Opmerkelijk

‘Ondanks de grote vloed en de nieuwe kans die de mensen
kregen, bleek al snel dat de mens nog net zo slecht was als
in de dagen van Noach. Bij Babel verstrooide God de mensen
en verwarde hun spraak, om hen te beteugelen…
Alleen Lot en zijn twee dochter konden Sodom en Gomorra
ontvluchten, ook Lot maakte geen bekeerlingen…
Steeds blijkt de innerlijke ongerechtigheid van de mens, die
het onmogelijk maakt dat het vlees God kan behagen. Zelfs
de rechtvaardige regering van Christus in de 1000 jaar ver-
andert dat niet; het onderdrukt die slechts.
Alleen een nieuwe schepping kan echt verandering brengen.’

Uit:  The All-sufficiency of God – J.H. Essex, UR LXIV, blz. 62,63

Opmerkelijk

‘..De eerste keer dat God als El-Sjaddai, de Al-genoegzame, in
de Schrift genoemd wordt, is in Genesis 17:1. Hij verschijnt aan
Abram en zegt:
‘Ik ben de El-Sjaddai. Wandel voor Mij en word volkomen’.
Dit is een bijzondere uitspraak, in het bijzonder wanneer wij
bedenken, dat de mensheid al duizenden jaren bestond.
Toen pas nam God één mens en openbaarde zich voor het eerst
als El-Sjaddai.
Abram/Abraham is één van de werkelijk groten in de Schrift.
Niet groot omdat er iets in hem zelf was, dat in staat was iets te
doen om groot te worden, maar omdat God hem groot maakte.’

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz.26,27

Opmerkelijk

‘  ‘Ik ben de Almachtige’, dat betekent: ‘Ik ben de Al-genoegzame’.
Deze uitdrukking ‘Al-genoegzame’ (Hebreeuws: El-Sjaddai), komt

48 keer voor. Alleen in Genesis (6 keer) en Job (31 keer) meer dan
twee keer. Juist bij Job, in al zijn verdrukkingen en lijden, wordt
God hem voorgesteld als de Al-genoegzame. Leert dit ons niet, dat
verdrukkingen en lijden over ons komen, opdat God, in al Zijn
algenoegzaamheid, ten volle gewaardeerd zal worden? En dat wij,
in al onze nood, ons volkomen tot Hem wenden en als Paulus kun-
nen leren dat Zijn genade voor ons genoeg is?’

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex UR LXIV , blz.25,26

Opmerkelijk

‘God is niet alleen de Ontwerper, de Architekt; Hij is ook de
Bouwer, de Handwerker, de Pottenbakker, die elk schepsel
vormt tot tentoonspreiding van de heerlijkheid en de genade
van de grote Vormgever of Formeerder.
Dit is de algenoegzaamheid van God,
de Al-Shaddai (de Almachtige,
Genesis 17:1)’.

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz.25

Opmerkelijk

‘God is algenoegzaam (voldoende) in zichzelf om al Zijn verlan-
gens tot stand te brengen. Als Hij onze medewerking verlangt,
of van onze diensten gebruik maakt om Zijn plannen te bevor-
deren, dan is dat alleen uit Zijn gunst. Niet omdat wij iets te
bieden hebben wat Hij per se moet gebruiken, of niet zonder kan.
Hij plaatst eerst in ons wat Hij later van ons vraagt.
Zo zijn wij instrumenten in Zijn hand, gemaakt door Hem om ons
te gebruiken zoals Hij dat wil.’

Uit: ‘The All-sufficiency of God’ – J.H. Essex, UR LXIV, blz.24