17 juni 2018
‘Licht in de schepping.’
Duisternis moet wijken wanneer het
licht aan gaat. Dat is voor ons mensen
in het dagelijks leven iets, dat ons niet 
snel meer verwondert. Zo spreekt het 
van Gods vermogen om in het geeste-
lijk bereik dat te doen. Gisteren, in het 
slot van de dagoverdenking, kwam dat 
naar voren. God verlichtte ons hart en
doet dat nog steeds.
‘God geeft geloof.’
Dat niet alleen, maar Hij geeft de mate
van geloof aan iedere gelovige. Als we
daarmee rekening houden, kunnen we
elkaar anders gaan zien. Het gebeurt 
regelmatig, dat gelovigen aan wie de 
genade is geschonken het evangelie
van Paulus in de diepte te verstaan,
trots binnensluipt. En een uitnemende
leraar zei dat ooit: ‘ons (…) belangrijk-
ste gebrek is dat wij trots zijn.’
‘Alles is aan God te danken.’
Wanneer wij dat doen, Hem danken, 
dat diep beseffen, zal trots niet snel
voet aan de grond krijgen. Toename
van geweldige, diepe kennis van de
Schrift kan leiden tot een situatie, dat
de ene gelovige de andere gelovige
minder acht. Filippenzen 2:4 zegt ons,
dat eigendunk zou wijken voor: maar
in ootmoedigheid elkaar superieur aan
jezelf achten.  
