee zal gaan. Paulus bedoelt hier
iets specifieks als hij op het volharden en met Hem heersen wijst.

‘Maar in vers 13 staat toch weer iets anders?’

Ja, dan gaat het om ontrouw en trouw. Als wij ontrouw (ongelovig) zijn op
bepaalde momenten (en wie heeft ze niet, die momenten?), dan blijft recht
overeind, dat Hij, Christus Jezus, onze Heer, trouw is en zichzelf niet kán
verloochenen! Het gaat immers om de Zijnen die bij het lichaam van Christus
horen? Die heeft Hij onmetelijk lief en die kunnen nooit los van Hem raken!

Woord vandaag

‘Bij Jakobus gaat het dus om je geloof in de praktijk laten zien. Pas dan ben
je gerechtvaardigd? Je hebt anders een dood geloof?’

Ja, bij de besnijdenis ligt dat zo. Als je geen werken hebt, heb je geen geloof.
Zo hard stelt Jakobus dat.

‘Kun je dat vandaag tegen gelovigen zeggen? Dat zij een dood geloof of helemaal
geen geloof hebben, als zij geen voor anderen zichtbare werken hebben?’

Nee. Dat kun je niet maken. Geloof in Gods woord is voldoende. Als iemand dat
heeft, is dat door God gegeven. En dat geloof zal hoe dan ook op een of andere
manier blijken. Heb je Zijn woord lief? Dan is dat een duidelijke aanwijzing dat
er echt geloof aanwezig is. Bovendien geeft God aan een ieder een mate van
geloof, zegt de apostel in Romeinen 12:3. Sommigen wellicht meer, anderen
wellicht minder, God geeft aan allen die Hij tevoren kende en bestemde, geloof!

‘Maar als iemand geen werken heeft, niets doet in een plaatselijke gemeente,
kun je dan niet zeggen dat diegene een dood geloof heeft?’

Nee, wij kunnen dat niet met onze vinger wijzen. Stel je voor! Dan ga je op de
stoel van God zitten! Gód heeft allen die tot het lichaam van Christus behoren
a
l van voor de nederwerping van de wereld uitgekozen.
Dus kán er niets mis gaan! Weten wij veel van anderen. Als er voor ons oog geen
zichtbare ‘werken’ in het leven van een gelovige zijn, kunnen wij niet de houding
aannemen, dat wíj gaan zeggen dat diegene niet bij het lichaam van Christus hoort!

‘Ik merk, dat je zo in allerlei kromme redeneringen terecht komt. We kunnen
ons beter richten op God en Zijn woord!’

Precies. Het bepalen of en wanneer iemand bij het lichaam hoort; laten we het
maar aan de Heer zelf overlaten, wat zei Hij tegen de zijnen Johannes 15:16? :

niet jullie hebben Mij, maar Ik heb jullie uitgekozen en jullie aangewezen

Opmerkelijk

Deze week stond in het Nederlands Dagblad een interview
met emeritus-hoogleraar W. van ’t Spijker.
Enkele fragmenten:

Bent u anders gaan geloven na al die jaren?
“Nee, er is geen ander evangelie dan dat Paulus predikte….”

En wat is volgens u niet belangrijk?
“Ideeën van mensen over wat mag en wat niet mag
bijvoorbeeld. Ethiek is af en toe een nuttig vak hoor,
maar zonder het evangelie worden we huzaren van moraal…”

 

Woord vandaag

‘Hoe zit het dan bij Jakobus als het om rechtvaardiging gaat?’

Jakobus heeft het over praktische rechtvaardiging. Abraham geloofde God
en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. Dat staat in Genesis 15:5,6.
Die tekst wordt ook door Jakobus aangehaald in Jakobus 2:23. Daarna
spreekt Jakobus over een gebeurtenis die zo’n 50 jaar later pas in het leven
van Abraham plaatsvond, het offeren van Isaak. En Jakobus zegt dat Abraham
daardoor gerechtvaardigd werd. Het punt is dat dat een van de dingen was
waardoor Abrahams geloof in de praktijk bleek.

‘Maar, toen was Abraham allang gerechtvaardigd?’

Dat is wat Paulus in Romeinen 4 schrijft. Abraham werd door geloof
gerechtvaardigd, niet door werken. Hij was toen nog niet besneden.
God geloven wordt -naar het paulinische evangelie- gerekend tot
gerechtigheid, dus is het in Zijn genade.
Jakobus citeert wel dat het geloof Abraham tot gerechtigheid gerekend
werd, maar zegt dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet
alleen uit geloof. Dit is typisch besnijdenisevangelie. Daar moet de mens
iets doen om de gerechtigheid in de praktijk te laten zien.

‘Paulus is dus de enige die rechtvaardiging uit geloof alleen leert?’

Paulus laat zien dat alles uit God is. Het geloof dat wij hebben is ook door
God gegeven. Hij spreekt over het geloof van Jezus Christus. Daar hebben
de besnijdenisapostelen het niet over.

Het besnijdenisevangelie kent geen rechtvaardiging door God, die aan
zondaren overgedragen wordt.

Het gaat bij Paulus om rechtvaardiging in het bloed van Christus
(Romeinen 5:9); uit en door het geloof van Jezus Christus (Romeinen
3:22,26);  een rechtvaardiging die is door de vrijkoping in Christus Jezus
(Romeinen 3:24).

‘Ja dat is dan wel een opvallend verschil met Jakobus en de rest.’

Bij Paulus draait het om Gods genade. Het is om niet, speciaal in deze tijd.
Dat laat geen werken van de mens toe!