Woord vandaag

27 april 2018
‘Tegenstand ondervinden.’

Zodra je je meer bewust wordt door
een geest van wijsheid en onthulling
waar je plaats is, gaat dat gebeuren.
Die plaats is: niet op aarde, maar bo-
ven, te midden van hemelse machten,
krachten, boodschappers,
et cetera.

Daar bevinden zich ook onze ware te-
genwerkers. Niet bloed en vlees, de
weerstand is geestelijk.

‘Dat klinkt abstract.’

Het lijkt ongrijpbaar, maar dat is het
niet wanneer je het herkent. In je da-
gelijks leven ondervind je soms op ra-
re, ongedachte manieren tegenstand.
Dat is in omstandigheden, er gebeurt
iets in je gezin of in je familie. En, wat
vaak voorkomt: mensen werken het
evangelie tegen. Weerstand dus. Dat
kan in allerlei blijken.

‘Soms merk je dat.’

Zoals we lezen in 2 Timotheüs, zullen
gelovige mensen zich afkeren van de
waarheid (van het evangelie). Zij wor-
den misleid (1 Timotheüs 4:1-5) door
geesten en onderwijs van demonen.
Dat is zo wanneer zij afstand nemen
van het geloof (1 Timotheüs 4:1); dan
komen zij als vanzelf bij allerlei wind
van onderricht terecht. En weerstaan
vervolgens de waarheid.

Woord vandaag

26 april 208
‘Ogen van het hart verlicht.’

Ondanks dat bidt de apostel: opdat
jullie zien
.

Hoe kan dat? Is dat niet overbodig?
Kennelijk niet, anders zou hij -door
Vader bewogen- dat niet bidden.
We lezen de Efezebrief, in afgelopen
19 eeuwen vaak niet goed begrepen.
We bevinden ons dan te midden van
de hemelsen
. Dáár zijn we gezegend

in Christus. Niet op aarde.

‘Christus Jezus, onze Heer.’

In eerdere brieven (Romeinen, 1,2 Ko-
rinte en Galaten) werden onze ogen al
opwaarts gericht, naar waar Hij, Chris-
tus Jezus is. Verheerlijkt, Gods rechter
(hand). In Efeziërs blijkt: wij zijn daar
ook geplaatst. Onze zegen in Christus
is uitsluitend geestelijk (niet materieel)
en te midden van de hemelsen. Wat
dat inhoudt? Door
 deze brief kunnen
gelovigen aan de weet komen wat
 de
unieke roeping voor hen is. 

‘Daarvoor dat gebed?’

Opdat wij werkelijk verstaan en be-
seffen hebben we blijkbaar die geest
nodig. Opdat gelovigen zien:

wat de verwachting van Zijn roeping is

Wat was het uitzicht van de gelovigen
voorafgaand aan
 Efeziërs? Een aards
koninkrijk. Messias
 Jezus zal Israël als
koninklijk priester
schap op aarde inzet-
ten. Dat
 het lichaam van Christus niet
Israël is, is duidelijk. En daarom moest
bekendgemaakt wat de plaats 
van die
ekklesia (uitgeroepenen) is.

Openbaring 14:6-13 – studie 37


25 april 2018 – studie Openbaring,
gelovigen/getrouwen uit Israel wor-

den ernstig aangesproken. Diverse
hemelse boodschappers komen en
spreken. Wat is: het eeuwige evan-
gelie? Wat is die pijniging met vuur
en zwavel? Hoe lang duurt dat? Wie
ondergaan het? Dat en meer werd
besproken. Deel A en deel B

Woord vandaag

25 april 2018
‘De Heer opent harten.’

Dat doet Hij steeds, Hij zorgt ervoor,
dat de waarheid blijft klinken. We le-
ven in de tijd dat mensen hun gehoor
van de waarheid afkeren. We lezen
onder meer in 2 Corinthiërs 4 hoe dat
komt. De tegenwerker is actief bezig
mensen van de waarheid af te houden
door Gods woorden te verdraaien en
zo een verkeerd beeld van God op te
roepen.

‘Groei is ook nodig.’

Ja groeien in kennis en verdieping is
van groot belang. Juist omdat de te-
genwerker zo actief bezig is onder de
gelovigen. We zien een dieper besef
wanneer we 2 Corinthiërs 4:6 verge-
lijken met Efeziërs 1:17,18. In eerst-
genoemde tekst lezen we het begin.
God doet het licht aan en daarmee
beoogt Hij, dat de de kennis van Zijn
heerlijkheid gaat toenemen.

‘Efeziërs 1 gaat verder.’

Daar lezen we, dat bij de gelovigen
de ogen van het hart verlicht zijn ge-
worden (in het verleden). Op grond
daarvan bidt Paulus om geest. Niet
om een doop in de heilige geest of
iets dergelijks, maar om:

een geest van wijsheid en onthulling
in erkenning van Hem

Dat is het gebed wat ook wij bidden;
niet alleen voor onszelf, maar voor al
de heiligen en gelovigen. Leden van
het lichaam van Christus. Dat is, op-
dat jullie zien 
(Efeziërs 1:18).

Woord vandaag

24 april 2018
‘Ogen van het hart.’

Het hart ziet vaak wat het oog mist.
Paulus gebruikt de beeldspraak in de
verzen van Efeziërs 1:

verlicht zijnde de ogen van jullie hart

Efeziërs 1:17,18 lezen we, net als in
2 Corinthiërs 4:6 van licht in het hart.
Het opvallende in 2 Corinthiërs 4 is,
dat God in onze harten schijnt (want
God is licht) met een speciale bedoe-
ling. Dat is: tot (letterlijk: naartoe) de
verlichting van de kennis van de heer-
lijkheid van de God in het aangezicht
van Jezus Christus
.

‘God deed het licht aan.’

En dan ga je zien wie God is in, door
Zijn geliefde Zoon. Bij de Corinthiërs
was de tegenwerker nogal bezig, en
we lezen in 2 Corinthiërs 4:2 van dat
sjoemelen of versjacheren wat gister
aan de orde kwam:

integendeel, wij verwerpen schande-
lijke verborgenheden en wandelen
niet in list, noch versjacheren wij het
woord van God; maar door manifes-
tatie van de waarheid bevelen we
onszelf aan ntbij het geweten van elk
mens voor Gods aangezicht

Kijk, met waarheid komt ook licht.
Ze gaan hand in hand.

‘Kennis van de waarheid.’

Dat is heel belangrijk. Daardoor ga je
zien hoe het zit. De tegenwerker is er-
op uit dat te verhinderen door men-
sen te manipuleren. Zoals de slang in-
dertijd Eva misleidde, is de tactiek al-
tijd dezelfde: Gods uitspraken ter dis-
cussie stellen en verdraaien.
Mensen gaan de waarheid beseffen
vanaf
 het moment dat God oog en
hart er
voor opent.